Depressie opsporen met Facebook
Plaats een reactie‘Face your problems, don’t Facebook them.’ Het begint een bekende uitspraak te worden onder jongeren die zich storen aan oversharing van persoonlijke sores op social media. Maar, zegt Jan Hoffman in een artikel in The New York Times, sombere uitlatingen op internet kunnen ook nuttig zijn, namelijk om depressie onder jongeren tijdig op te sporen.
De auteur haalt een onderzoek aan van Megan Moreno e.a., waaruit blijkt dat bijna een kwart van de studenten die op Facebook zitten wel eens statusupdates plaatst die wijzen op een depressie. De onderzoekers bekeken een jaar lang de Facebook-profielen van tweehonderd studenten aan de universiteiten van Washington en Wisconsin-Madison.
De studenten die voldeden aan de criteria voor depressie, vertelden hun Facebook-vrienden over neerslachtigheid, slaapproblemen, besluiteloosheid, een gebrek aan energie, het gevoel waardeloos te zijn en anhedonie. 2,5 procent van de studenten voldeed aan de DSM-criteria voor een major depressive episode.
Slechts een derde van de studenten die rapporteerden zo depressief te zijn dat ze beperkt waren in hun functioneren, zocht hulp. Dat wijst er volgens Moreno e.a. op dat er op depressie nog een stigma zit. Gezien de prevalentie van depressie en de mogelijke gevolgen ervan, zoals suïcide, zijn er volgens hen dringend nieuwe manieren nodig om depressieve jongeren te bereiken. En sociale netwerken kunnen dan nuttig zijn.
Wonnie Lo-A-Foe
Depression and Anxiety 2012; 28:447-55: Feeling bad on Facebook: depression disclosures by college students on a social networking site
Het artikel in The New York Times: Trying to Find a Cry of Desperation Amid the Facebook Drama
Ga naar Arts in Spe op Facebook
Lees ook:
- Therapie via internet
- ‘Staat ie niet op Facebook?’
- Leren van de twitterende patiënt
- Social media risicovol voor artsen
- Meer nieuws

- Er zijn nog geen reacties