Blogs
Merel
2 minuten leestijd
Blog

Uitzichtloos of toch niet?

Plaats een reactie

Tijdens mijn nachtdienst op de spoedeisende hulp wordt een man per ambulance binnengebracht. Hij is op straat gevonden door de politie, moeilijk aanspreekbaar en heeft – naar het schijnt – pijn aan zijn schouder.

Bij binnenkomst groet de verpleegkundige de man enthousiast: ‘Hee Henk! Ben je er weer? Dat is weer effekes geleden’. De man reageert niet, al heet hij volgens zijn dossier inderdaad Henk. Geïnteresseerd spit ik zijn voorgeschiedenis door. Henk is het afgelopen jaar meer dan twintig keer opgenomen met een alcoholintoxicatie en er zijn nog enkele TS’en (tentamina suicidii, zelfmoordpogingen). Er staat zelfs een contactpersoon van het Leger des Heils in zijn dossier! Zodra de aios mij vraagt om mee te gaan met de woorden ‘twee staan sterker dan één’, spring ik op met een combinatie van nieuwsgierigheid en spijt dat ik die proefles boksen die ik had gepland, nog steeds niet heb gevolgd...

De geur van alcohol en oud zweet komt ons tegemoet. Met mijn handen amateuristisch in de aanslag om een onverwachtse hoek van Henk te ontwijken, roep ik zijn naam. Geen reactie. Ik roep nog eens, nu dichterbij en zo hard dat ik vrees de patiënten op de ok ermee uit hun narcose wakker te schudden. Dan opent Henk zijn ogen en knijpt ze meteen weer dicht vanwege het felle licht. Hij mompelt dat het allemaal toch niet normaal is en iets met klerezooi, wat ik sinds mijn coschap psychiatrie zou duiden als ‘normaal affect’. Gelukkig geeft hij antwoord op onze vragen en kunnen we hem nu goed onderzoeken. Zijn schouder blijkt in orde. Vanwege zijn ondertemperatuur van 34 graden, stoppen we hem samen zorgvuldig in onder twee dekens en een warmtedeken. ‘34?’, vraagt Henk nog, ‘dat is niet goed hè? Hoe ken dat nou? Ik heb het godsklere warm!’ Ik moet mijn lachen inhouden. ‘Heeft u straks een bed om naartoe te gaan?’ vraagt de aios geduldig. ‘Ja.’ Stilte. ‘Een hele grote.’ ‘Waar dan?’, vraagt ze. ‘Oóóveral’, zegt Henk tevreden.

Gelukkig mag Henk zijn roes hier uitslapen totdat zijn temperatuur genormaliseerd is. Af en toe kijk ik even om het hoekje, maar hij ligt heerlijk te ronken. Ik denk na over de uitzichtloosheid van zijn situatie; een man zonder bed en met zo’n enorm alcoholprobleem. Waarschijnlijk gaat hij na ontslag weer ergens liggen, en drinken, en dan wordt hij weer gevonden...

Om 6 uur in de ochtend zal Henk dan echt moeten opstappen. Aan zijn bed schreeuwen we weer vol overgave zijn naam. Deze keer schiet hij met een ruk overeind. Met grote ogen kijkt hij rond alsof hij vergeten is waar hij is. In plaats daarvan vraagt hij hoe laat het is. Mijn antwoord doet de schrik alleen maar toenemen. Ik ben benieuwd wat tijd uitmaakt voor deze man en voorzichtig vraag ik of hij gehoopt had nog iets langer te kunnen slapen, maar nog voor ik mijn zin af heb, vraagt hij me het infuus te verwijderen en binnen een mum van tijd staat hij al bij de deur. Glashelder zegt hij: ‘Ik moet om 8 uur op mijn werk zijn!’ Hij draait zich om en beent met kaarsrechte pas het ziekenhuis uit, mij verbaasd achterlatend, zijn rooskleurige toekomst tegemoet.


Meer van merel

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.