Belangstelling voor studie geneeskunde blijft groeien

De studie geneeskunde lijkt wéér populairder bij aankomend studenten. Net als in eerdere jaren steeg ook dit jaar het aantal aanmeldingen voor de decentrale selectie bij de meeste faculteiten. De kans om tot de studie te worden toegelaten is het grootst in Rotterdam.

Dat blijkt uit een rondgang van Medisch Contact en Arts in Spe langs de acht geneeskundefaculteiten. Aan de decentrale selecties voor het studiejaar 2019-2020 deden 7952 potentiële geneeskundestudenten mee. Op alle faculteiten samen is plaats voor 2785 studenten.

De grootste kans op toelating voor het aankomend studiejaar hebben de kandidaten die zich inschreven voor de Erasmus Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De kansen zijn het kleinst in Maastricht en Utrecht. Gemiddeld hebben kandidaten die daadwerkelijk meededen aan de decentrale selectie 35 procent kans om te worden toegelaten. De gelukkigen onder hen hebben dit uiterlijk op 15 april te horen gekregen. Een deel van hen moet natuurlijk nog wel eindexamen doen en daarvoor slagen.

De geneeskundefaculteit in Maastricht blijkt onder de kandidaten – net als in eerdere jaren – het meest populair; 1761 kandidaten melden zich aan en 1535 kandidaten deden echt mee met de selectie. Op de tweede plek staat de faculteit in Utrecht met 1421 aanmeldingen en 1196 deelnemers. Groningen, dat te maken had met een afname van het aantal kandidaten, staat nog altijd op de derde plek met 1319 aanmeldingen en 952 deelnemers. Kandidaten in Groningen hebben een relatief grote kans op toelating (43%) om te worden toegelaten, vergeleken met 20 procent in Maastricht en 25 procent in Utrecht. Het aantal mensen dat uiteindelijk meedoet aan de selectie is in Groningen namelijk kleiner dan in Maastricht en Utrecht, terwijl het aantal plaatsen op de opleiding in Groningen groter is (zie tabel).

De opleiding van de Universiteit van Amsterdam is het minst populair bij kandidaat-geneeskundestudenten. Volgens een woordvoerder van het Amsterdam UMC is de mindere belangstelling ook daar opgevallen maar heeft men er vooralsnog geen verklaring voor. Voor de deelnemers aan de decentrale selectie aan de UvA is de lagere populariteit juist gunstig; zij hadden met 47 procent de op een na grootste kans om te worden toegelaten.

Voor het eerst kijken Medisch Contact en Arts in Spe dit jaar niet alleen naar de cijfers van de aanmeldingen bij StudieLink – waar alle inschrijvingen voor hbo- en wo-opleidingen in Nederland worden gedaan –, maar ook naar het aantal kandidaten dat daadwerkelijk heeft meegedaan aan de decentrale selectie. Het aantal aanmeldingen bij StudieLink ligt altijd hoger, namelijk 9181 (zie grafiek).

In de maand na de aanmeldingen bij StudieLink – aanmelden kan tot 15 januari – checken de zogenoemde ‘admission offices’ van de faculteiten of kandidaten in principe toelaatbaar zijn tot de geneeskundeopleiding (hebben scholieren bijvoorbeeld het juiste profiel?). Ook kan het zijn dat kandidaten zichzelf terugtrekken. Het verschil tussen het aantal aanmeldingen bij StudieLink en het daadwerkelijke aantal deelnemers aan de selectie van een faculteit is in Groningen het grootst. Daar deden 367 kandidaten uiteindelijk niet mee met de selectie. In Maastricht waren dat er 226 en in Utrecht 225. In Nijmegen was het aantal ‘afvallers’ met 43 het laagst.

Voor het studiejaar 2018-2019 waren er bij StudieLink 9174 aanmeldingen. In het studiejaar 2015-2016 was het aantal aanmeldingen bij StudieLink met 4815 het laagst; dat was het eerste jaar van het leenstelsel en het afschaffen van de loting voor geneeskunde.

Tabel: Aantal aanmeldingen en capaciteit per faculteit.

Grafiek: Tendens van het aantal aanmeldingen per faculteit