Nieuws
4 minuten leestijd
ouderen

‘Kwaliteit van zorg centraal stellen’

Plaats een reactie

Jan-Willem Verlijsdonk heeft geneeskunde gestudeerd en een master gezondheidswetenschappen gevolgd. Hij is nu coördinator zorgprocessen oncologie voor de A12 Coöperatie, waar vier ziekenhuizen bij zijn aangesloten: ‘t Lange Land Ziekenhuis, Bronovo Ziekenhuis, Medisch Centrum Haaglanden en Groene Hart Ziekenhuis.

Wat heb je tijdens je studie geleerd over de kosten van de zorg? Hoe keek je er toen tegenaan? Hoe kijk je er nu tegenaan?
In mijn geneeskundestudie heb ik er vrijwel niets over geleerd. Pas tijdens mijn master gezondheidswetenschappen zag ik hoe de zorg wordt. Voor goede gezondheidszorg zijn kwaliteit, toegankelijkheid (fysiek en financieel) en betaalbaarheid belangrijk. Als arts moet je onderlinge spanningsveld tussen deze factoren begrijpen omdat je daar een belangrijke rol in speelt.
Ik heb nog eens nagezocht wat hierover in het oude curriculum zat. Ik vond wel een paar interessante colleges en onderwijsgroepen; maar als student begrijp je nog niet wat de onderlinge verbanden zijn. Dat vind ik het grootste probleem. Bovendien worden deze onderwerpen erg vroeg in het curriculum behandeld, terwijl studenten hier pas meer voor open staan als ze tijdens hun coschappen de praktijk een beetje leren kennen. Het zou dus goed zijn als beleidsaspecten in de laatste jaren van de geneeskundestudie worden behandeld. Dan blijft het beter hangen.
Na mijn master gezondheidswetenschappen heb ik contact opgenomen met de Universiteit Maastricht, en daar aangegeven dat beleid onderbelicht is in het geneeskundecurriculum. In eerste instantie reageerde men erg enthousiast, maar toen het puntje bij het paaltje kwam, viel dit toch tegen. In de commissie die verantwoordelijk is voor het curriculum zou eigenlijk ook iemand moeten zitten die zich sterk voor maakt voor beleidsaspecten, zoals een internist zich sterk maakt voor genoeg fysiologie in het curriculum en een chirurg voor genoeg anatomie.

Waarom heb je zelf voor een andere richting dan arts worden gekozen?
De zorg moet organisatorisch goed functioneren. Het is belangrijk om de kennis van artsen in te zetten om het systeem beter te krijgen. Ik vind de functie van bruggenbouwer erg interessant, daarom ben ik Gezondheidswetenschappen gaan studeren. Artsen realiseren zich te weinig dat er een heel systeem nodig is om goede zorg te kunnen leveren; achter elke arts staan vele anderen om het werk te kunnen uitvoeren, denk aan verpleegkundigen, administratief medewerkers, schoonmakers, et cetera.
De arts heeft in het ziekenhuis een leidinggevend functie. Hij bepaalt veel, op het gebied van logistiek, financiën en verandermanagement. Maar in zijn opleiding heeft hij hierover maar weinig geleerd. Ik werk nu als stafmedewerker in een ziekenhuis, en ik zie dat artsen minder dan de helft van hun tijd besteden aan directe patiëntencontacten. Daarnaast houden ze zich bezig met registratie en verslaglegging, multidisciplinair overleg, vergaderen, management, onderwijs, financieel beheer. Sommige artsen pakken die beleidsmatige taken heel goed op, maar anderen hebben er echt moeite mee. Dat is niet te wijten aan onvoldoende professionaliteit, maar aan een gebrek aan scholing in deze onderwerpen.

Waar gaan kosten in zitten?
De stijging van kosten komt door de vergrijzing, meer en duurdere medische mogelijkheden en de medicalisering van de samenleving: mensen hebben hogere verwachtingen van gezondheid en gezondheidszorg.
De oplossing is volgens mij: kwaliteit van zorg centraal stellen. Je kunt veel efficiënter werken door in te zetten op kwaliteit. Neem bijvoorbeeld de Mayo Clinics in Amerika; daar doen sommige artsen alleen maar bepaalde operaties. Hierdoor zijn er minder complicaties – die duur zijn –, kan zorg gericht worden ingekocht en is de ligtijd voor patiënten korter. Door in te zetten op kwaliteit bespaar je geld. ‘Saving lives, saving costs’, om met president Obama te spreken.

Wat kunnen studenten en coassistenten in de praktijk doen?
Een arts moet ‘nee’ durven zeggen. Als je zeker weet dat iets niet nodig is, moet je niet onnodig diagnostiek of behandeling inzetten. Het is belangrijk om hierover met de patiënt in gesprek te gaan. In Nederland gebruiken een miljoen mensen antidepressiva. Ongelofelijk. Dat is een goed voorbeeld van patiënten tegen wie artsen geen ‘nee’ hebben durven zeggen. Het toont de medicalisering van de samenleving.
Grenzen aan de behandeling van oudere patiënten is ook zo’n onderwerp. Laatst was ik bij een symposium waar Marcel Levi sprak, de voorzitter van de raad van bestuur van het AMC. Hij benadrukte dat het van belang is deze grenzen ook vanuit kwaliteitsperspectief te benaderen. Wil een oudere oncologische patiënt nog zes maanden leven met chemokuren en dus infuuslijnen, bijwerkingen en ziekenhuisopnames of nog drie maanden in relatief goede omstandigheden? Als je eerlijk het gesprek hierover aangaat met zo’n patiënt, kiest deze vaak voor kwaliteit van leven. Het besparen van geld is dan slechts een bijkomend voordeel.
Natuurlijk is voor een arts het geld in zo’n een gesprek nooit het onderliggende motief. De kwaliteit van zorg staat altijd voorop. Tegelijkertijd is het wel van belang zinnig met zorg om te gaan. Niet maximale zorg maar optimale zorg. Het is ook in het belang van de patiënt dat de zorgkosten niet de pan uitrijzen. Je moet voorkomen dat essentiële zorg onbetaalbaar wordt. Als de macrobetaalbaarheid achteruit gaat, gaat dit uiteindelijk ten koste van kwaliteit en toegankelijkheid.

ouderen oncologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.