Nieuws
studeren

Decentrale selectie komt eraan

1 reactie

Voorlopig gaat het overal anders

Steeds meer universiteiten selecteren hun studenten decentraal. Over enkele jaren zal er zelfs geen landelijke loting meer bestaan. Hoe gaat dat selecteren eigenlijk in zijn werk? En hoe ging dat vroeger? Floor Verhoef en Maartje Conijn

In de jaren zestig groeide het aantal geneeskunde­studenten flink en ontstond er een tekort aan studieplekken. De Tweede Kamer boog zich over het onderwerp en besloot, om het hoofd te bieden aan al die studenten, een extra geneeskundefaculteit te openen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Dit bood echter maar een tijdelijke oplossing: de studieplekken werden opnieuw schaars. Uiteindelijk werd in 1972 de centrale loting ingevoerd. Studenten werden hierbij aan de hand van hun eindexamencijfers ingedeeld in groepen en, via loting, geselecteerd voor de opleiding. Het meerdere malen uitloten van Meike Vernooy, een studente met een 9,6 gemiddeld, zorgde ervoor dat in 2000 de loting werd aangepast. Scholieren met een 8 of hoger kregen vanaf dat moment direct toegang tot de opleiding. Daarnaast konden universiteiten ervoor kiezen om 50 procent van hun eerstejaars decentraal te selecteren. Universiteiten mochten voor deze groep zelf de methode van selectie bepalen. De Erasmus Universiteit was de eerste die startte met het decentraal selecteren van haar studenten. Op dit moment maken zes van de acht medische faculteiten gebruik van een decentrale selectie.
Nu staan er opnieuw veranderingen op stapel. Vanaf dit studiejaar mogen universiteiten álle studenten decentraal selecteren. En vanaf 2015 wordt de loting afgeschaft en zijn de universiteiten verplicht al hun studenten decentraal te selecteren.

Sterke verschillen
De universiteiten moeten dus in de toekomst de beste studenten via decentrale selectie binnen weten te halen. De huidige manieren van selecteren blijken echter sterk van elkaar te verschillen (zie overzicht). De ene universiteit hecht veel waarde aan je cv en motivatie, terwijl de andere puur op kennis selecteert. Lisa van der Werff uit Nijmegen (eerstejaars) vertelt: ‘Ik vond het fijn dat er een kennistoets was, waarbij je jezelf kon voorbereiden. Aan de andere kant weet ik niet of deze methode wel helemaal eerlijk is. Iemand die goed kan leren en die goed een essay kan schrijven, hoeft natuurlijk nog geen goede arts te worden.’ Anniek Raaijmaakers uit Maastricht (tweedejaars) vond het prettig dat zij haar cv en motivatie in kon zetten bij de decentrale selectie: ’Ik vond het opstellen van een portfolio, met referenties en een motivatiebrief, heel goed. Je krijgt daardoor de mogelijkheid om te beargumenteren waarom je graag geneeskunde wilt doen en je enthousiasme over de opleiding toelichten.’
De verschillende selectiemethodes kunnen ook doorslaggevend zijn voor de keuze van de stad. Lisa: ‘Als ik heel eerlijk ben, heb ik alleen vanwege de decentrale selectie voor Nijmegen gekozen. Die leek me het makkelijkst, omdat je het in eigen hand hebt. Mijn cv was niet goed genoeg, dus toen bleef eigenlijk alleen Nijmegen over.’ Voor Anniek was de methode van selecteren minder doorslaggevend: ‘Ik heb voor Maastricht gekozen, omdat het probleemgestuurd leren mij heel erg aanspreekt. Nadat ik twee keer ben uitgeloot, heb ik me opgegeven voor de decentrale selectie, omdat ik hier al twee jaar had gestudeerd.’
Utrecht en Leiden zijn de enige universiteiten die (nog) niet meedoen aan de decentrale selectie. Vanaf het studie­jaar 2014-2015 zal ook Leiden decentraal gaan selecteren. Hoe zij dit gaan doen is nog niet bekend. Omdat in Utrecht jaarlijks de helft van de eerstejaars wordt toegelaten met een 8 gemiddeld, hebben zij decentrale selectie nooit nodig gevonden.

Standpunt KNMG Studentenplatform
Op dit moment kun je in bijna elke stad terecht voor de decentrale selectie. De manier waarop geselecteerd word verschilt echter sterk per universiteit. Nu de loting afgeschaft gaat worden vindt het KNMG Studentenplatform het belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt naar de verschillende manieren van selecteren zodat in de toekomst een wetenschappelijk onderbouwde methode gehanteerd kan worden, en de selectie aan de deur inderdaad leidt tot betere artsen in de toekomst!


<b>PDF van dit artikel</b>
studeren decentrale selectie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W. Perini

    , Amsterdam

    Het AMC werkt sinds vorig jaar met multiple mini interviews in plaats van een gesprek. Vorig jaar was dit in de vorm van twee simulatiepatiënten (SEH en huisarts) en een opdracht over kritisch redeneren.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.