De vaardigheid ‘afstomping’
Plaats een reactieTijdens de dagelijkse visite op de afdeling lopen we langs een 52-jarige man. Over een week krijgt hij euthanasie. Uitgezaaide kanker, is de diagnose. Ik vind de man er wat onverzorgd uitzien en signaleer direct het pakje sigaretten dat onder in het nachtkastje ligt.
Tijdens het bespreken van de standaardlabwaardes dwaal ik af. In de vensterbank staat een foto van een man, strak in pak met een stralende vrouw aan zijn zijde. Hij lijkt in niets op de man die voor me ligt. Ik betrap mezelf op de vooroordelen die ik had bij binnenkomst.
De verpleegkundige en arts-assistent overleggen over een juist moment om de maagsonde te verwijderen. Ergens in de middag, is de conclusie. De patiënt gaat wat rechterop in bed zitten en schraapt zijn keel. ‘Ik snap heus dat jullie meer te doen hebben, echt waar, er liggen hier genoeg patiënten. Maar sinds deze ochtend besef ik dat ik de dagen kan gaan aftellen. Ik denk niet eens meer in dagen of uren, ik denk nu in kwartieren. Dus kunnen we alstublieft een specifieke tijd afspreken om de maagsonde eruit te halen?’ Ik zie dat we alle drie even moeten schakelen. De directe bewoording van zijn naderende einde haalt ons uit de dagelijkse routine van de visite. Zijn woorden sudderen na. We spreken om drie uur af.
Tijdens de lunch denk ik terug aan de patiënt. Een kwartier waarin ik onbenullig op brood kauw, is voor de patiënt een kwartier minder om te leven. Het zet me met beide voeten op de grond, maar voor ik het weet ben ik weer verzeild in een gesprek over de plannen aankomend weekend. De lach keert snel terug op mijn gezicht en ik geef me eraan over. Het is tenslotte vrijdag.
In de bachelorjaren is het vaker tegen ons gezegd: in de loop der tijd zul je steeds meer van je empathie verliezen. Grafieken en onderzoekscijfers werden ons getoond. Om ons te waarschuwen? Of om ons mee te geven dat dit oké is? Empathie verliezen, dacht ik destijds, hoe kun je iets verliezen dat van nature bij de mens past (althans, bij de meeste mensen)? Ik kon me niet voorstellen dat mij dit zou gebeuren. Nu, inmiddels in mijn laatste jaar van de opleiding, blijkt dit iets wat ik niet kan ontkennen. Verdriet en ongeluk van patiënten lijken mij minder te raken. En daar schrik ik soms van. Is het een overschot aan medisch enthousiasme of is de afstomping echt in gang gezet?
Het is niet dat een overlijden of een slechtnieuwsgesprek mij niet meer raakt. Integendeel, maar het is wel een besef dat ik de emoties buiten mezelf kan plaatsen. Bovenal, ik kan het loslaten. Dit lijkt misschien een verlies van empathie, maar dat is het niet. Het is een vaardigheid waarvan ik eerder had willen weten dat ik hier niet bang voor hoefde te zijn.
Meer van Leanne- Er zijn nog geen reacties