Huis-tuin-en-keukenarts
Plaats een reactieVan alle coschappen die ik tot nu toe heb gelopen, maakte huisartsgeneeskunde de meeste indruk op me. Dat ik bij de modernste huisarts uit het centrum van Amsterdam meeliep, speelt daarbij een grote rol. Hij deed het precies zoals ik de ideale huisarts voor me zie: consulten online inplannen, veel spreekuur buiten kantooruren om, en een laagdrempelige doch autoritaire attitude. Maar ook: bij het openingsfeest van je nieuwe praktijk een dj plaatjes laten draaien en cocktails serveren in de wachtkamer. Kortom, in meerdere opzichten een voorbeeld. Een inhoudelijk intrigerend verschil met andere specialisaties vond ik het huis-tuin-en-keukenaspect dat bij het huisartsenvak komt kijken. Bij veel vakgebieden zie je de klachtenpresentaties zoals je die ook uit de boeken kent. Hart- en vaatproblematiek, systeemziekten, ontstekingen en meer van zulks. Als huisarts echter, krijg je veel vaker de (psychosociale) ‘caféklachten’ op je bordje. En tja, daar zit je dan weer als groentje in witte jas, zelfstandig consult te draaien. Want dokter, hoe verhelp je snurken? En hoe komt het dat ik roos heb? En de seks met mijn vrouw is ook waardeloos, wat doe ik daar eigenlijk tegen?
Als goede huisarts heb je ook voor die vragen een advies op maat. Neem bijvoorbeeld de ongecompliceerde urineweginfectie. Een echte eerstelijnsklassieker. Vrouw, begin twintig en onder collegetijd in de wachtkamer? Dan durf ik er epidemiologisch gezien mijn hand voor in het vuur te steken dat ze een kwartier later het pand verlaat met een kuurtje nitrofurantoïne. Kwestie van de juiste NHG-Standaard raadplegen. Maar de aanvullende adviezen die je daarbij als huisarts geeft, dié moet je een keer horen om ze te kennen. Bij een ongecompliceerde UWI is dat bijvoorbeeld: altijd plassen na de seks, en veel cranberrysap drinken. En ja, die tips stonden dan weer net even niet in Kumar&Clark’s Clinical Medicine.
Het zijn de klassieke volkswijsheden. Grootmoeders adviezen, oerkennis die generatie op generatie wordt doorgegeven, getest en geperfectioneerd. Heb je bijvoorbeeld last van jeugdpuistjes? Smeer er voor het slapen wat tandpasta op en weg is je puistje de volgende dag! Last van een kwallenbeet? Echt charmant is het niet, maar een flinke straal urine over de beet verlicht de pijn. Geïrriteerde ogen van het zwembadchloor? Een druppel koffiemelk in je ooghoek en je klachten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Hooikoorts? Een potje zoenen helpt je van het niezen af! Schijnt je histaminespiegel te verlagen. Een doodgewone ui kan soms ook wonderen verrichten. Als je er een wespensteek mee afdekt, gaat dat de pijn tegen. En bij eerdergenoemde hoofdroos zou het helpen als je een ui halveert en over je haar uitwrijft. Soort Head&Onion, laat maar zeggen.
Ik vind het altijd fascinerend te bedenken hoe dit soort adviezen zouden zijn ontstaan. Er moet toch een keer iemand met acne vulgaris zijn geweest die dacht: weet je wat, mijn gezicht ziet er toch al uit als een maanlandschap, laat ik het eens insmeren met tandpasta. En waarachtig, het hielp! En zo zal er vast ook wel eens een keer iemand een uur op zijn hoofd hebben gestaan om te kijken of het hem van zijn kalknagels af zou helpen. Wat, gok ik zo, wat minder succesvol was dan het tandpasta-experiment. En op die manier hebben we met z’n allen in de loop der tijd heel wat handige tips verzameld. Prachtige aanvullingen op het arsenaal huisartsadviezen. Empirische huis-tuin-en-keukengeneeskunde, een mooiere vorm van wetenschap bestaat er niet!
Victor Middelkoop,
zesdejaarsstudent geneeskunde LUMC
Meer colums en blogs
- Er zijn nog geen reacties