‘De toekomst vraagt om meer generalisme’
1 reactieDe wereld van 2024 is niet die van 2035. Want er verandert veel en in hoog tempo. Daarom buigt het College Geneeskundige Specialismen (CGS) van de KNMG zich over de vraag of de ordening van de specialismen in 2035 nog goed aansluit op de wensen van de maatschappij, de patiënten én de dokters.
Er valt steeds meer te kiezen voor studenten geneeskunde. ‘Waar artsen in bijvoorbeeld 1964 uit ongeveer 20 geneeskundige vervolgopleidingen konden kiezen, zijn er nu 47 erkende profielen en geneeskundig specialismen’, vertelt Marielle Jambroes. Zij is voorzitter van het CGS, het orgaan van de KNMG dat onder andere gaat over het instellen en opheffen van specialismen en profielen. ‘Er is dus een trend te zien naar specialisatie. Door regelgeving op te stellen voor het erkennen van een specialisme of een opleiding, zoals het CGS doet, kunnen we die expertise vastleggen en daar kwaliteitscriteria aan verbinden. Zo werken we eraan mee dat de patiënt goede zorg krijgt.’
Andere expertise
De toenemende specialisatie heeft geleid tot enorme vooruitgang in de zorg en een langere levensverwachting. ‘Mensen blijven langer leven en hebben steeds vaker meerdere chronische ziektes, zoals kanker of een hart- en vaatziekte. Dat vraagt om een andere expertise’, legt Jambroes uit. ‘Nu zien we al die ziektes nog als losse onderdelen, terwijl ze vaak met elkaar samenhangen. Ook vindt steeds meer zorg plaats buiten het ziekenhuis en instellingen, en ouderen blijven langer thuis wonen.’
Meebewegen
Maar ook de wensen van jonge artsen zijn veranderd. Jambroes: ‘Artsen van nu willen een goede werk-privébalans. Ze hechten waarde aan flexibiliteit in hun loopbaan en willen bijvoorbeeld makkelijker kunnen switchen tussen werkvelden. Verder vinden professionals autonomie belangrijk. Daar moet het specialismestelsel in meebewegen.’ Zeker omdat er nu al knelpunten ontstaan, schetst ze: ‘We zien dat superspecialisten zich niet meer bekwaam voelen om avond-, nacht- en weekenddiensten te doen buiten hun eigen superspecialisme. Hierdoor is het moeilijk om de dienstroosters rond te krijgen.’
‘Artsen hébben al een mooi vak, en dat wordt er alleen maar leuker op’
Afhaken
Een andere zorg is dat de basisstudie geneeskunde nog steeds heel populair is, maar studenten daarna afhaken. Het enthousiasme om een vervolgopleiding te doen neemt af. Vorig jaar publiceerde de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) hierover al een visie voor verandering. ‘Ook zij signaleren dat de route van student geneeskunde naar geneeskundig specialist niet optimaal verloopt. Basisartsen die als arts niet in opleiding tot specialist (anios) gaan werken, moeten lang wachten op een opleidingsplek en één op de vijf heeft tijdens de opleiding klachten die op burn-out wijzen.’
Zorgvragen
De noodzaak tot verandering is duidelijk. ‘Als je kijkt naar welke zorg nodig is straks en welke wensen huidige en toekomstige generaties artsen hebben, zou je een stelsel willen dat zich meer richt op de meestvoorkomende gezondheidsproblemen’, vindt de CGS-voorzitter. ‘Begrijp me goed: de expertise van de superspecialist blijft ook nodig, maar in mindere mate dan nu. De nadruk ligt op generalisme, vanuit een beperkt aantal kernspecialismen die zich richten op veelvoorkomende zorgvragen.’
Eerder instromen
Die focus op de breedte levert belangrijke voordelen op. ‘De kernspecialisten kunnen zich beter richten op de meestvoorkomende zorgvraag zoals die er in de toekomst is. Een ander voordeel van een bredere opleiding is dat je flexibeler bent in je beroepsuitoefening: je hebt meer mogelijkheden om je vak uit te oefenen. Ik verwacht ook dat studenten sneller klaar zijn met de opleiding en eerder kunnen instromen. Verder geeft een breed kernspecialisme je nog steeds de mogelijkheid om je een tijd te verdiepen in een bepaald onderwerp: de optie om door te stromen naar subspecialismen moet wel blijven.’
Verkeerde papieren
Maar moeten studenten zich dan zorgen maken dat ze straks met de verkeerde papieren de markt opkomen? ‘Absoluut niet’, verzekert Jambroes. Ons doel is juist dat je werkveld je hele loopbaan lang interessant blijft en je werk blijft aansluiten op de zorgbehoefte. Ook letten we erop dat studenten die nu of in de komende jaren een vervolgopleiding kiezen, straks goed de overgang kunnen maken. De keuze voor je favoriete specialisme kun je dus gewoon maken. Artsen hébben al een mooi vak, en dat wordt er alleen maar leuker op.’
Houtskool
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de nieuwe ordening eruit gaat zien. In een ‘houtskoolschets’ heeft het CGS een voorzet gegeven. ‘Daarop krijgen we positieve, maar ook kritische reacties’, merkt Jambroes. ‘Iedereen is het erover eens dat het artsenvak mee moet veranderen met alle ontwikkelingen. Ook komen we er niet met een beetje schuiven en schaven. Maar niet iedereen is het erover eens hóé het moet veranderen. Daarom willen we om de tafel met alle partijen over hoe het stelsel in 2035 eruit moet zien. En zeker met studenten geneeskunde en artsen in opleiding, want zij zijn degenen die in het nieuwe zorglandschap gaan werken.’
Meer weten?
Er zijn verschillende visiedocumenten over hoe de opleiding en het vak van de arts eruit moeten gaan zien. Lees in deze documenten meer over de toekomst van je vak:
G.R.I. Slock
huisarts, Sluis
Terechte verzuchtingen, maar zolang (vooral technische) superspecialismen veel beter gehonoreerd en gewaardeerd worden dan generalistische geneeskunde zal iedereen verder willen specialiseren.
Het statuut van de ziekenhuisarts ligt onder vuur, de h...uisartsen verzuipen in het werk en vacatures voor SOG geraken niet opgevuld. Het gaat dus niet goed met de generalisten, en beleidsmatig komen we niet verder dan holle retoriek.