Duimpje omhoog
A. kan alleen nog maar communiceren middels gebaren, maar A. kan geen gebarentaal. Het enige wat hij kan doen om zich te uiten is duimpje omhoog, duimpje omlaag.
Ik ben zij-instroom geneeskundestudent, ben 23 jaar, en zit nu in het eerste jaar van mijn coschappen. Ik raak vaak geïnspireerd door alle mooie mensen die ik ontmoet in het ziekenhuis, en schrijf daar graag over. Daarnaast kan ik ook vaak lachen om alle ongemakkelijke momenten die je als co meemaakt - en ook daar schrijf ik graag over.
A. kan alleen nog maar communiceren middels gebaren, maar A. kan geen gebarentaal. Het enige wat hij kan doen om zich te uiten is duimpje omhoog, duimpje omlaag.
‘En wat is je gevoel daarbij’, vroeg de docente. Voor het eerst werd mij nu deze vraag gesteld. Een confrontatie met mijn eigen oordelen, gedachten, ideeën over de patiënt. Onderwerpen die ik normaal niet aankaartte, om maar zo onbevangen en onbevooroordeeld mogelijk het proces van klinisch redeneren in te gaan.
Ik had net de bloeddrukband bij de patiënt afgedaan en opgeborgen, toen deze zich naar mij omdraaide. ‘Deze heb je niet, hè?’ zei hij. Hij stak zijn hand naar me uit, handpalm naar me toe, met daarin een bos sleutels. Ik was even van mijn à propos.
Het is nota bene in de huisartsenpraktijk waar ik inval als doktersassistente dat ik de uitslag van mijn beroepskeuzetest onder ogen zie: 69 procent huisarts. Het specialisme dat schijnbaar het beste bij mij past. Ik had gehoopt op een spannend en uitdagend specialisme, waarbij je met je handen werkt en waar je snel resultaat boekt.