Nieuws

Leren de verbale messen te slijpen

Plaats een reactie

Dokters gebruiken in discussies vaak inhoudelijke argumenten. Maar met een snuf emotie of een anekdote beklijft je standpunt beter bij je toehoorder. Dat en andere trucs leren jonge en aankomende artsen bij de debat­cursus van Dokters in Debat.

‘Voor je het weet, bestelt een patiënt alvast zijn grafkist.’ Met die uitsmijter eindigt gynaecoloog in opleiding Khadija Madani haar pleidooi. Op een doordeweekse avond zijn tien deelnemers van de eerste debatteercursus van Dokters in Debat bij elkaar gekomen in een zaal van het Utrechtse Academiegebouw. Het is een afrondende bijeenkomst: deze avond mogen ze in twee teams verbaal duelleren over twee zorggerelateerde stellingen en tonen wat ze tijdens drie cursusavonden hebben opgestoken.

Scheutje humor

Madani is ingedeeld in het groepje debaters dat moet uitleggen waarom ze tégen de stelling zijn ‘dat de patiënt altijd en direct toegang moet hebben tot zijn eigen medische data’. Een groepsgenoot van haar veegt de vloer aan met de opmerking van een debater uit het voorstanderteam dat ‘direct’ niet hetzelfde hoeft te zijn als ‘à la minute’, maar ook best kan betekenen ‘wanneer de arts besluit of hij gegevens toegankelijk maakt voor de patiënt’. ‘Ik hoop dat direct bij u toch echt direct betekent. Als ik 112 bel omdat ik een ambulance nodig heb, hoop ik ook dat het niet twee weken duurt voordat die arriveert.’ Hij krijgt de lachers op zijn hand. Punten van de jury, want een scheutje humor blijkt ook geen kwaad te kunnen in de hogere debatkunde.

Vierdejaarsstudent geneeskunde Dolly Haselager hapte meteen toe toen ze hoorde van de Dokters in Debat-cursus. ‘Als arts moet je na­denken over maatschappelijke ontwikkelingen die je tegenkomt. Je bent een belangrijke speler in debatten over de zorg en je kunt misschien het verschil maken’, stelt Haselager. ‘Je moet beseffen dat je als arts ook die verantwoordelijkheid hebt.’

Roeren in het debat

Zesdejaarsstudent geneeskunde Bas ter Brugge is penningmeester van het stichtingsbestuur. Via zijn activiteiten voor de politieke jongerenbewegingen Jonge Democraten en License to Heal kende hij de aiossen Anna Verhulst en Judith Voogt, die dit jaar Dokters in Debat op poten zetten om artsen te leren debatteren. Dokters in Debat wil dat artsen zich vaker roeren in het politieke en maatschappelijke debat. Op de eerste cursus zijn met name aiossen afgekomen. Maar wat Ter Brugge betreft gaat de stichting zich ook richten op ouderejaarsstudenten.

‘Dat zijn de dokters van de toekomst. Ouderejaars hebben al wat praktijk­ervaring, dus zij moeten ook bij debatten worden betrokken’, zegt Ter Brugge. ‘Het is belangrijk dat ze hun maatschappelijke stem laten horen. Discussies gaan nu vaak over patiënten of zorgverzekeraars. Maar wat vinden dokters ergens van, wat zijn hun bezwaren en overwegingen? Ze kunnen verdieping in een debat brengen waardoor mensen beter worden geïnformeerd. En het kan helpen bij het vormen van de pu­blieke opinie. Artsen staan toch in aanzien.’

Politiek correct

Artsen zijn gewend zich ‘heel voorzichtig en politiek correct uit te laten’, vindt internist in opleiding Marise Heerma van Voss. In het debat van deze avond bedient ze zich behendig van wat verbale handigheden. ‘Ik zou iets willen toevoegen wat ik nog niet heb gehoord’, begint ze een betoog. Of: ‘Ik denk dat het beter is dat ik daar even op inga’. Om dan vol vuur uit te leggen waarom een patiënt toch echt beter af is mét directe toegang tot zijn dossier.

‘Die voorzichtigheid is nuttig bij patiënten, maar niet als je belangenbehartiger van de zorg wilt zijn’, stelt Marise later. ‘Als arts probeer je je vaak neutraal op te stellen, en open te staan voor allerlei mensen.’ Maar die neutraliteit moet je volgens haar durven los te laten als je een punt wil maken. Als vertegenwoordiger van een nieuwe generatie artsen voelt ze het als haar plicht om haar mening naar voren te brengen; dat was haar reden om bij de cursus aan te haken. ‘Het is nuttig om ons bij het debat te betrekken. Wij zien in de praktijk veel en we hebben inzicht in wat er op de werkvloer gebeurt.’

Beeldend praten

Praat in beelden, leerden de cursisten: wie zijn toehoorder met beeldende voorbeelden verleidt, krijgt ze sneller mee. Of pas de ‘drie V’s’ toe: vertel wat je gáát vertellen, vertel het vervolgens, en vertel ter afronding wát je hebt verteld. Zo breng je je boodschap stiekem drie keer – en in het debat geldt de kracht van de herhaling.

Niet alle deelnemers zien zichzelf meteen de opiniepagina’s van kranten bestormen of het hoogste woord voeren bij Jinek. Maar de debatvaardigheden komen ook van pas op de werkvloer, verwachten sommigen. ‘Dit biedt me meer grond om mijn mening te geven. Artsen werken niet alleen als dokter, maar zitten ook in commissies en besturen. Voor dat werk hebben deze vaardigheden ook veel te bieden’, verwacht mdl-aios Mirjam Severs.

Geneeskundestudent Haselager hoopt dat ze nu zelf haar tanden durft te laten zien ‘als je bepaalde gesprekken voert met je collega’s’, én ‘als je de mogelijkheid hebt om iets toe te voegen aan het maatschappe­lijke debat’. ‘Je moet lef hebben en op durven staan om je standpunt te verdedigen.’ Penningmeester en student Ter Brugge popelt om de publieke barricades op te gaan. ‘Je hoort de mening van artsen nu maar mondjesmaat. Er zitten op dit moment geen artsen in de Tweede Kamer. Dat geeft wel aan dat artsen van zich moeten laten horen.’

Dokters in debat Arts in Spe nr. 4 2017
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.