Blogs
Blog

Vrijdag

Plaats een reactie

Het is een herfstachtige vrijdag, de regen klettert gestaag tegen het enige raam van de artsenkamer. Een lange week komt langzaam ten einde: samen met de anios werk ik de laatste notities van de zaal bij. De overdracht is al geweest, alle brandjes zijn vanaf nu voor de avonddienst. De anios werpt een blik over mijn schouder: ‘Ziet er goed uit allemaal, als je dat familiegesprek nog even uitwerkt en in Epic zet, dan onderteken ik het vanavond wel vanuit huis.’ Ik knik. We wensen elkaar een fijn weekend. In de reflectie van het raam zie ik hoe ze haar witte jas aan de kapstok hangt en de deur achter zich dicht trekt. Ik staar naar de druppels die hun weg zoeken over het glas.

getty
getty

Vanavond een verjaardagsfeestje, altijd leuk. Nog even snel hier de boel afronden en dan die kant op. Het etentje ga ik niet halen, wie spreekt er dan ook al om half 7 af in het restaurant? ‘Normale mensen’, hoor ik mijn vrienden zeggen. Eigenlijk moet ik het wel een beetje rustig aan doen vanavond, ik had dr. Bilden beloofd om dit weekend echt wat te doen aan dat onderzoek van hem. Ik sla mijn notitie op en werp nog één blik op mijn afgeleefde patiëntenoverzicht. Shit, Bert, een verpleegkundige, had me nog gevraagd om de dosering te veranderen van een medicijn van de heer Willemse. Maar naar welke dosering? Ik vervloek mijn eigen onleesbare handschrift: geen idee of ik nu 10 of 20 mg bedoelde. Dan maar op zoek naar Bert.

Ik knoop mijn witte jas dicht, trek mijn overhemd recht en stap de kamer uit, de afdeling op. Na twee rondjes over de afdeling heb ik Bert nog steeds niet gevonden en is mijn geduld op. Ik vraag het de heer Willemse zelf wel, hij heeft zijn eigen medicatie altijd keurig op orde. Vanaf de gang zie ik hem zitten bij het raam, zijn prachtige rode satijnen badjas in schril contrast met het afgeleefde ziekenhuismeubilair. Ik blijf even in de deuropening hangen. Je ziet hem zo zitten in een chique countryclub, of in een van de grote leren fauteuils in die sigarenwinkel op de Dam. Het infuus verstoort de illusie, en als je iets langer naar zijn gezicht kijkt, zie je de diepliggende ogen, de scherpe jukbeenderen. Longkanker heeft geen interesse in status, geld of stijl. Het pakt iedereen even genadeloos aan.

‘Nog steeds hard aan het werk, jongeman?’ Een glimlach trekt over zijn gezicht. Hij legt de NRC voor zich neer en als een professionele opa wenkt hij me binnen. ‘Je bent nog niet eens echt dokter toch? En nu al zulke lange dagen.’ Ik mompel iets quasibescheidens. ‘Hier, neem een chocolaatje, ik krijg ze echt niet allemaal op in mijn eentje.’ Ik geef me over en neem plaats in de vensterbank, terwijl de heer Willemse een enorme doos bonbons uit zijn nachtkastje haalt. We nemen er allebei eentje en staren al kauwend het raam uit. In de verte gaan de lichten van de stad een voor een aan. ‘Ga je nog iets leuks doen dit weekend, vanavond de stad in?’ Ik kan mijn glimlach niet verbergen en kijk in twee verwachtingsvolle ogen. ‘Niks spannends, meneer Willemse. Dit weekend ga ik me storten op een onderzoeksproject waarmee ik hopeloos achterloop. Misschien vanavond nog even langs een verjaardag van een goede vriend, kijk nog even.’

De heer Willemse kijkt me verbaasd aan: ‘Hoezo, je kijkt nog even?’ ‘Nou ik moet hier de boel nog afronden en het diner haal ik toch niet dus…’ Voordat ik mijn excuus kan afronden, snijdt de heer Willemse er doorheen: ‘Hoe laat begint het?’ Ik kijk hem beduusd aan. ‘Het diner.’ ‘Uhh, nou over 15 minuten.’ Zijn blauwe ogen hebben nog niks aan felheid ingeboet en staren me indringend aan. ‘Jongeman, weet je waar ik geen moment spijt van heb gehad in mijn lange leven?’ Dit lijkt me een hypothetische vraag, dus ik hou wijselijk mijn mond. ‘Van de avonden dat ik mijn werk naast me neerlegde en tijd maakte voor mijn vrienden en familie. Je gaat genoeg werken in dit leven. Hoeveel patiënten kom je hier tegen die zeggen: ‘Ik wou dat ik wat meer gewerkt had?’ Ik stamel wat. ‘Dat dacht ik ook. Hup, scheer je weg! Laat deze oude man rustig de krant lezen.’ Langzaam sta ik op en stap plots met zekerheid richting de deur. Als ik me haast ben ik misschien op tijd voor het hoofdgerecht. Snel even een appje sturen en… ‘Sebastiaan, nog één ding.’ Met mijn hoofd al in de kroeg sta ik wat verdwaasd in de deuropening. ‘De dosering van mijn enalapril is 20 mg.’

Halverwege het diner val ik binnen, een bord staat al voor me klaar. Ik laat me opslokken door de mensen om me heen, het geklets en de warmte. De stress van de week verdwijnt naar de achtergrond. In stilte hef ik mijn glas op de jarige, al mijn andere aanwezige vrienden, én op de heer Willemse.

operatiekamer poep
  • Sebastiaan

    Zijn oma denkt dat hij de wereld redt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.