‘Competente arts geen optelsom van afgevinkte competenties’
10 reactiesCompetentiegericht opleiden in de zorg voldoet niet langer. Dat betoogde gynaecoloog prof. dr. Pim Teunissen, bijzonder hoogleraar ‘werkplekleren in de gezondheidszorg’ aan de Universiteit Maastricht, vrijdag in zijn oratie.
In de geneeskundeopleiding staat op alle fronten ‘uitkomstgeoriënteerd’ opleiden centraal, en dat pakt volgens Teunissen niet goed uit. Sterker, het resultaat is een paradox: het leidt tot ‘objectificatie’, iets wat nu juist niet de bedoeling was. Teunissen laat zien dat een arts aan het eind van zijn opleiding in totaal over 7 competenties, 27 kerncompetenties, en 89 ‘enabling competences’ moet beschikken, die tezamen resulteren in maar liefst 637 uitkomstomschrijvingen van wat hij of zij in verschillende fasen van de opleiding moet kunnen.
Teunissen: ‘Het idee is dat goede zorg ontstaat als je individuen opleidt tot goede zorgverleners en dat een goede zorgverlener het resultaat is van 637 afgevinkte gedragsomschrijvingen. Ik noem dat de legoaanpak. Allemaal losse blokjes, verschillend van vorm en kleur, en alles bij elkaar bouw je een complete legozorgverlener.’ Maar, zo stelt hij, ‘een competent individu is niet een optelsom van afgevinkte competenties’. ‘En zoiets complex als goede zorg is geen optelsom van competente individuen.’ Goede zorg – dat weten we inmiddels allemaal – is namelijk teamwerk.
Teunissen wil daarom af van dit legomodel, hij wil geen competency-based medical education maar work-based medical education. ‘Dat is opleiden met aandacht voor ontwikkeling op drie niveaus, waarin we expliciet maken dat niet alleen leeruitkomsten tellen, maar ook het leerproces.’ Het eerste niveau van ontwikkeling omvat individuele en contextspecifieke kennis en vaardigheden. Het tweede niveau richt zich op werkgerelateerde competenties. Het derde niveau is de meer individuele ontwikkeling van de zorgverlener als mens. Niveau twee en drie lenen zich niet voor beoordeling aan de hand van leeruitkomsten. Je kunt volgens Teunissen iemand ‘niet bekwaam verklaren op empathie of op authenticiteit’. Hij denkt eerder aan bijvoorbeeld de debriefingtechnieken zoals die in simulatiewereld steeds meer doordringen op de werkplek, teneinde kort als team te evalueren wat goed ging en wat beter kan. ‘Dit soort leermomenten moeten meetellen in portfolio’s, voortgangsgesprekken en opleidingsvisitaties. Dit vraagt om ruimte om je te ontwikkelen zonder dat je wordt afgerekend op leeruitkomst, om legitimering van het leerproces. Opleidingen in de zorg moeten het leerproces centraler stellen, meer inzetten op begeleiding en loslaten dat aan het einde van de opleiding iedereen hetzelfde is en kan.’
Oratie Leren Helen, Universiteit Maastricht, 2 februari 2018
Lees ook