Nieuws
Siham
2 minuten leestijd
Blog

Ik wil niet meer zwijgen

Plaats een reactie

1. ‘Jeetje, het scherm loopt over van de exotische namen.’ De verpleegkundige zucht terwijl ze naar het afdelingsoverzicht kijkt, alsof alleen al het lezen van de namen al haar energie wegzuigt en er niks meer overblijft voor goede patiëntenzorg. Ze zit met haar rug naar me toe gekeerd, de andere verpleegkundige tegenover haar ziet mij zitten en seint haar collega om wat minder hard te praten. Ik wil vragen wat deze opmerking toevoegt aan de zorg van deze patiënten. Maakt het uit dat de patiënt Leila of Lily heet? Ik zwijg.

2. ’Pffff, ze spreekt geen woord Nederlands.’ Ik hoor frustratie in haar stem, het zal wel niet de eerste patiënt zijn met een taalbarrière voor wie deze zorgverlener heeft moeten zorgen. Dat is inderdaad vervelend, want een goede anamnese is toch echt het halve werk in het verlenen van goede zorg. Ik wil uitleggen dat we de context van dergelijke patiënten niet moeten vergeten. Sommigen zijn ongeletterd en op oudere leeftijd naar Nederland gekomen. Zodoende hebben deze mensen slecht tot vrijwel niet de taal kunnen leren. Gelukkig bestaan er opties om toch door deze barrière heen te beuken, zoals de tolkentelefoon, een contactpersoon bellen of een zorgverlener aan z’n jasje trekken die de taal wél spreekt. Ik zwijg.

3. ’Hoe hard ik ook mijn best doe om uit te leggen dat de patiënt nu aan het lijden is en we over moeten op een comfort care-beleid, de familie lijkt het niet te begrijpen.’ De dokter slaat haar ogen neer en is zichtbaar radeloos. Een collega roept dat de medici het laatste woord dienen te hebben hierover en dat het ‘onzin’ is dat familie zo ‘moeilijk’ doet. Ik wil vertellen dat deze familie waarschijnlijk vanuit religieuze perspectieven alles uit de kast wil trekken, maar wellicht niet goed begrijpt dat de beademing nu medisch zinloos is. Een tussenkomst van een geestelijk verzorger zou al enig effect kunnen hebben. Ik zwijg.

4. ’Hoé, zeg je?!’ Hij kijkt mij fronsend aan alsof hij water ziet branden. ‘Als in “ham” van broodbeleg?’ Hij komt zelf niet meer bij van het lachen, maar ik lach in ieder geval niet mee. ‘Je schrijft het met een A, maar spreekt het uit als een E?’ Ik wil uitleggen dat mijn naam uit het Arabisch stamt, waar de eerste letter van het alfabet Elif is. Dat is de Arabische A, die uitgesproken wordt als een E. Ik wil uitleggen dat mijn naam zelfs complexer is dan dat, aangezien de E-klank in mijn naam niet door deze Elif alleen wordt veroorzaakt, maar door het accent op de H-klank. Hierdoor is de uitspraak van het broodbeleg, ham, eerder een lijdend voorwerp, hem. Wederom, ik zwijg.

Etc. etc. etc.

Ik wil niet meer zwijgen, ik wil het gesprek starten. Het bespreken van culturele en religieuze verschillen in de spreekkamer – en binnen het medische team – kan soms een gevoel van ongemak opwekken. Alsof er sprake is van een verwijt of schuldvraag. Om die reden wordt het onderwerp wellicht vermeden. Vooroordelen kunnen onbewust, subtiel en onschuldig voorkomen, wat het bespreekbaar maken juist belangrijker maakt. Het ziekenhuis is immers een verlengstuk van de maatschappij, net zoals in de samenleving sprake is van racisme en discriminatie, is dit ook in onze medische bubbel het geval. In diezelfde lijn kan de BLM-beweging doorgetrokken worden tot in het ziekenhuis: stop racisme en discriminatie in de zorg.

Lees meer van Siham
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.