Nieuws

Als je een fout maakt...

Plaats een reactie
© Corbis
© Corbis

De kans bestaat dat je tijdens je carrière in aanraking komt met het gezondheidsrecht, aangezien dit nauw verbonden is met de uitoefening van het artsenvak. Maar hoe zit dat als je coassistent bent? Fouten, zoals het per ongeluk inspuiten van adrenaline in plaats van lidocaïne, kunnen leiden tot een tuchtklacht, die ingediend kan worden door een patiënt of zijn nabestaanden. Een groot aantal tuchtklachten wordt echter niet wegens ‘fouten’ ingediend, maar vloeit voort uit miscommunicatie.1 Hypothetisch kunnen we het aantal ingediende tuchtklachten per jaar delen door het aantal artsen en hun gemiddeld aantal werkjaren. Dan wordt tegen iedere arts gedurende zijn leven (afgerond) één tuchtklacht ingediend.2 Als je kijkt naar het aantal afgehandelde klachten per specialisme, spannen huisartsen en psychiaters de kroon.3
Als we deze cijfers delen door het aantal praktiserende artsen per specialisme, heeft een psychiater echter de meeste kans op een tuchtklacht. Het gezondheidsrecht, waarvan het tuchtrecht deel uitmaakt, is een belangrijk onderdeel binnen de geneeskunde. Tijdens de geneeskundestudie wordt er door de faculteiten zeer wisselend aandacht aan besteed. Maar kennis over tuchtrecht en strafrecht is nodig om als beginnende basisarts, en ook tijdens je coschappen, niet onbeslagen ten ijs te komen.

Casus
Op de afdeling Neurologie zie je als coassistent een nieuwe patiënt op de polikliniek, die verwezen is door de huisarts. Zij heeft klachten van wazig zien en sinds anderhalf jaar bestaande hoofdpijn. Zelf stel je, na een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek, de diagnose ‘substantieafhankelijke hoofdpijn’. De neuroloog stelt nog wat vragen aan de patiënt, doet summier onderzoek en stelt ook deze diagnose. Na het derde consult en een CT-scan blijkt uiteindelijk dat de patiënt een groot meningeoom heeft, met druk op de oogzenuw. De neuroloog wordt tuchtrechtelijk aangeklaagd en krijgt een waarschuwing. Deze casus is gebaseerd op een tuchtzaak die zich in 2009 heeft voorgedaan.4 Kun jij als coassistent in dit bovenstaande geval juridisch aansprakelijk worden gesteld? En wat zijn de consequenties daarvan?

BIG-register
In het tuchtrecht staat de kwaliteit van handelen van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg centraal. Professionals die staan ingeschreven in het BIG-register, zoals artsen, tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen en verpleegkundigen, kunnen via het tuchtrecht worden aangesproken. Als coassistent val je niet onder het tuchtrecht, omdat je nog niet als arts in het BIG-register staat ingeschreven. Dit betekent dus dat je als coassistent niet voor de tuchtrechter hoeft te verschijnen. Dit neemt niet weg dat je tijdens je studie wel op onprofessioneel handelen kunt worden aangesproken en dat daar consequenties aan verbonden kunnen worden. Als a(n)ios val je wél onder het tuchtrecht.5

Centrale aansprakelijkheid
Een arts kan coassistenten opdracht geven om bepaalde medische handelingen te verrichten. Mocht er iets misgaan en er wordt een tuchtklacht ingediend, dan moet de opdrachtgevende arts hierover verantwoording afleggen aan het tuchtcollege. Als coassistent heb je echter wel een ‘juridische status’. Een coassistent mag voorbehouden handelingen, zoals beschreven in de Wet BIG, alleen verrichten in opdracht van een arts. Als coassistent moet je zelf bepalen of je bekwaam bent om deze handeling uit te voeren. Daarnaast moet er voldoende toezicht zijn en de opdrachtgevende arts moet ervan overtuigd zijn dat je deze handeling kunt uitvoeren. Juridisch gezien kan een coassistent strafrechtelijk of civielrechtelijk aansprakelijk gesteld worden als hij een voorbehouden handeling verricht, zonder de opdracht van een arts. In de praktijk komen procedures hierover echter zeer zelden voor en worden in die gevallen vaak de gezondheidszorginstelling en coassistentenopleider aangesproken.

Monique Biesaart, universitair hoofddocent gezondheidsrecht (UMC Utrecht): ‘In de WGBO is centrale aansprakelijkheid vastgelegd, waardoor bij “medische fouten” door coassistenten die schade opleveren voor de patiënt, vrijwel altijd het ziekenhuis wordt aangesproken. Het is wel mogelijk dat het ziekenhuis vervolgens de “schade” op de coassistent gaat verhalen, maar dan moet hij het wel bont hebben gemaakt.’

Tuitjenhorn
Indien een coassistent meeloopt met een arts die mogelijk strafbare feiten pleegt, is de kans dat de coassistent wordt vervolgd heel klein. Vervolging kan alleen plaatsvinden indien een coassistent willens en wetens heeft meegewerkt aan een strafbaar feit. Hierbij wordt rekening gehouden met de afhankelijkheidsrelatie waarin een coassistent zich bevindt ten opzichte van de begeleidende arts.

Monique Biesaart: ‘Hoe moeilijk deze verhoudingen kunnen liggen tussen coassistent, begeleidend arts en patiënt bewijst de kwestie van de huisarts van de terminale patiënt uit Tuitjenhorn.6 7 In zo’n casus, waarin de coassistent meent dat de arts in strijd met de professionele standaard handelt, mag de coassistent dat terugkoppelen aan zijn begeleider. Daarmee komt de coassistent op voor deze of toekomstige patiënten. In dit soort gevallen mag je klikken.’ Een a(n)ios
kan daarentegen wél verantwoordelijk worden geacht, aangezien deze meer bevoegdheden heeft.

Meer onderwijs
Ondanks het feit dat gezondheidsrecht een belangrijk aspect vormt binnen de geneeskunde, wordt er wisselend aandacht aan besteed door de faculteiten. Toch is het belangrijk om te weten dat er geen tuchtklacht tegen jou, als coassistent, kan worden ingediend. Realiseer je echter dat het gewone recht altijd van toepassing is, en dat je dus wel aansprakelijk kunt worden gesteld als coassistent. Als basisarts verandert je juridische positie na inschrijving in het BIG-register, iets wat voor veel beginnende artsen nog niet duidelijk is. Het KNMG Studentenplatform pleit daarom voor meer onderwijs over het gezondheidsrecht in de basisopleiding, zodat je ook als beginnende a(n)ios weet wat je rechtspositie is.

Kijk voor meer informatie over tuchtrecht op de website van het KNMG Studentenplatform: www.knmgstudentenplatform.nl.

Gijsje Snijders en Marije Nijenhuis

<b>Download dit artikel als PDF</b>

 

Voetnoten

1. Doppegieter RMS. Arts en klacht of geschil; KNMG 2004.

2. Jaarcijfers 2013 opgevraagd bij BIG register; dd. 20-9-14.

3. Gebaseerd op het jaarverslag ‘Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg en het College van Medisch Toezicht 2013; p. 30.

4. Rijksen WP, Crul BVM; Centraal Tuchtcollege uitspraak 10 februari 2009; nr. 2007/218; Met noot: ‘Een coassistent is geen neuroloog’; Medisch Contact 2009; 23: 1038-40.

5. Van Meersbergen DYA, Biesaart MCIH. Praktijk gezondheidsrecht. Noordhoff uitgevers 2013.

6. ‘Hoezeer moet de co op zijn tellen passen?’; J. Visser; Medisch Contact; 2013; 45: 2314-5.

7. Van Zwieten M. ‘Gedrag co Tuitjenhorn stemt optimistisch’. Medisch Contact 2013; 45: 2316-7.

<b>Achtergrondinformatie Gezondheidsrecht</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.