Blogs
Blog

Het moet voldoende zijn

Plaats een reactie

‘Soms heb je het twijfelachtige genoegen een patiënt te kunnen diagnosticeren zodra hij de spreekkamer binnenloopt’, zei de jonge kinderarts vrolijk. Ze glimlachte van oor tot oor en haar ogen glinsterden. Niet vanwege de diagnose, maar omdat ze de kans had haar coassistenten iets bijzonders te laten zien. Ze wenkte ons zonder verder iets te zeggen.

Eenmaal in de kamer wees ze ons op een zesjarig jochie met een spitsvormig gezichtje, kleine ogen en laag ingeplante oren. Hij was klein van gestalte en spreken ging maar moeizaam. Af en toe moest hij huilen.

‘Kijk eens naar zijn handen’, spoorde ze ons aan. Nu zagen we dat zijn duimen eigenlijk heel raar stonden, alsof ze los zaten. Ze wees ons daarna op andere belangrijke punten van het lichamelijk onderzoek: café-au-laitvlekken, microcefalie en de lijst ging nog door. ‘Een schoolvoorbeeld van Fanconi-anemie.’

Fanconi-anemie is een uiterst zeldzame vorm van beenmergfalen. Wereldwijd slechts één op de 130.000 geboortes. Toch was dit niet de eerste FA-patiënt die onze begeleidster had gezien. ‘Omdat het een autosomaal recessief overervende ziekte is, komt het vaker voor in de context van consanguiniteit,’ vertelde ze ons. Daarna wendde ze zich tot de moeder: ‘Wat is uw verwantschap tot de vader van het kind?’

‘Hij is mijn volle neef,’ antwoordde de moeder. De kinderarts draaide zich om naar ons om met een veelbetekenende glimlach die wilde zeggen: quod erat demonstrandum.

Bloedverwantschap komt nog vaak voor onder de Roma-gemeenschap, waartoe ons patiëntje en zijn familie behoren. Niet alleen hier in Roemenië, maar ook in de rest van de Balkan en het westen van Turkije houden veel Roma vast aan oeroude tradities, zelfs als ze een gezondheidsrisico vormen. Soms helpt het als de leefomstandigheden verbeteren, maar een gebrek aan scholing bemoeilijkt de situatie verder.

Als arts heb je het liefst dat ziekte indien mogelijk wordt voorkomen. Of het nu gaat om de gewoontes van een hele bevolkingsgroep of het stoppen met roken van één individu – je hoopt dat een goed geïnformeerd mens tenminste naar manieren zoekt om de kans op ziekte te minimaliseren. Dat is natuurlijk wat idealistisch: dat je toevallig iets weet betekent niet meteen dat je je ernaar gedraagt: roken is daar een voorbeeld van. Toch denk ik dat beter onderwijs veel kan betekenen, in welk land of welke cultuur dan ook. Zo herinner ik me bijvoorbeeld een patiënt (50 pakjaren) met ernstige COPD die huilend vroeg waarom hij er toch zo erg aan toe is, hij was toch enkele maanden geleden gestopt met roken?

Het zusje van ons patiëntje bleek te lijden aan dezelfde ziekte. De andere vijf kinderen waren ongetwijfeld dragers. De kinderarts zucht. ‘Je kunt als arts het verleden natuurlijk niet veranderen; zelfs op de toekomst hebben we weinig grip. Maar vaak kan je iemand helpen in het hier en nu. En hoe weinig dat ook soms is, het moet voldoende zijn.’

  • Liviu

    Liviu is geboren in Roemenië maar getogen in Nederland. Hij studeert nu geneeskunde in Boekarest. Voor Arts in Spe schrijft hij over zijn ervaringen aldaar en de naderende overstap van student – hij is zesdejaars – naar arts.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.