‘Je moet je strepen wel verdienen’

Ik zag mezelf niet als gevechtspiloot of officier, maar toen ik het beroep vliegerarts ontdekte, heb ik met dat doel gekozen voor de geneeskunde­opleiding. In 2018 zag ik een advertentie van het Defensity College en heb ik gesolli­citeerd. Hier werken studenten vanuit ­allerlei ­studierichtingen. Er wordt een brug ­geslagen tussen hoogopgeleid Nederland en Defensie. Veel hoogopgeleiden weten niet wat er allemaal mogelijk is binnen Defensie.’

Wat doe je als werkstudent?

 ‘Je begint met een militaire training, want je moet je strepen wel verdienen. Ik ben binnengekomen als korporaal, bevorderd tot sergeant en ben nu vaandrig; dat is de hoogste rang die je kunt bereiken als werkstudent. Ik werk ­normaal één dag per week bij de luchtmacht. Op dit moment doe ik hier ook mijn wetenschapsstage. In het Centrum voor Mens en Luchtvaart in Soesterberg onderzoek ik het effect van hoge G-krachten op de kleine luchtwegen. Daarvoor gebruik ik de “menselijke centrifuge”: een machine die heel snel ronddraait. Daarmee wordt een gecontroleerde omgeving gecreëerd. Uiteindelijk is het van toepassing op gevechtsvliegtuigen.’

Is het te combineren met je studie? 

‘Als mijn keuzecoschap voorbij is, combineer ik mijn werk bij Defensie met mijn reguliere coschappen. Met de universiteit heb ik een regeling getroffen dat ik parttime coschappen doe. Ik loop dus wel studievertraging op. Maar het voordeel is dat een dag per week voor Defensie werken prima verdient.’

Je kostje is gekocht bij Defensie? 

‘Ik heb lang gedacht dat ik altijd bij Defensie zou blijven werken, maar nu ik hier tweeënhalf jaar rondloop, twijfel ik daarover. Buiten ­Defensie liggen namelijk ook aantrekkelijke kansen. Het lijkt me bijvoorbeeld cool om bij het European Space Agency te werken en als arts astronaut te worden, zoals André Kuipers. Of als arts meevliegen in een trauma­helikopter. Het voordeel van mijn bijbaan is dat ik al heb kunnen proeven of werken bij Defensie écht bij me past. Als ik niet kies voor een functie als vliegerarts blijf ik sowieso aan als reservist.’