Nieuws
Benno Bonke
5 minuten leestijd
opnieuw actueel

Arts willen worden is niet genoeg

Ernstige functiebeperking kan studie onmogelijk maken

14 reacties
getty images
getty images
Dit artikel werd in januari 2017 reeds gepubliceerd. Na de gebeurtenissen in Rotterdam is het weer een actueel onderwerp. Vandaar dat de redactie van Medisch Contact en Arts in Spe het opnieuw uitlicht.

Met een fysieke of psychische functiebeperking kan het uitoefenen van het artsenvak lastig of zelfs onmogelijk worden. Het is goed om al in de toelatingsprocedure voor de geneeskundestudie na te gaan of iemand ‘fit to practise’ is.

Simone start met de opleiding geneeskunde. De bachelorfase doorloopt zij zonder veel problemen, hoewel het haar opvalt dat er soms wordt gelachen als ze in de studiegroep iets zegt. Vaak snapt ze niet waarom. Tijdens haar coschappen krijgt ze herhaaldelijk en steeds nadrukkelijker als feedback dat ze meer contact moet maken tijdens de anamnese en dat ze te veel een lijst met vragen afwerkt. Als vervolgens een familielid van een patiënt een klacht tegen haar indient vanwege gebrek aan communicatie, is de maat vol. Ze zoekt professionele hulp. Het wordt duidelijk dat ze veel moeite heeft met dagelijkse sociale contacten. Het aspergersyndroom wordt vastgesteld en dat blijkt voor haar niet verenigbaar met de uitoefening van het artsenberoep.1

Studenten met een ernstige functiebeperking hebben op grond van de Algemene wet gelijke behandeling evenveel recht op studeren als anderen. De universiteit moet ervoor zorgen, voor zover haalbaar, dat iemand de studie kan volgen. Naast dit recht moeten wij ons echter afvragen wat de gevolgen zijn van het opleiden van artsen die door een ernstige functiebeperking niet of niet volledig in staat zijn een adequaat arts-patiëntconsult te voeren of bepaalde medische handelingen te verrichten.

Voorbeelden van beperkingen die een adequate beroepsuitoefening als arts in de weg kunnen staan, zijn: een zintuiglijke beperking, c.q. blindheid of doofheid, gemis van een hand of arm, rolstoelafhankelijkheid en een autismespectrumstoornis. We kunnen niet alle beperkingen afzonderlijk behandelen. Bovendien doet dat geen recht aan het maatwerk waarvoor wij pleiten. Daarom hebben wij ervoor gekozen lichamelijke en geestelijke beperkingen samen te nemen.

Kritische zelfreflectie

Iemand met een sterke motivatie om arts te worden is echter niet automatisch in staat tot kritische zelfreflectie. Dit geldt met name bij ernstige mentale beperkingen zoals schizofrenie of bipolaire stoornissen waarbij ook de realiteitszin beperkt of afwezig is. Studenten met een functiebeperking die wel in staat zijn tot zelfreflectie en inzicht hebben in hun beperkingen, kunnen in beginsel tot de opleiding worden toegelaten.

Doen de opleiders voldoende aan verwachtingsmanagement?

Studenten dienen openheid van zaken te geven over eventuele functiebeperkingen. Doen zij dit niet en komt een eerder aanwezige beperking later alsnog aan het licht, dan kan een zogeheten iudicium abeundi aangewezen zijn op grond van vergaand onprofessioneel gedrag.2 Indien een functiebeperking ontstaat of manifest wordt tijdens de opleiding, dan moet de opleiding er alles aan doen om de student te laten afstuderen binnen de wettelijke grenzen (raamplan) en binnen de mogelijkheden, maar niet ten koste van alles: bij blijvende blindheid zal iemand met de opleiding moeten stoppen.3 Per geval moet worden bekeken wat wenselijk en mogelijk is.

Verder moet een student geneeskunde in staat zijn, met eventuele hulpmiddelen, de basale verrichtingen uit te voeren die horen bij het vak. Vaak zijn beperkingen te beïnvloeden of te compenseren. Door technische vooruitgang kunnen artsen met een fysieke functiebeperking hun vak in veel gevallen goed uitoefenen, bijvoorbeeld door een robothand bij verlies van handfunctie. Verder blijkt uit onderzoek dat artsen observeren en communiceren belangrijker vinden dan motorische vaardigheden.3 4

Studenten met een functiebeperking moeten bereid zijn zo nodig een aangepast programma te doorlopen met aangepaste einddoelen en vervolgmogelijkheden. Wij pleiten voor een op maat gemaakt raamplan voor studenten met een functiebeperking. Zij hoeven bijvoorbeeld de praktische toetsen van bepaalde coschappen niet te behalen, maar krijgen dan evenmin toegang tot de betreffende opleidingen. Het is wél belangrijk dat een coassistent die bijvoorbeeld door een fysieke beperking geen chirurg kan worden, wel op de ok meeloopt om daar ervaring en kennis op te doen.

Passend werk

Als studenten een ernstige functiebeperking hebben die niet verenigbaar wordt geacht met het beroep van arts, dan moeten ze worden ontmoedigd, hoezeer dit ook tegen hun wensen ingaat. Zij moeten tegen zichzelf in bescherming worden genomen om te voorkomen dat zij een irreëel beroepsperspectief nastreven. Maar doen de opleiders voldoende aan verwachtingsmanagement? Met andere woorden, hebben studenten met een functiebeperking reële verwachtingen van hun mogelijkheden? We kennen hierover geen literatuur. Mogelijk kan begeleiding door artsen met een functiebeperking – bijvoorbeeld vanuit een landelijk kenniscentrum – van waarde zijn, zodat studenten met een functiebeperking kunnen worden begeleid naar een passende werksituatie.4 5

Naast ontmoediging is het hanteren van bepaalde selectiecriteria aan de poort ook een manier om studenten tegen te houden van wie verwacht wordt dat zij het beroep van arts niet adequaat zullen kunnen uitoefenen. Studenten geneeskunde worden voor alle opleidingen in Nederland inmiddels decentraal geselecteerd, maar de vraag is of de gehanteerde selectiecriteria volstaan bij functiebeperkingen. In het Verenigd Koninkrijk worden artsen getoetst op ‘fitness to practise’.5 Met andere woorden: heeft iemand de vaardigheden, kennis en persoonlijke eigenschappen om het artsenberoep veilig en effectief te kunnen uitvoeren? Opleidingen kunnen bij potentiële studenten (met en zonder functiebeperking) nagaan of zij in beginsel ‘fit to practise’ zijn of kunnen worden. De kans dat men artsen opleidt die vanwege hun functiebeperking het artsenberoep niet of niet adequaat kunnen uitvoeren kan hiermee mogelijk worden verkleind, maar het is een uitdaging om adequate selectiecriteria vast te stellen. De verantwoordelijkheid voor een inschatting van ‘fitness to practise’ ligt bij de opleidingen maar ook bij de student zelf.

Onze conclusie: functiebeperkte studenten moeten in beginsel worden toegelaten tot de opleiding geneeskunde, mits zij ‘fit to practise’ zijn. Studenten met beperkingen die evident niet verenigbaar zijn met de uitoefening van het artsenberoep zullen moeten worden tegengehouden of, als zo’n functiebeperking tijdens de opleiding ontstaat, de opleiding moeten staken. Voor de individuele student en voor de maatschappij is het wenselijk dat wordt nagedacht over toelatingscriteria bij decentrale selectie en over het zorgen voor reële verwachtingen, in het bijzonder bij studenten met een ernstige functiebeperking.

auteurs

dr. Annemerle Beerthuizen, senior onderzoeker, sectie Medische Psychologie & Psychotherapie, Erasmus MC, Rotterdam

dr. Benno Bonke, voormalig universitair hoofddocent sectie Medische Psychologie & Psychotherapie, Erasmus MC, Rotterdam

contact

a.beerthuizen@erasmusmc.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld door auteurs

lees ook

Voetnoten

1. Fictieve (maar wel op realiteit gebaseerde) casus. Naam gefingeerd.

2. Binnen de zogenoemde Wet Versterking Besturing (zie art. 7.42a WHW) is de mogelijkheid geschapen onder bepaalde voorwaarden de inschrijving van studenten (tussentijds) te beëindigen, dan wel een verzoek tot inschrijving (tussentijds) te weigeren. Dit iudicium abeundi (letterlijk: het oordeel (besluit) dat men bij een opleiding moet vertrekken) kan door het instellingsbestuur worden uitgevaardigd wegens gedrag of uitlatingen die indiceren dat de betreffende student ongeschiktheid is voor de toekomstige beroepsbeoefening dan wel de praktische voorbereiding op die beroepsuitoefening.

3. Van Herwaarden CLA, Laan RFJM, Leunissen RRM (Ed.). Raamplan artsopleiding 2009. Utrecht NFU 2009.

4. Reichgott MJ. ‘Without Handicap’: issues of medical schools and physically disabled students. Acad Med 1996;71: 724-9.

5. Eickmeyer SM, Do KD, Kirschner KL, Curry RH. North American medical schools’ experience with and approaches to the needs of students with physical and sensory disabilities. Acad Med 2012; 87(5): 567-73.

6. http://www.gmc-uk.org/the_meaning_of_fitness_to_practise.pdf_25416562.pdf


download dit artikel (pdf)

opleiding
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M. Ouwens

    Verzekeringsarts, bedrijfsarts.

    Interessante bijdrage denkend aan de zo gewenste en gepropageerde inclusiviteit en diversiteit van de geneeskunde opleiding.

  • P.J. Mitra

    arts en jurist, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk

    Beste redactie: misschien is het maar beter dit artikel snel weer te laten verdwijnen, diep in de archieven van MC.

    Het was in 2017 al een schaamteloos betoog om, in strijd met mensenrechten en uitwerking daarvan in wet- en regelgeving, studenten h...un medisch dossier te laten delen met derden en, op basis van een diagnose, personen met een beperking aan de poort te discrimineren en tijdens de studie actief de voortgang te ontmoedigen (= belemmeren). Ik vind het ook nu ongepast, om dit in de context te plaatsen van de feiten en omstandigheden van enkele dagen geleden in Rotterdam.

    [Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 02-10-2023 12:17]

  • Dr. E. Gussenhoven

    , Rotterdam

    Graag wil ik reageren op uw artikel dat ik zojuist onder ogen kreeg.
    In uw conclusie geeft u aan dat in beginsel functiebeperkte studenten toegelaten moeten worden tot de opleiding geneeskunde mits ze fit to practise zijn. Ik heb ervaren dat mijn han...dicap (slechthorend – links en rechts 60 rep. 80 DB verlies) geen beletsel is geweest voor de opleiding geneeskunde. Ik heb naast regulier basisonderwijs ook als 8 jarige één jaar op een BLO (dovenschool) gezeten. Na mijn HBS B diploma gehaald te hebben startte ik de studie geneeskunde in Leiden (1969). Van de hoogleraar Schmidt (KNO) kreeg ik te horen dat ik daar niet thuis hoorde gezien mijn handicap. Ik luisterde niet naar dit advies. Zeven jaar later ben ik afgestudeerd. Een succesvolle carrière in de wetenschap in cardiovasculair onderzoek volgde aan de Erasmus universiteit. In 1984 ben ik gepromoveerd en in 1991 benoemd als Established investigator bij de Nederlandse Hartstichting. Kritisch en wetenschappelijk denken als slechthorende kon ik wel. Achteraf bezien had ik radioloog kunnen worden. Wanneer ik later hoogleraar Schmidt op de hoogte breng van mijn succesvolle start in de wetenschap en hem vraag zijn mening bij te stellen voor toekomstige studenten weigert hij. So be it. In uw conclusie stelt u dat het een uitdaging is om adequate selectie criteria vast te stellen zeker voor studenten met een ernstige functiebeperking. Daar heb ik begrip voor. Maar tegelijkertijd ben ik blij dat ik mijn weg heb kunnen gaan door niet te luisteren naar negatieve adviezen.Wellicht dat mijn ervaring toekomstige studenten kan helpen in hun beslissing.

  • Annemerle Beerthuizen en dr. Benno Bonke

    resp. senior onderzoeker en voormalig universitair hoofddocent sectie Medische Psychologie & Psychotherapie, Erasmus MC, Rotterdam, Rotterdam

    Uit de talrijke reacties op ons artikel ‘Arts willen worden is niet genoeg’ (MC, 19 januari 2017) blijkt onder meer dat een aantal medici gelukkig goed in staat is hun functiebeperking te verenigen met de uitoefening van het artsenberoep. Dit biedt p...erspectieven voor anderen in vergelijkbare omstandigheden: een functiebeperking maakt een (aanstaand) arts niet zonder meer unfit to practise en dat is ook precies een van de kernpunten van ons betoog.
    Echter, studenten die in het verleden hebben geprobeerd hun artsdiploma te behalen ondanks een ernstige functiebeperking en vervolgens teleurgesteld een andere carrière hebben moeten kiezen, lijken niet in de ingezonden brieven te zijn vertegenwoordigd. (Potentiële) studenten geneeskunde die fysiek en/of mentaal dusdanige beperkingen hebben dat hun eventuele beroepsuitoefening als arts in gevaar komt, vormen wel de doelgroep voor wie we deze discussie zijn gestart. Wij hebben erop gewezen dat er situaties kúnnen zijn waarin studenten worden toegelaten tot een opleiding met weinig tot geen toekomstperspectief binnen het gekozen vakgebied. En ofschoon ‘ziende blind’ niet behoort tot de beperkingen waarover wij schreven, kan een enorme gedrevenheid en motivatie van jonge mensen om dokter te worden het zelfinzicht in de weg staan. Het is in het belang van zowel deze studenten als de geneeskundige opleidingen dat kritisch over dit knelpunt wordt nagedacht. Zo is bijvoorbeeld in het Erasmus MC bij het opstellen van criteria voor decentrale selectie en begeleiding van studenten met een functiebeperking, een commissie ‘studeren met een handicap’ ingesteld. Soms kan een goed bedoelde waarschuwing vooraf helpen voorkomen dat studenten een weg inslaan die later afgesloten blijkt te zijn.

  • J. Jonker

    verzekeringsarts, MAASTRICHT Nederland

    Mark Rutte is van huis uit historicus; kardinaal Wim Eijk rondde eerst de studie geneeskunde af alvorens hij theologie ging studeren; en Angela Merkel heeft natuurkunde gestudeerd.
    Waarmee ik maar wil zeggen dat iemand op een heel andere plek kan t...erechtkomen dan verwacht kon worden op grond van de studie die hij of zij heeft gevolgd. En waarom zou dat niet mogen? Waarom moet je leven al vastliggen op je 18e? Of nog eerder, want basisschoolleerlingen worden al klaargestoomd voor de Cito-toets en ik begin zo langzamerhand medelijden te krijgen met de Nederlandse middelbare scholieren, die vanaf jonge leeftijd bezig moeten zijn met het opleuken van hun CV.
    Ik ken een collega in een rolstoel, één met een invaliderende reumatische aandoening en één collega verdenk ik van een autistische stoornis. Toch functioneren deze mensen al jaren als arts. Natuurlijk: een chirurg moet zijn handen kunnen gebruiken en redelijke ogen hebben en iedere arts moet over empathisch vermogen beschikken. Bij de MVO, de medische vervolgopleiding specifiek gericht op een bepaald beroep, mag je best eisen dat een arts "fit to work" is in een specifiek specialisme. Maar laten we toch vooral de medische basisopleiding open houden voor iedereen die over de juiste vooropleiding beschikt, ook voor mensen met een handicap. Met een artsdiploma kun je immers alle kanten uit, kun je bijvoorbeeld de wetenschap in of het (medisch) onderwijs of de politiek of wat dan ook.
    Kortom: selecteren voor een medische vervolgopleiding mag; maar voor de basisopleiding geldt: lang leve de gewogen loting. Goedkoop, snel, eerlijk en zeer anti discriminerend.

  • Berkhout

    Specialist ouderengeneeskunde, huisarts n.p., forensisch geneeskundige i.o., Opoeteren

    Geboren zonder rechter onderarm en hand ben ik toch volwaardig arts en praktiserend specialist geworden in diverse vakgebieden. In het artikel wordt concreet benoemd dat specifiek dit gemis een adequate beroepsbeoefening in de weg kan staan. Ik mag s...tellen dat ik het tegendeel bewezen heb. Gedurende mijn opleiding en mijn carrière heb ik meer hinder ervaren van sceptici om mij heen dan van mijn eigen "beperking". Gelukkig heeft de meerderheid mij wel de gelegenheid gegeven tot zelfontwikkeling en waar nodig creatief meedenken om praktische problemen op te lossen. Ik hoop van harte dat medewerkers betrokken bij de toelatingsprocedures eerlijk en open de persoon als geheel blijven bekijken, zich niet blind staren op beperkingen maar ook kijken naar mogelijkheden. Waar een wil is, is wel degelijk ook vaak een weg te vinden!

  • Sjoerd Zwart

    huisarts, Kampen

    Een echte autist kan beter geen huisarts worden

    De auteurs maken een punt door de term 'functiebeperking'. Als een student geneeskunde ernstige kenmerken van autisme vertoont, zal die student een aantal competenties niet kunnen ontwikkelen, zoals af...stemmen met de patiënt (dat is meer dan empathie tonen) en met de collega's (competentie samenwerken). Ik denk ook dat ernstige autisten onvoldoende kunnen reflecteren op hun eigen handelen (competentie professionaliteit).
    In de huisartsopleiding, waar ik werkte als docent en momenteel werk als opleider, zijn bovenstaande competenties essentieel. We hebben wel eens een aios een 'no go' gegeven, niet vanwege de autistische trekken die we vaststelden, maar vanwege een onvoldoende score op bovenstaande competenties. Zonde eigenlijk, want deze aios had een ander beroep moeten kiezen. Dat deed trouwens ook één van beide huisartsen, die in de week voor deze publicatie 'uit de kast' kwamen. Dat leek mij ook een wijs besluit.
    De auteurs maken helaas geen onderscheid in de ernst van autisme: Ik schat dat 30% van de artsen, inclusief ik zelf, wel enige autistische karaktertrekken heeft.

  • P.A.Wiegersma,

    MD, PhD, MPH, MSc Epidemiology (ret.)

    Naar aanleiding van het artikel ‘Arts willen worden is niet genoeg’ (MC 03 pp. 24-5) zou ik graag de aandacht willen vestigen op een duidelijk minder ingrijpende maar niettemin voor de opleiding tot arts toch belangrijke beperking, kleurenblindheid. ...
    Zelf heb ik de ‘rood-groen variant’ en de gevolgen hiervan waren – zo heb ik pas later begrepen – duidelijk merkbaar. Zo heb ik zelf nooit het ‘maskeren’ bij neonaten, noch een beginnende icterus kunnen herkennen. Dit werd door de kinderartsen beschouwd als een ontbreken van ‘de klinische blik’ – een vooral in de neonatologie essentiële eigenschap.
    Ook was voor mij bij chirurgische ingrepen de scheiding tussen einde spierbuik en begin pees volstrekt onduidelijk. Hetzelfde gold voor andere structuren, hetgeen een carrière in de chirurgie op voorhand ietwat bemoeilijkte.

    Op basis van deze eigen ervaringen heb ik daarom voor eerstejaars studenten Geneeskunde in het eerste college de Ishihara-test ingevoerd en er waren altijd een tiental studenten die – vaak tot hun eigen verbazing - kleurenblind waren. Zoals uit bovenstaande blijkt is het bij de verdere carrièreoverwegingen erg belangrijk hiervan op de hoogte te zijn om teleurstellingen te voorkómen en te helpen bij het kiezen van een medisch specialisme. Ik zou daarom willen pleiten voor het invoeren van de Ishihara-test aan het begin van de medische opleiding.

  • Zacharias

    Co-assistent, Rotterdam

    Geachte dr. Gebuis, ik citeer: "De eerste universiteit die potentiële studenten zou willen weigeren danwel "ontmoedigen" gaat een hele langdurige en kostbare juridische strijd tegemoet waarbij er geen scenario denkbaar is waar de student niet wint." ...Mag ik de naam van de advocaat die betrokken was bij de casus die hier beschreven wordt? Indien dit een hypothetische schets is kan ik u uit ervaring vertellen dat er geen scenario denkbaar is waarbij de universiteit niet wint. Ik onthoud mij verder van commentaar op de column.

  • .

    AIOS, .

    Met verbazing heb ik het artikel van dr. Beerthuizen en dr. Bonke gelezen. Ik ben arts en heb autisme. Ik ben dus ervaringsdeskundige. Zowel in klinische als in wetenschappelijke werkzaamheden functioneer ik goed en op bepaalde gebieden zelfs op een ...hoger niveau dan anderen. Ik loop niet te koop met wat ik heb, want er heerst veel onbegrip rondom autisme en andere psychische aandoeningen. Dit artikel bevestigt dat weer. Hoewel lichamelijke en psychische aandoeningen samen worden genomen door auteurs, komt duidelijk naar voren dat auteurs met name doelen op psychische aandoeningen voor hun voorgestelde maatregelen.
    Ik ben er zeker voor dat studenten en artsen in opleiding begeleiding krijgen op maat. Dat sluit ook erg aan bij het opleiden op maat, dat voor de medische vervolgopleidingen nu wordt ingevoerd. Wanneer het écht niet gaat, dan is het aan de student en omgeving om dat te signaleren. Dat staat voor mij los van welke opleiding je doet. Het is niet van deze tijd om te selecteren op ‘fitheid’, zoals deze auteurs stellen. Zou je bij Informatica dan studenten moeten weren die geen autisme hebben omdat ze anders misschien vastlopen en de studie niet aankunnen? Dit artikel bevestigt voor mij de superman-cultuur die bij sommigen in de medische wereld heerst: artsen mogen niet “gewoon” mensen zijn die ook aandoeningen kunnen hebben, maar daarmee wel kunnen werken. Net zoals onze patiënten. Ik neem aan dat auteurs veel kennis over medische opleidingen hebben, maar zijn geen artsen. De reacties op dit artikel van artsen laten gelukkig een andere mening zien dan van de auteurs

  • Edward Gebuis

    Ziekenhuisarts i.o., Leiden

    Hoewel ik het betoog van de auteurs wel begrijp, ontbreekt het juridisch aan ieder kader om hun "oplossing" mogelijk te maken. In de afgelopen jaren zijn er juist meer en meer wetten aangenomen om discriminatie o.b.v. lichamelijke en/of geestelijke b...eperkingen tegen te gaan. De eerste universiteit die potentiële studenten zou willen weigeren danwel "ontmoedigen" gaat een hele langdurige en kostbare juridische strijd tegemoet waarbij er geen scenario denkbaar is waar de student niet wint. Vanaf het eerste artikel van onze Grondwet tot de Algemene Wet Gelijke Behandeling en vrijwel het gehele Burgelijk Wetboek verbiedt onze wet selectie op basis van "fitness". Het voorstel van dr. Beerthuizen en dr. Bonke staat gelijk aan het niet aannemen van een vrouwelijke sollicitant omdat ze zwanger kan worden of een allochtone kandidaat puur omdat hij of zij allochtoon is.
    Er moet zeker aandacht zijn voor professioneel gedrag maar een moderne heksenjacht hebben we niet nodig. Daarvoor kijken we de komende 4 jaar wel naar de Verenigde Staten.

  • Jedidja Fortuijn

    aios psychiatrie, Haarlem

    Het voorbeeld van de casus betreft een student met autisme terwijl er juist recent twee artsen in MC zijn uitgekomen voor hun autisme. Zij waarschuwden in dat stuk studenten en beginnende artsen dat niet te doen en door dit artikel lijken ze gelijk t...e krijgen.
    Het sturen op professioneel gedrag zoals de laatste jaren aan de faculteiten gebeurt, lijkt vooral gericht op de "rotte appels". Maar de winst die te behalen valt, zit m.i. veel meer in het bespreekbaar maken van het onprofessionele gedrag dat wij allemaal zouden kunnen laten zien, omdat we ons niet bewust zijn van ons gedrag. Zo kreeg ik zelf eens achter een gordijntje op een zaal met andere patiënten een ongunstige en voor mij erg verdrietige uitslag van een verder goed bekend staande en toegewijde gynaecoloog. Ze had haast, het was de vrijdagmiddag voor haar vakantie en het duurde langer dan gedacht voordat ik van de operatie was bijgekomen.
    Zelf heb ik terugkijkend ook wel dingen gedaan die ik nu niet helemaal fraai vind.
    Het is goed dat Beerthuizen en Bonke professioneel gedrag aankaarten. Mijn voorstel is open culturen te creëren waarin je elkaar laagdrempelig mag bevragen op gedrag zonder dat er meteen een oordeel of zelfs judicium abeundi boven je hoofd hangt.

  • .

    huisarts

    Ik ben het geheel eens met de psychiater Noten, dat sec een diagnose niets zegt over iemands functioneren. Bijdrages zoals deze dragen bij aan het taboe op het hebben van een psychiatrische of psychische aandoening. Ik ben blij dat ik mijn diagnose n...og niet had op 18 jarige leeftijd, toen ik begon met mijn studie. Want dan had ik voor een enorm dilemma gestaan;
    - eerlijk melden (zoals u zegt dat iemand verplicht is)?
    - met het risico van een vergrootglas op mijn gedrag en afwijzing?
    - of verborgen houden, met alle stress van dien, en dan alsnog stuklopen met mijn beperking omdat ik geen steun kreeg?
    Ik ben wel vóór begeleiding van studenten, en ook zeker vóór aanspreken op hun communicatieve vaardigheden. In mijn loopbaan tot op heden ben ik zeker artsen tegen gekomen die bot zijn, overmatig ijdel, niet aan te spreken op hun functioneren, of weinig leerbaar zijn. Maar het is domweg te simpel om die er tevoren, op basis van een diagnose, tussenuit te filteren. Hier zouden (psychiatrische/ psychologische) diagnoses niet voor misbruikt mogen worden.

  • anja noten

    psychiater, Rosmalen

    Stigmatisering
    Als psychiater heb ik ernstige bezwaren tegen de argumenten die mevrouw Beerthuizen en de heer Bonke gebruiken om aankomende studenten met een psychische functiebeperking uit te sluiten. Er worden diagnoses genoemd als bipolaire stoorn...is en autisme. Een diagnose zegt weinig over iemands capaciteiten en beperkingen. Ik heb genoeg artsen in behandeling met een diagnose die uitstekend functioneren. Ze kennen hun kwaliteiten en beperkingen. Ik heb ook artsen in behandeling zonder diagnose op as 1 maar die minder belastbaar zijn en belastend voor de ander. Zij hebben weinig inzicht en vermogen tot reflectie.
    Met andere woorden, ik kan me voorstellen dat je aan de poort screent of aankomende studenten sociaal en empathisch zijn, vermogen hebben tot reflectie en leren. Essentiele vaardigheden om een goede arts te kunnen worden. Maar screenen op diagnoses is stigmatiseren, zonder dat je daarmee bijdraagt aan een betere selectie van studenten

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.