Blogs
Blog

Mijn ontgroening

Plaats een reactie

Bibberzwetend fietste ik die ochtend naar het ziekenhuis in Enschede, mijn eerste heuse dienst. Vandaag start de ontgroening, zo voelt het.
Ik pak de pieper uit het rek, een verse witte jas van de stapel en loop naar de Spoedeisende Hulp-afdeling, die in korte tijd al míjn afdeling is geworden. Die moet eerst op orde en dan door tot de volgende ochtend.

Rond 18.00 uur druppelen de collega’s via de SEH naar buiten, de opleider loopt nog even langs: ‘Succes vanavond, de ouwe Dinkla heeft dienst. Een van de aiossen pakt me nog even bij de arm: ‘Houd vol, het wordt vanzelf weer vrijdag. Oh ja, mocht je Dinkla vannacht bellen, doe dat twee keer. Eerst wakker bellen, als hij opneemt even zeggen wie je bent en dat je dienst hebt. Dan neerleggen en nog een keer bellen en het hele verhaal doen. En als ie moet komen, dan moet je direct zeggen: ‘Nu komen.’ Niet graag of weifelen, gewoon zeggen “Nu komen”.’

Op het bed in kamer 3 zit een kranige tachtiger, het leven in het gezicht getekend.

‘Hoe is het met u?’

‘Nie best, dokter’ en hij schiet in een hoestbui, waarbij de spetters bloed door de kamer vliegen.

‘Veel hoesten, ook pijn?’

‘Dat kan ik wel vernemen’ pruttelt hij verder, zijn bloed en slijm wegvegend met de mouw van zijn tot op de laatste vezels versleten wollen trui.

‘Hier een doekje’ zegt de verpleegkundige.

‘Is dat al lang, had u vorige week ook al pijn?’

‘Pien? Ja, dat kon ik vorige week ook wel vernemen’. En hij hoest vanuit zijn tenen.

‘Ik veul mie beheurlijk sloerig in de rakkert.’

‘ In de rakkert?’

‘Ja, in de rakkert ja.’

Ik overleg met de achterwacht, we nemen hem op, de man is te ziek en in korte tijd ook fors afgevallen. We moeten gaan uitzoeken wat het kan zijn, aanwijzingen voor een longtumor te over, morgen CT-scan, uitgebreid lab en eventueel een bronchoscopie. Ik maak de status in orde en rijd de patiënt naar de afdeling.

Om 21.00 heb ik de EHBO leeggewerkt en ga ik naar huis, ik heb een bereikbaarheidsdienst. Mijn vriendin heeft nog een prutje voor me. We keuvelen wat over de dag en dan belt de verpleegkundige van de afdeling. Ze maakt zich toch wat zorgen over de ouwe baas. Of ze hem wat kalmerends mag geven.

‘Dat mag. Jullie geven normaal, oxazepam toch.’

We gaan slapen. Net als ik lekker de eerst REM-slaap aantik, gaat de telefoon. Ik zit direct rechtop, hartslag 180. ‘Nu komen, het gaat niet goed met de heer Van Lunteren, lage bloeddruk, blijft maar bloed ophoesten.’

Ik spring uit bed en spurt naar het ziekenhuis. Als ik op de afdeling kom, gaat net de spoedbel en ik ren naar de kamer. De kamergenoot van meneer Van Lunteren heeft gebeld. ‘Giet niet goed hiero bie die baas’. De broeder en ik treffen een hevig transpirerende benauwde patiënt aan, bloed hoestend en proestend. De broeder krijgt hem weer tot rust en doet de controles: ‘lage tensie, snelle pols.’

Ik bel met de achterwacht en met Dinkla en herinner mij de tip. Ik leg neer en bel opnieuw. ‘Moet ik komen?’

‘Ja.’

‘Zorg dat ik een bronchoscopie kan doen. Dit is vast een tuberculosehaard.’

Tuberculose, denk ik, we zitten toch niet in Afrika? Ik bel een functie-assistent die in het ziekenhuis slaapt om een bronchoscopie te regelen.

‘Wie heeft dienst, Dinkla? Oh die wil de dikke Bertha hebben, komt goed.’

Ik loop terug naar de patiënt en we rollen hem naar de functiekamer. In de lift hoor ik een enorme rochel en een vette hoest, zie de broeder verschieten en kijk naar beneden, een grote plas bloed. De man ziet lijkbleek. ‘Pols weg!’ Voor ik er erg in heb, springt de broeder op het bed en begint te reanimeren.

‘Bel 555, nu!’

Overdonderd bel ik 555 met de telefoon in de lift. De deur gaat open, ik rijd het bed naar buiten, de broeder nog druk in de weer en roep in de hoorn waar we staan, lang leve de wegwijzering. ‘Op kruising in hal, ik zie de receptie links.’ Ik pak de reanimatie over en voor ik er erg in heb word ik omringd door toesnellende witte jassen.

Na een paar pogingen tot defibrillatie, roept een van de broeders tot de collega cardiologie:

‘Hoe lang nog dok, de man is over de 80, wat zijn we aan het doen?’

De assistent cardio kijkt verschrikt op, en kijkt naar mij. Ik denk: ‘shit, moet ik dit bepalen? Ja, het is mijn patiënt natuurlijk. Net als ik begin te stotteren hoor ik achter me: ‘Nog één klap, dan stoppen.’ Het is dokter Dinkla. De klap volgt, maar geen output. De patiënt overlijdt onder onze handen.

We vullen paperassen in, bellen familie. Dokter Dinkla blijft hangen, laat mij het woord doen en vult aan waar nodig: ‘Bloeding van een verkaasde tuberculosehaard.’

‘Tuberculose? Mijn vader, had geen tuberculose heeft ie het nooit over gehad?’

‘Vroeger werd daarover gezwegen, het was erger dan kanker, want je werd voor “teringlijer” uitgemaakt, iedereen vermeed je. Veel boeren verzwegen het dus. Soms eindigt het in een bloedbad, de stukken die loskomen moeten een ader of slagader hebben geraakt.’

En hij verlaat het pand. Ik drentel nog een tijdje na in het ziekenhuis, dan maar naar huis, stil ga ik op de bank liggen. Enkele uren later, ik heb niet meer geslapen, stamel ik me tijdens de overdracht door de casus heen. Ik loop de zaal uit. Een hand op mijn schouder. ‘Ga lekker slapen, ik neem de zaal van je over’, zegt de oudste assistent.

‘Hoeft niet’

‘Maar ‘t gaat wel gebeuren! Nu naar huis, slapen en deze dag verwerken, tot na het weekend!’

Met de kop in de wind fiets ik naar huis. Warme thee soest me later in slaap. Ik ben ontgroend. Maar gesterkt en gestut door het team, dat zeker. Ik stond er niet alleen voor.

Luister de podcast Van geluk spreken

  • Casper van Koppenhagen

    Casper van Koppenhagen is revalidatiearts op de afdeling Rijndam Revalidatie van het Erasmus MC en sportarts np en auteur van de boeken Ik had je gedacht mijn kind en Bram Breedveld, Spits van Oranje.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.