Nieuws
Nieuws

Amphia moet chirurg bijna acht ton schade betalen

1 reactie

Ziekenhuis Amphia moet een cardiothoracaal chirurg met wie de samenwerking in 2014 werd opgezegd, definitief een schadevergoeding betalen van zo’n acht ton. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch vindt dat het ziekenhuis onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld naar de arts.

Een incident dat in 2012 plaatsvond, vormde de opmaat naar een geschil tussen een cardiothoracaal chirurg met uiteindelijk zijn eigen maatschap, een maatschap van anesthesiologen, een maatschap van cardiologen, de vereniging medische staf van het Amphia en het ziekenhuisbestuur. Dat valt op te maken uit de rechtelijke uitspraken in het geschil, waar de hofrechter deze maand uitspraak over deed.

Op een dag in augustus 2012 kreeg de cardiothoracaal chirurg een woordenwisseling met een collega binnen zijn maatschap, waarop de chirurg het ziekenhuis verliet terwijl hij eigenlijk moest opereren: zijn patiënt lag al onder narcose. Hij kwam wel terug, maar vanwege zijn geëmotioneerde staat besloot hij in overleg dat een collega de operatie zou uitvoeren.

Na dat incident bleek dat de maatschappen anesthesiologie en cardiologie binnen het Amphia weinig vertrouwen in de chirurg hadden en dat ze al langer twijfels hadden over zijn chirurgische kwaliteiten – dit naar aanleiding van complicaties bij een aantal patiënten van de chirurg. Zijn eigen maatschap steunde hem in eerste instantie op dat vlak; dat zou te maken hebben met het feit dat hij relatief veel hoogrisicopatiënten opereerde. Maar de maatschap van cardiothoracaal chirurgen had wel klachten over zijn optreden binnen de maatschap: de chirurg zou zijn administratie verzaken, te laat komen en afspraken niet nakomen.

De chirurg opperde om een objectieve deskundige de kwaliteit van zijn werk te laten beoordelen, en om alle onderlinge wrijvingen via mediation op te lossen. Er volgde een periode waarin hij op bijzonder verlof werd gestuurd, en de vereniging medische staf en het ziekenhuisbestuur bij de onderlinge geschillen betrokken raakten. De Inspectie voor Gezondheidszorg boog zich later over de zaak, maar kon vanwege tegenstrijdigheden in de dossiervoering niet tot een conclusie over het medisch-technisch handelen komen. Op advies van de inspectie keken ook deskundigen van de NVT (Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie) daarna naar zijn handelen.

In de vertrouwens- en samenwerkingsproblemen en twijfels over het medisch handelen zag het ziekenhuisbestuur uiteindelijk aanleiding om de samenwerking met de op dat moment 62-jarige chirurg op te zeggen per maart 2014. De chirurg stapte daarop naar de rechter om schadevergoeding en rehabilitatie te eisen.

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt eind 2016 dat het ziekenhuis geen medisch disfunctioneren had aangetoond dat opzegging van de samenwerking rechtvaardigde. Ook was er onvoldoende bewezen dat er met de chirurg niet goed viel samen te werken, en of problemen op dat vlak alleen zijn schuld waren. Die rechter vond dat de chirurg recht had op een vergoeding van inkomens- en pensioenschade van bij elkaar zo’n 8 ton. Ziekenhuis Amphia en de vereniging medische staf vochten die uitspraak in hoger beroep aan, maar dus tevergeefs.

De hofrechter steunt de uitspraak van de rechtbank. Die acht het kwalijk dat de chirurg langere tijd via indirecte weg moest vernemen dat er kritiek bestond op zijn functioneren, zonder dat dit concreet werd gemaakt. Er werd ‘niet met hem, maar over hem kritisch gesproken’, aldus het hof. De vereniging medische staf en het ziekenhuisbestuur hebben lange tijd verzuimd om een externe deskundige onderzoek te laten doen naar het medisch functioneren en zijn te snel het pad ingeslagen van beëindiging van de samenwerking, waardoor volgens de hofrechter ‘polarisatie is opgetreden’. Het argument van de patiëntveiligheid dat deze partijen aanvoerden, gold volgens het hof niet aangezien de arts al sinds december 2012 niet meer opereerde.

Lees ook:

Nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Cornelis Bruijninckx

    chirurg n.p., Rotterdam

    Een groot probleem met de definitie van de disfunctionerende medische specialist is dat daarin het beheersen van niet-zorginhoudelijke vaardigheden ontbreken. Belangrijke vaardigheden als samenwerking en communicatie blijven daardoor buiten schot, te...rwijl juist op die gebieden disfunctionerende artsen meestal tekortschieten. Zoals ook in dit geval.
    Het Scientific Institute for Quality of Healthcare van het UMC St. Radboud signaleerde in 2012 reeds dat dit disfunctioneren beter gedefinieerd kan en moet worden. Daarnaast bepleitte deze club de ontwikkeling van gevalideerde instrumenten voor de beoordeling van het functioneren van artsen, op grond waarvan een onafhankelijke beroepsorganisatie (zoals de General Medical Council in de UK) vermeend disfunctioneren beoordelen kan. Uit een in 2016 door deze zelfde organisatie verricht onderzoek bleek er 4 jaar later vrij weinig vooruitgang op dit gebied te zijn geboekt.
    Dat is behalve beschamend ook onverstandig want daardoor blijven zaken als deze met enige regelmaat terugkeren. Bovendien zou in minstens 10% van de maatschappen de arbeidsvreugde wel eens aanzienlijk kunnen toenemen wanneer hier wel serieus werk van zou worden gemaakt.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.