De grote wereld buiten het ziekenhuis
Plaats een reactieNa bijna anderhalf jaar coschappen in het ziekenhuis was het tijd om kennis te maken met een specialisme buiten de muren van het ziekenhuis: de psychiatrie. Mijn witte doktersjas ruilde ik in voor mijn eigen kledingkast. Ineens moest ik weer nadenken over wat ik droeg tijdens mijn coschap. Is deze blouse geschikt? Mag ik mijn horloge omhouden? Is nagellak geoorloofd?
Daarnaast ruilde ik mijn stethoscoop, stemvork en reflexhamer in voor gesprekstechnieken. In het begin voelde dat behoorlijk onwennig, alsof ik een deel van mijn gereedschapskist kwijt was. Maar je weet wat ze zeggen: alles went.
De eerste week moest ik even ‘afkicken’ van de somatiek. Ik merkte dat ik op zoek was naar onderliggende zeldzame somatische oorzaken voor de psychische klachten van mijn patiënten. Met mijn kersverse neurologische kennis in mijn achterhoofd stond ik klaar om een lumbaalpunctie in te plannen voor mijn patiënten met langdurige psychoses (misschien toch auto-immuun encefalitis???). Echter, die drang om overal een lichamelijke oorzaak te vinden, maakte al snel plaats voor een diepere waardering voor de psychiatrie. De inhoud van het vak was fascinerend, ik heb binnenwerelden van mensen leren kennen waar je U tegen zegt. Wat me daarnaast ook opviel, was de tijd die je hebt voor patiënten en de bredere, holistische benadering die hier centraal staat. Naast medische zorg was er ruimte voor maatschappelijke problemen en de sociale context van de patiënt – iets wat ik soms miste in het ziekenhuis.
Dit coschap daagde me niet alleen medisch uit, maar stelde me ook persoonlijk op de proef. De locatie van deze verre stageplek zorgde ervoor dat ik vijf weken in mijn eentje mocht vertoeven in een piketkamer die vroeger diende als patiëntenkamer. Het kleine keukentje daar (lees: één klein steelpannetje zonder deksel met een 1-pits-kookplaat en een magnetron) reduceerde mijn avondmaaltijden tot maaltijdsalades en reeds gemealprepte magnetronmaaltijden. Daarnaast werd mijn complete sociale leven even op pauze gezet (behalve natuurlijk de interacties met de langdurige psychotische patiënten op het terrein ;)). Niet echt bevorderlijk voor je mentale gesteldheid, zou je kunnen zeggen.
Echter heeft toch de beroemde wijsheid ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ (thank you Kelly Clarkson) weer gezegevierd. Ik kwam uit dit coschap met een flinke portie doorzettingsvermogen, een nieuwe waardering voor de psychiatrie, én zelfs een beetje liefde voor de rust van mijn eigen piketkamertje.
Meer van Julia Leiblum- Er zijn nog geen reacties