Nieuws
Avin Ghedri
Marijn Groen
6 minuten leestijd
social media

#DOKTERSOPSOCIALMEDIA

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Foto’s van een wild studentenfeest met bier in je hand of video’s waar je onbezorgd in bikini een dansje doet, kunnen zomaar het eerste beeld zijn dat een toekomstige opleider, collega of patiënt van jou ziet. Wat betekent het om dokter te worden of te zijn in de tijd van social media?

Als je googelt op je eigen naam, wat kom je dan tegen? Via je Facebook-account tot Instagram, LinkedIn, Twitter of misschien Pinterest ben je terug te vinden. Het gebruik van Facebook, zeker onder jongeren, daalt weliswaar, maar Instagram wordt juist populairder en ook WhatsApp is erg gewild.

Getty Images
Getty Images

Je telefoon is tegenwoordig onmisbaar voor je sociale contacten en online deel je met de rest van de wereld wat je bezighoudt. Hierin kun je onderscheid maken in wie het mag lezen, maar onlangs werd ook duidelijk dat Mark Zuckerberg deze privacybeloftes niet kan nakomen. En wat eenmaal online staat, staat voor altijd online.

Zulke foto's staan ook nog online als je straks werkzaam bent als arts

Universiteiten haken ook in op het veelvuldige gebruik van social media onder geneeskundestudenten. In Maastricht wordt in het tweede jaar een college over professioneel gedrag gegeven, waar ook social-mediagebruik aan de orde komt. Een van de slides die veel indruk achterlaat, is samengesteld uit een twintigtal foto’s van de collegevolgers. Openbare foto’s van artsen in spe in bikini, met cocktails of een biertje, of in aangeschoten toestand. Dit maakt indruk, laat een van de Maastrichtse studenten weten. Deze foto wordt zonder toestemming gebruikt en vervolgens ziet de hele collegezaal het. Studenten worden zich hierdoor bewust van de gevolgen van deze acties en dat de studie een bepaalde verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Zulke foto’s staan ook nog online als je straks werkzaam bent als arts.

KNMG-handreiking

De KNMG heeft de belangrijkste digitale valkuilen en kansen voor artsen op een rij gezet in de handreiking ‘Artsen en Social Media’.

• Gebruik de regels van je beroepsgeheim ook in social-mediagebruik.

• Geen vrienden met patiënten worden.

• Onderscheid informatie in privé en openbaar en bepaal daarvan of je het kunt delen.

• Besef de reikwijdte van een bericht op social media.

• Praat over het effect van werk en social media met je vrienden, studiegenoten of collega’s.

• Bedenk wat de consequenties kunnen zijn voor je toekomstige banen.

Geen ‘kijk mij nou’-show

‘Blijf schoon op het internet en zorg dat je geen track record hebt’, beaamt Rob Fijnheer, internist-hematoloog in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort en opleider voor interne geneeskunde. Hijzelf kijkt bij sollicitanten voor interne geneeskunde in opleidingscluster Utrecht niet op social media. ‘We doen geen Google-search’, lacht hij. Facebook, Instagram en zelfs Linkedin worden niet geraadpleegd. ‘Wel controleren we wetenschappelijke artikelen die vermeld worden op het cv op PubMed; soms kom je dan onwaarheden tegen. Wees dus eerlijk over je wetenschappelijke activiteiten! Een abstract op een congres is geen artikel.’

Derdejaarsaios interne geneeskunde Anna Verhulst vindt LinkedIn juist een must: ‘Ik denk dat het er anno 2020 gewoon bij hoort dat je een online-cv hebt zoals bij LinkedIn het geval is, zeker ook als coassistent.’ Zelf kon zij via haar social-media-aanwezigheid aansluiten bij leuke projecten omdat de juiste mensen haar door haar onlineprofiel wisten te vinden. ‘Social media zijn geen grote “kijk mij nou”-show, je moet het gebruiken om te laten zien wat jij leuk en belangrijk vindt; zo weten de juiste mensen jou ook te vinden en kom je op heel bijzondere plekken.’

'Het bekijken van socialmedia verschilt per opleider'

Je online-imago is dus belangrijk, maar voor je opleidingsplek is het geen belangrijke factor, aldus Fijnheer. ‘De opleidingscommissie beoordeelt je cv en motivatiebrief, en let op of je een goede dokter bent, of je kunt samenwerken en wat je verder in je carrière hebt gedaan: wetenschap, organisatie of onderwijs.’ Vanuit elk ziekenhuis uit de opleidingscluster zit een opleider in de regionale opleidingscommissie die beslist wie voor de opleiding wordt aangenomen. Natuurlijk verschilt het bekijken van social media per opleidingscluster en ook per persoon. ‘Wij kennen bijna iedereen die solliciteert persoonlijk via een aniosschap of promotie; dat persoonlijke contact maakt verschil. Niet de social media.’

Tips & tricks voor jouw aanwezigheid op social media

LinkedIn is een must voor een coassistent: niet veel werk, dus gewoon doen.

• Schrijf altijd onder je eigen naam en durf te staan achter wat je opschrijft.

Anonimiseer altijd: verander herleidbare kenmerken, dus verzin uiterlijke kenmerken, verander de chronologie.

• Vergeet niet dat je een maatschappelijke rol hebt als arts (in spe).

Bedoeld als grapje

Hoewel we dagelijks berichten posten op social media, is het risico ervan niet altijd duidelijk. Zo bleek dit bij de Facebook-pagina Co-assistent Confession nadat ze een bericht postten over patiënten met fibromyalgie. Wat bedoeld was als grapje – een fake scoringslijst om fibromyalgie te diagnosticeren, zie MC 06/2017:8 – werd niet goed opgevat door volgers van de pagina én door de patiëntengroep zelf.

'Er ontstond een sneeuwbaleffect van steeds akeligere opmerkingen'

Ook Doa Shaikhani, masterstudent healthcare management, blogger, schrijfster en oprichter van het populaire zorgplatform Dokter Do heeft weleens negatieve ervaringen gehad met social-mediagebruik. ‘Ik plaatste eerst ook foto’s van mezelf op mijn Facebook-pagina; op een van die foto’s stond het logo van een ziekenhuis waar ik een coschap liep. Toen kreeg ik van iemand een berichtje met de beschuldiging dat ik in een van mijn blogs het ok-verslag van haar moeder in geuren en kleuren had beschreven, wat absoluut niet waar was.’ Wat volgde voor Shaikhani was een lang traject waarin HR-afdelingen, stafleden en haar epd-zoek­historie de revue passeerden. ‘Ik heb veel steun gehad van de artsen en het kwam goed. Wat ik heb geleerd is om altijd te anonimiseren en geen foto’s van mijn coschappen meer te plaatsen.’ Ook bij Verhulst ging het een keertje mis. ‘Er was een blog waar ik een bepaalde mening over had; dit heb ik zonder nadenken op Twitter gezet. Er ontstond toen een sneeuwbaleffect van steeds akeligere opmerkingen over de betreffende blogger. Ik heb er nachten van wakker gelegen dat het zo is gegaan. Ik heb er toen onvoldoende bij stilgestaan.’

Positief commentaar

Dit betekent echter niet dat je halsoverkop alle social media moet verwijderen, want aan social media zitten ook positieve kanten. Zowel Shaikhani als Verhulst heeft dit zo ervaren. ‘Ik heb veel goede vrienden door Facebook en Instagram leren kennen. Het is daarnaast een continue publiekelijke zelfreflectie als je je ervaringen deelt op social media’, aldus Shaikhani. Niet alleen via het net, maar ook op de polikliniek krijgt Verhulst positief commentaar. ‘Van patiënten die zeggen “wat een leuk stuk in het AD”, tot patiënten die terloops aan de telefoon zeggen “O, ik zag iets leuks voorbij komen op Twitter van u”.’ Dat Twitter veel teweeg kan brengen bleek ook toen Verhulst na haar nachtdienst een tweet plaatste die zelfs de krant haalde. ‘Jonge arts Anna scoort met menselijke tweet’ kopte het AD dat haar hierover interviewde. Verhulst zelf blijft hier bescheiden onder. ‘Ik vind het lastig, ik krijg veel lof voor iets wat niet alleen mij toekomt; ik deel het om iets moois te delen. Maar ik ben niet de enige die dit doet, dagelijks doen al mijn collega’s dit, zij delen het alleen niet.’

En zo blijkt maar weer: van Facebook naar Instagram naar Linkedin en Twitter: social media hebben vele nadelen, maar als je weet hoe je ze moet gebruiken, kan het je ook veel moois brengen. 


Doa Shaikani

(30 jaar), masterstudent healthcare management

Loopbaan: bachelor geneeskunde (2010-2014) in Rotterdam, 2015-2018 master geneeskunde

Nevenfuncties: oprichter van zorgplatform DokterDo, schrijfster van blogbundel Dokter Do, winnares VIVA400 award.


Anna Verhulst

(28 jaar), aios interne geneeskunde

Loopbaan: geneeskunde (2010-2016) in Maastricht, anios interne geneeskunde Meander Medisch Centrum Amersfoort (januari 2017-oktober 2017), aios interne geneeskunde cluster Utrecht (oktober 2017-heden).

Nevenfuncties: columnist en lid raad van advies Medisch Contact, oprichter Dokters in Debat.


Rob Fijnheer

(59 jaar), internist-hematoloog

Loopbaan: geneeskunde (1979-1986) in Amsterdam AMC, promotieonderzoek bij Sanguin (1986-1989), opleiding tot internist-hematoloog UMC Utrecht (1989-1997), staflid UMC Utrecht (1997-2005), staflid en waar­nemend opleider Jeroen Bosch Ziekenhuis (2005-2010), staflid en opleider Meander Medisch Centrum Amersfoort (2010-heden).


Download dit artikel (PDF)

social media
  • Avin Ghedri

    Avin Ghedri is aios interne geneeskunde in het St Antonius ziekenhuis.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.