Nieuws
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
5 minuten leestijd

Een klankbord bij narigheid

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Een niet erg frisgewassen patiënt onder­zoeken, besmeurd raken met braaksel, een rectaal onderzoek. Het ongemak dat je daarbij kunt voelen, bleek een dankbaar gespreksonderwerp voor coassistenten die een gepensioneerde arts als coach kregen tijdens het CoCo-project.

Gepensioneerde artsen hebben veel klinische ervaring, beschikken over voldoende tijd én hoeven een coassistent niet te beoordelen. Dat vormt volgens gynaecoloog niet-praktiserend Flip de Leeuw (voorheen verbonden aan het Alrijne Ziekenhuis in Leiderdorp) en hematoloog Ivan Bank (MC Groep, locatie Lelystad) de grote meerwaarde van deze oudere artsen bij het ondersteunen van studenten geneeskunde tijdens hun coschappen.

Toen De Leeuw en Bank als onderwijscoördinator betrokken waren bij het wel en wee van coassistenten bedachten zij het CoCo (Coassistent-Coach)-pilotproject: laat coassistenten begeleiden door een arts die recentelijk zijn artsenloopbaan heeft beëindigd. ‘We zagen hoe coassistenten aan hun lot werden overgelaten’, aldus Bank over de drijfveer achter het project. De Leeuw: ‘In de hectiek op de werkvloer liet de begeleiding soms te wensen over.’

Vangnet

Voor de pilot selecteerden De Leeuw en Bank acht gepensioneerde artsen, die ervaring en affiniteit hadden met het begeleiden van coassistenten. Aan elke coach-arts werd een groepje van zeven of acht coassistenten gekoppeld. Tijdens hun coschappen kwamen de groepjes en ‘hun’ arts af en toe bij elkaar om te praten over onderwerpen waar ze hun hart over wilden luchten. Ook konden de studenten – als ze dat wilden – een-op-een contact hebben met hun coach.

Van Leeuw en Bank maakten er een onderzoeksproject van, met vragenlijsten die de deelnemers voor, tijdens en achteraf invulden. Een aantal onderwerpen kwam vaak terug in de gesprekken met de coaches, blijkt uit de inventarisatie. Zo legden de coassistenten graag zaken aan hen voor die met een conflict op de werkvloer te maken hadden: van artsen die onderling ruzie hadden tot coassistenten die zelf mot met iemand kregen.

Ivan Bank

‘Het geeft studenten een groot gevoel van veiligheid’

Ook ‘moeilijke patiënten’ en klinische dilemma’s waren reden om de steun van een coach te zoeken. Er werden gesprekken aangeknoopt over de toekomst: hoe verder met studie en loopbaan? En tot enige verrassing riepen dus onderwerpen die de twee onderzoekers scharen onder de noemer ‘smerige zaken’ ook de behoefte aan een luisterend oor op. ‘Het lijkt erop dat veel co’s hierover geen vragen stellen aan hun supervisor’, constateren De Leeuw en Bank. ‘We weten niet of dat is omdat er een taboe op rust, of omdat co’s niet willen dat anderen weten dat ze zich niet op hun gemak voelen over zulke zaken.’

De coaches vormen ‘een klankbord bij narigheid’, vat De Leeuw hun taak samen. ‘Je kunt met iemand praten die tijd heeft, die vriendelijk is en die op geen enkele manier meer betrokken is bij een ziekenhuis. Daardoor kun je vrijuit spreken.’ Dat geeft studenten een groot ‘gevoel van veiligheid’, aldus Bank. De Leeuw: ‘Er is een vangnet. Als er ellende is, is er iemand die achter je staat.’

Het leeftijdsverschil tussen coach en co brengt het risico met zich mee dat studenten het gevoel krijgen dat ‘opa of oma vertelt’. Maar volgens De Leeuw werd dat niet zo ervaren. ‘Coassistenten zagen vooral dat er vertrouwelijk met ze werd omgegaan en dat de artsen met veel kennis en ervaring praatten.’

Flip de Leeuw

‘Als er ellende is, is er iemand die achter je staat’

Rauwe werkelijkheid

‘Een leuke en nuttige aanvulling op mijn coschappen’, noemt een van de (anonieme) deelnemers aan het coachproject de begeleiding door een gepensioneerde arts. ‘Ik vond het heel leuk om, samen met enkele medeco’s, ervaringen uit te wisselen met een specialist in een andere setting dan het ziekenhuis. Hierdoor was er een ongedwongen sfeer en kon je open praten over wat je zoal tegenkwam tijdens de verschillende coschappen.’ Volgens deze inmiddels voormalige co ‘is het veel waard om eens open en eerlijk van gedachten te wisselen met een specialist, zonder dat je daarop wordt beoordeeld.’

Orthopedisch chirurg niet-praktiserend Evert van Langelaan was één van de coaches, na een loopbaan waarin hij al een voorliefde had voor het begeleiden van coassistenten. ‘Er moet iemand zorgen dat ze worden beschermd, dat er iemand voor ze staat.’ Met zijn CoCo-groep kwam hij een keer of vijf samen tijdens de anderhalf jaar durende coschappen, bij voorkeur in een restaurant om een gemoedelijke setting te scheppen. ‘Om hun vertrouwen te winnen vertelde ik wat er in mijn tijd als specialist niet goed ging. Ik wilde laten zien dat complicaties nu eenmaal voorkomen en niet 100 procent vermijdbaar zijn.’

Evert van Langelaan

‘Het eerste wat telkens ter sprake werd gebracht, was de arrogantie binnen het academisch ziekenhuis’

‘Dan kwamen ze met hun eigen verhalen. Het eerste wat telkens ter sprake werd gebracht, was de arrogantie binnen het academisch ziekenhuis. Maar ook de fysieke kant van het artsenvak, van het aan vreemde mensen zitten, tot de vermoeidheid door de lange dagen die je maakt. De rauwe werkelijkheid maakt toch indruk op coassistenten na al die jaren theorie uit boekjes. Je kunt luisteren, adviseren, uitleggen dat sommige dingen bij het vak horen en dat je daar een hardheid voor kunt ontwikkelen zonder je menselijkheid te verliezen.’

Na het interviewen van de deelnemende studenten en een controlegroep die het zonder coach moest stellen, constateerden initiatiefnemers De Leeuw en Bank dat de begeleide studenten minder stress ervoeren tijdens hun coschappen dan de coachloze studenten. ‘Niet nodig, wel fijn’, vatten sommige deelnemers hun ervaring samen. De Leeuw en Bank presenteerden de bevindingen van hun pilot deze zomer op een symposium over de begeleiding van coassistenten. De twee leggen op dit moment contact met faculteiten en studentenorganisaties om de pilot een vervolg te geven. Bank: ‘Het is geen vervanging van mentorschappen of studieadviseurs, maar een aanvulling daarop. Het is begeleiding door iemand die zich kan inleven in wat op de werkvloer gebeurt.’

  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen (1974) is sinds 2016 journalist bij Medisch Contact, inmiddels met het vizier op onder andere opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt. Is gefascineerd door zieke dokters en artsen die even minder succesvol durven te zijn. Kleijne werkte eerder als verslaggever voor regionale dagbladen en een energiekrant, en schreef voor MC over financiële en politieke artsenzaken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.