Nieuws

Een broekie in een witte jas

1 reactie

Studenten starten liefst in het vierde jaar met coschappen


Geneeskundestudenten in Utrecht beginnen al in hun derde jaar met hun coschappen. Ook andere faculteiten willen de start van de coschappen vervroegen. Het KNMG Studentenplatform peilde de mening van studenten over vroege coschappen.

"Daar sta ik dan. Onwennig, in een witte jas, mijn zakken vol met doktersattributen. Van een afstandje lijk ik al een echte dokter; maar gelukkig ziet niemand mijn knikkende knieën. Na iets meer dan twee jaar geneeskunde begin ik vandaag aan mijn eerste coschap: interne geneeskunde. Het echte werk gaat beginnen."

Professioneel gedrag
Een student geneeskunde moet over meer beschikken dan alleen medische kennis en vaardigheden. Een dokter moet ook goed met patiënten kunnen communiceren, professioneel gedrag vertonen en wetenschappelijk kunnen denken. Basiskennis, klinische vaardigheden en attituden worden tegenwoordig meer dan voorheen in het curriculum geïntegreerd. Zo doen studenten al vroeg in de opleiding klinische ervaring op met communicatie, professioneel gedrag en medisch-technische vaardigheden. Daardoor beginnen ze in het vierde of vijfde jaar beter voorbereid aan hun coschappen.

In 1999 begon het Universitair Medisch Centrum Utrecht met een nieuw curriculum, CRU’99. Sindsdien starten studenten in Utrecht al in het derde jaar met de coschappen. Ze lopen dan twee algemeen medisch coschappen van elk zes weken bij interne geneeskunde en bij chirurgie. Daarnaast volgen ze nog dertig weken theoretisch onderwijs. Tijdens deze coschappen oefent de student in het afnemen van een anamnese, het uitvoeren van lichamelijk onderzoek en het communiceren met patiënten.

Utrecht is nu de enige faculteit in Nederland waar coschappen in het derde jaar beginnen. De andere medische faculteiten hebben de coschappen echter ook naar voren geplaatst in het curriculum. De bachelor-masterstructuur speelt hierbij een rol. Faculteiten die in het vijfde jaar met de coschappen begonnen, starten na invoering van de bachelor-masterstructuur in jaar vier met de coschappen. Maar hoe denken de studenten hierover? Het KNMG Studentenplatform peilde hun mening (zie kader).




Landelijke Studenten Enquête KNMG Studentenplatform
Het KNMG Studentenplatform heeft van maart tot en met april 2008 een onderzoek gehouden onder studentleden van de KNMG. Voor de enquête zijn studentleden via e-mail benaderd. We hebben ze gevraagd naar hun mening over het vervroegen van de coschappen, het startjaar van voorkeur, het gevoel voldoende voorbereid te zijn bij aanvang van de coschappen en het voornemen (en de reden) om de coschappen uit te stellen. Van de 8675 benaderde studenten hebben er 1695 de vragenlijst volledig ingevuld (respons 19,9%). Het respondentenprofiel was representatief voor faculteit, geslacht en studiejaar.




Uit de enquête blijkt dat de studenten de huidige situatie redelijk bevredigend vinden. Op de vraag of ze vinden dat ze klaar zijn voor hun coschappen op het moment waarop dat in het curriculum begint, antwoordt 64 procent positief; 15 procent zegt niet klaar te zijn en 21 procent heeft geen mening.
Over vroege coschappen zijn de meningen verdeeld. Ruim de helft (56%) vindt vroege coschappen geen goede ontwikkeling en 44 procent is er wel positief over.


Onder de knie
De voordelen van vroege coschappen zijn divers. "Je leert omgaan met artsen, verpleegkundigen en patiënten. Dat is een zeer goede voorbereiding op verdere coschappen. Je hoeft nu immers nog niet alles onder de knie te hebben", zegt één van de studenten. Ander onderzoek bevestigt dit; studenten voelen zich het beste voorbereid op de coschappen als klinische vaardigheden al vroeg in het curriculum worden geïntroduceerd.1 Daarnaast krijgen studenten eerder inzicht in de gevolgen van het ziekteproces voor een patiënt. Door al vroeg praktijkervaring op te doen, komen ze er bovendien snel achter of ze de juiste studie hebben gekozen.

Leren in de praktijk gaat vaak sneller en efficiënter dan het stampen van droge boekenstof. Professor ter Braak, internist en hoogleraar medisch onderwijs, die in Utrecht de derdejaarscoschappen heeft helpen ontwerpen en implementeren: "De manier van leren is veranderd. Doordat er in de eerste twee jaar van het Utrechtse curriculum meer tijd is ingeruimd voor onderwijs in klinische vaardigheden en attitude, zijn de studenten in hun derde jaar beter voorbereid op de coschappen dan hun ouderejaars collega’s van eerdere curricula."

Zowel Utrechtse studenten als docenten zijn positief over de vroege coschappen.2 De studenten zelf achten zich vooral competent in het communiceren, maar vinden wel dat hun kennis en vaardigheden beter kunnen. Ter Braak: "Derdejaarscoschappen zijn een aanwinst voor een modern geneeskundecurriculum dat zich kenmerkt door verticale integratie, maar daarvoor is goede voorbereiding en adequate begeleiding van de jonge co's essentieel. De begeleiding van co’s en de scholing van de begeleiders kan nog beter en gedetailleerder."

Studenten oordelen positief over vroege coschappen omdat er veel ervaring kan worden opgedaan (62%). Bovendien zijn ze praktisch bezig (62%) en vinden ze dat ze meer leermogelijk­heden hebben (37%).

Parate kennis
Het negatieve oordeel van studenten over vroege coschappen komt vooral door het gevoel niet voldoende voorbereid te zijn (83%) en doordat ze zich te jong voelen (40%). Dat hun sociale leven op een lager pitje komt te staan, is van ondergeschikt belang (15%).

Studenten hebben in plaats van vier, maar twee jaar theoretisch onderwijs achter de rug als ze bij het UMCU de kliniek ingaan. Minder basiskennis kan ertoe leiden dat de studenten moeite hebben om de praktijk te begrijpen.

Uiteraard doet een student veel kennis op in de kliniek, maar een zeker basiskennisniveau is onmisbaar om klinisch te kunnen redeneren en ziektebeelden te kunnen herkennen en begrijpen.

Een Utrechtse student zegt over zijn vroege coschappen: "Ik was er toen niet klaar voor en hobbelde er dus achteraan. Ik was nog te onervaren om de theorie in de praktijk toe te passen." Vanwege het gebrek aan parate kennis hebben de jonge co's meer begeleiding nodig. Een tijdrovende bezigheid voor de drukke artsen.

Naast de gebrekkige kennis kan ook onvoldoende beheersing van klinische vaardigheden en attitude voor problemen zorgen. Kan een twintigjarige omgaan met emotionele reacties van patiënten op ziekte en dood? En is een jonge coassistent bestand tegen al het leed dat op hem afkomt? Meer dan vier op de tien studenten vinden zichzelf te jong voor vroegere coschappen.

"Vroege praktijkcontacten zijn oké, maar coschappen impliceren dat je ook als coassistent moet werken, met verplichtingen en verwachtingen. Jaar drie is daarvoor te vroeg", aldus één van de ondervraagde studenten. "Als patiënten worden behandeld door studenten met onvoldoende kennis, neemt het aanzien van het vak bij patiënten af", meent een ander.

Landelijke invoering van vroege coschappen kan ertoe leiden dat een deel van de studenten er een periode tussenuit gaan voordat zij met de coschappen beginnen. Op dit moment stelt al 28 procent de coschappen uit. De kans is groot dat dit aantal toeneemt als de vroege coschappen algemeen worden ingevoerd. Dit heeft lege plekken in cogroepen tot gevolg, wat tot logistieke problemen kan leiden.

De meeste studenten (53%) vinden jaar vier het gewenste aanvangsmoment van de coschappen, ruim een op de vijf studenten (24%) wil in jaar vijf starten (grafiek 2). Slechts 22 procent kiest voor jaar drie als aanvangsmoment. Opmerkelijk is dat het merendeel van de Utrechtse studenten (69%) in het derde jaar met de coschappen wil starten. Wellicht dat deze uitkomst wordt bepaald doordat studenten bewust voor Utrecht hebben gekozen. Een andere reden kan zijn dat de praktijk blijkt mee te vallen en studenten wel voldoende zijn voorbereid.

Het Studentenplatform vindt dat aankomende geneeskundestudenten zouden moeten kunnen kiezen om wel of niet in Utrecht te studeren. Het Studentenplatform wil er echter wel voor pleiten het aanvangsmoment van de coschappen niet verder te vervroegen. Studenten willen nu eenmaal niet als een broekie aan het bed staan. 


Samenvatting
- Naast Utrecht starten ook faculteiten in andere steden eerder in het curri­culum met coschappen.
- Studenten vinden zich nu bij het in het curriculum vastgelegde aanvangs­moment van de coschappen voldoende voorbereid.
- De mening over het volgen van coschappen in het derde jaar is verdeeld. 
- De meeste studenten starten het liefst in het vierde jaar met de coschappen.
- Het aanvangsmoment van de coschappen mag niet verder worden vervroegd, vinden de studenten.




Literatuur
1. Whipple ME, et al. 'Early introduction of clinical skills improves medical student comfort at the start of third-year clerkships'. Academic Medicine. 2006; 81: S40-3. 
2. Kamalski MA, et al. 'Early clerkships'. Medical teacher. 2007; 29: 915-20.



Lidewij Warris, student geneeskunde LUMC
Monique Heeren, coassistent en student Nederlands recht UMCN St Radboud/RU
Judith Hanemaayer, coassis­tent UMCU
Jeantine de Feijter, arts en promovendus Interne Geneeskunde en Onderwijs AZM

Correspondentieadres: secretarisstudentenplatform@fed.knmg.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.



PDF van dit artikel

Medisch Contact 1 2009

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • James

    , nKAmuBYFpoU

    Complimenten voor deze samenvatting.Ik zou er aan wllein toevoegen dat mest een bron van transmissiemogelijkheden is van zof6nosen. Vooral de open mesthopen en uitgereden mest vormen een gevaar in Nederland.Daar moet dringend iets aan worden gedaan ...in den Haag.Kamerleden en ministers die er hun ogen voor sluiten vanwege economische belangen, gedragen zich onvergeeflijk slordig of erger. Ik voorzie grote groepen gedupeerden die hoge claims gaan indienen bij de overheid.Bedragen die uiteindelijk zullen moeten worden opgebracht door juist: de belasting en premie- betaler.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.