Nieuws
Blog

Code D is geen code dood

Plaats een reactie

Codes zijn niet statisch; ze kunnen, afhankelijk van je ziekte, opeens veranderen. Dit altijd in een goed en duidelijk gesprek natuurlijk. Mijn patiënt werd opgenomen wegens een progressie van maligniteit. Code B. Gedurende de week veranderden veel zaken voor hem, waardoor we in samenspraak met familie en patiënt een code D afspraken. Code D betekent niet code dood. Het betekent palliatief: we zorgen voor je, maar op een andere manier. Geen controles, maar wel meerdere malen per dag persoonlijke verzorging, binnenlopen om te zien of iemand comfortabel is, hoe het met de aanwezige familie gaat.

Als eerste: code D registreren, palliatieve code registreren en de medicatielijst saneren. Simvastatine? Stop. Calcium/vitamine D? Stop. Foliumzuur? Stop. Geen dagelijkse controles meer, annuleer de standaardlabafspraken. Hij was op. Zijn tijd was gekomen. We startten met palliatieve sedatie, gezien zijn klachten.

Hij is de eerste persoon met palliatieve sedatie die ik als zaalarts onder mijn hoede heb. Dat betekent ’s ochtends evalueren met de verpleging of hij comfortabel is, hoe de nacht is gegaan, wat we met de sedativa doen, wat we met de pijnstilling doen. Welke dosering: is het geïndiceerd om nu op te hogen? Gelukkig hebben we in ons ziekenhuis een palliatief-adviesteam. Speciaal ook voor hulp en advies in de palliatieve fase. Achteraf heb ik misschien net iets te vaak gebeld met ze voor advies.  Elke dag tijdens het supervisiemoment bespreek ik hem uitgebreid. Ondanks dat de verpleging op de afdeling enorm veel ervaring heeft met palliatieve sedatie, is het mijn eerste keer en ik wil dat hij comfortabel is.

Na enkele dagen fluistert de verpleegkundige na de papieren visite: Meneer G. is gaan hemelen.

Goed, ik zal hem dan schouwen. Terwijl ik het zeg bedenk ik me dat ik dit tweemaal heb gezien, maar nooit zelf heb gedaan. Alle administratie had ik al wel klaarstaan: geboorteplaats, geboortenaam, donorregistratie. De familie is onderweg.

Ik loop de kamer binnen.  Hij ligt op zijn rechterzij, zijn favoriete kant. Ik check zijn pupillen. Ik luister naar zijn hart. Daarna de klok: 11.34 uur. Dat moet ik straks invullen. Ik word gevuld met een vreemd gevoel en ik kan het niet helemaal plaatsen. Twee weken geleden had ik nog een heel gesprek met hem. Nu is hij er gewoon niet meer. De dood, hoe zeer het ook bij het leven hoort, is anderzijds ook onwerkelijk en zeer verdrietig.

De verpleging overhandigt me een envelop, en het papierwerk duizelt me een beetje. A-formulier, B-formulier, donorregistratie, informatie voor nabestaanden, checklist voor de arts, enkele formulieren van het mortuarium. Ik vul alles in en zodra de verpleging me inseint dat ik naar de familie moet, loop ik erheen.

We praten na over het hele traject: Hoe hij er vredig bij ligt. Zoals hij had gewild. Hoe het begin was, dat moeizaam leek te gaan, maar dat hij nu rust heeft gevonden. Hoe dankbaar ze zijn. Ik condoleer hen, loop naar de artsenkamer en pak de formulieren. De verpleegkundige neemt ze van me aan en we glimlachen naar elkaar. Fijn dat het rustig is gegaan hè?, zeg ik. Ze knikt.

lees ook
  • Avin

    Van coassistent tot arts-assistent; Avin deelt al lange tijd haar ervaringen tijdens haar opleiding tot arts. Avin is inmiddels afgestudeerd en is anios Interne Geneeskunde in Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Haar ervaringen als beginnend arts zullen verder te volgen zijn op Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.