Blokhuis wil gebruik lachgas beteugelen

Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) maakt zich zorgen over het gebruik van lachgas onder jongeren. Hij wil met gemeenten in gesprek om te kijken hoe het gebruik ervan te verminderen is en de verkoop te beteugelen.

Het gebruik van lachgas is populair als partydrug onder jongeren, met name in de grote steden – maar niet zonder gevaar. In 2018 waren er 60 meldingen van gezondheidsklachten, zo blijkt uit cijfers van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). In het eerste kwartaal van 2019 zijn er 29 meldingen gedaan. ‘Als deze trend zich doorzet zullen in 2019 ruim twee keer zoveel meldingen bij het NVIC binnenkomen als in 2018. Dit baart mij zorgen’, schrijft Blokhuis in reactie op Kamervragen van Lilianne Ploumen (PvdA). Blokhuis heeft daarom het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) eind vorige maand gevraagd een ‘nieuwe risicobeoordeling’ van lachgas uit te voeren.

Revalidatieartsen waarschuwden afgelopen weekend in het tv-programma Nieuwsuur dat mensen die extreem veel lachgas gebruiken, verlammingsverschijnselen kunnen krijgen. Het tv-programma had cijfers opgevraagd bij acht revalidatieklinieken gespecialiseerd in de behandeling van dwarslaesies. In de afgelopen 2,5 jaar zijn daar in totaal dertien patiënten behandeld met ernstige klachten nadat ze lachgas hadden gebruikt.

Eerder sloegen brandwondencentra Groningen, Beverwijk en Rotterdam alarm nadat gebruikers verwondingen hadden opgelopen die overeenkomen met tweedegraads- en derdegraadsbrandwonden. ‘Dit effect is niet specifiek voor lachgas’, reageert de staatssecretaris, ‘maar geldt voor alle vloeibaar gemaakte gassen. Het is zorgelijk dat lachgasgebruikers zich niet bewust zijn van de veiligheidsvoorschriften en ik vind het goed dat de Nederlandse Brandwonden Stichting hiervoor waarschuwt.’