180 graden carrièreswitch
1 reactieDe invulling van het artsenvak is voor iedereen anders. Maar soms kom je er gaandeweg achter dat je toch een totaal andere kant op wilt. Durf je deze keuze dan te maken? En wat zijn de gevolgen? Drie artsen die een carrièreswitch maakten, vertellen hun verhaal.
Hoe zag je loopbaan eruit voor de switch?
Annemieke: ‘Ik startte als anios op de SEH; leuke dynamiek, veel patiëntencontact en aan het einde van de dag was alles klaar. Maar zodra het echt interessant werd, moest ik de patiënten overdragen aan de anesthesiologen. Onder andere hierdoor ben ik in opleiding gegaan tot anesthesioloog. Inhoudelijk is het een prachtig vak, maar de vele uren en diensten maakten het fysiek zwaar; mede daardoor kreeg ik een burn-out. Na mijn burn-out heb ik eerst opnieuw als anesthesioloog gewerkt, om weer vertrouwen in mijn eigen kunnen te krijgen.’
Bas: ‘Ik heb net mijn promotieonderzoek bij de neurologie van vier jaar afgerond. Daarnaast heb ik één jaar als anios neurologie gewerkt, waarna ik in opleiding kwam.’
Marike: ‘Ik heb als keuzestage een halfjaar op de ambulance gewerkt om ervaring op te doen met stressbestendigheid en acute situaties. Ik merkte dat dit bij mij paste, maar het was – zeker toen – wel echt een mannenwereld. Daarna ben ik arts-assistent chirurgie geworden om ervaring op te doen in het vak. Maar naast de ongunstige werktijden vond ik ook het chirurgische werk zelf heel onbevredigend.’
Wanneer dacht je: ik wil iets totaal anders?
Annemieke: ‘Na een jaar weer werkzaam te zijn als anesthesioloog kwam opeens een anios-plek voor arts verstandelijk gehandicapten voorbij, waarnaar ik erg nieuwsgierig werd. Ik heb toen een dag meegelopen en was meteen enthousiast. Minder diensten en het werken buiten een ziekenhuis sprak me aan. Het duurde even voordat ik de knoop kon doorhakken, omdat niet alleen ikzelf, maar ook anderen veel hebben geïnvesteerd in mij als anesthesioloog. Uiteindelijk besloot ik: ik kan het altijd proberen en ik kan als het niet bevalt gewoon weer teruggaan.’
Bas: ‘Toen ik aios neurologie was, ging ik nadenken of ik dit vak veertig jaar zou willen uitoefenen. Ik ben toen gaan meelopen bij de klinische genetica en uiteindelijk vond ik het intense patiëntencontact en het wetenschappelijk aspect van dit vak veel leuker. Dus na een paar maanden neurologie heb ik de switch gemaakt naar de klinische genetica.’
Marike: ‘Ik heb mijn mentor uit de opleiding opgezocht om te overleggen. Hij zei: “Weet je nog dat de psychiatrie er tijdens je coschappen zo uitsprong en dat de mensen daar je stimuleerden om die richting op te gaan? Waarom ga je daar niet eens kijken?” Op voorhand leek psychiater me niet het ultieme alternatief, maar aangezien heel veel mensen me wel geschikt vonden, ben ik dat gaan uitzoeken.’
Wat vind je het leukste aan het beroep dat je nu uitoefent?
Annemieke: ‘Het contact met de patiënten is heel bevredigend. Het is zo’n oprechte patiëntengroep; als ze blij zijn, dan zijn ze blij! Ook de rol als arts vind ik leuk: het is niet alleen maar medisch-inhoudelijk, ál je input wordt gewaardeerd.’
Bas: ‘Het patiëntencontact en de wetenschappelijke kant. Over vijf jaar ziet ons vak er weer heel anders uit, er zijn razendsnelle ontwikkelingen binnen ons vakgebied, zo blijf je ook jezelf ontwikkelen.’
Marike: ‘Dat ik ouders kan helpen het gedrag van kinderen te begrijpen, waardoor ze weer verder kunnen met hun “lastige” kinderen.’
Mis je iets van je oude beroep?
Annemieke: ‘Dat ik aan het einde van de dag ook echt klaar ben. Aan de andere kant betekent dit nu ook dat je meer invloed hebt op het hele proces. Je hebt meer vrijheid om te bepalen wat je op een dag doet; dat vind ik heel prettig.’
Bas: ‘Vooral de intensieve samenwerking met veel andere specialismen. Op de neurologie werkte je tijdens een nachtdienst bijvoorbeeld samen met de internist, chirurg en SEH-arts. Je functioneerde echt als een team.’
Marike: ‘Zeker, het leuke van chirurgie is dat je iets doet en het meteen helpt. Dat directe resultaat mis ik weleens in de psychiatrie.’
Tips voor twijfelaars
Annemieke: ‘Door de jaren heen verander je als persoon en verandert je omgeving. Als je het gevoel hebt dat je iets anders wilt, ga dit dan onderzoeken. Bedenk ook dat je altijd terug kunt, maar zoek uit wat je leuk genoeg vindt om lang te doen, zodat je jezelf happy voelt in wat je doet. Zo krijg je later geen spijt!’
Bas: ‘Je moet goed kijken wat je de komende veertig jaar werkelijk wil gaan doen, niet zozeer als assistent, maar wat je dagelijks werk als specialist wordt.’
Marike: ‘Loop een paar dagen mee met een specialisme dat je leuk lijkt. Zoek daarnaast een manier van intervisie waar je kunt sparren over je ervaringen en waar mensen je kunnen helpen om na te denken over de vraag of een bepaalde richting of afdeling ook echt goed voelt. Daarnaast moet je je op je gemak voelen binnen een team.’
FA de Groot
, Huisarts
Er zijn voldoende mensen die van een baan met patiëntencontact naar consultant, beleidsfunctie of onderwijs zijn geswitcht. Artsen met een eigen bedrijf.. en jullie interviewen alleen maar mensen die binnen de patiëntenzorg zijn gebleven. Ook interes...sant, maar niet mijn definitie van een 180 graden switch.