Blogs
Anouk Putker
Anouk Putker
2 minuten leestijd
Blog

Het meisje en de dokter

2 reacties

Ik sta met twee rinkelende telefoons in mijn handen op de afdeling. Ik heb vandaag nog niet gegeten of gedronken. Mijn derde slechtnieuwsgesprek van de dag is net achter de rug. Ik ben er he-le-maal klaar mee.

Terwijl ik me sta af te vragen hoe rampzalig het zou zijn als ik de telefoons door het toilet zou spoelen, staart de verpleegkundige me aan. Haar ogen zeggen: ‘Kom je nou nog?’
Dat is waar ook. Er is net nog een nieuwe patiënt op de afdeling opgenomen. Hij is gelukkig al op de Spoedeisende Hulp gezien, dus ik hoef als zaalarts eigenlijk alleen maar een handje te geven.  Ik steek beide telefoons de lucht in en gebaar dat dit eerst moet. Ik hoor – vlak voor ik opneem – dat de verpleegkundige al zuchtend uitlegt dat de dokter er echt zo aankomt. Dan kijkt de patiënt nog even om de hoek. Hij draait zijn hoofd naar de verpleegkundige en zegt bijna beledigd: ‘Zij? Dat meisje?’ Ik word op slag chagrijnig. Gadverdamme, dat kan er ook nog wel bij vandaag.

Na vijf minuten en drie telefoontjes raap ik mezelf bij elkaar. Ik overtuig mezelf ervan dat de patiënt ongetwijfeld ook een slechte dag heeft. ‘Klop klop!’ roep ik ongemeend vrolijk terwijl ik de deur open. De patiënt en zijn echtgenote zitten allebei aan de warme maaltijd. De geur van gekookte aardappels doet mijn maag rammelen. De patiënt ziet klaarblijkelijk mijn verhongerde blik, want hij zegt direct: ‘Niet te nassen, hoor.’ Vervolgens neemt hij een grote hap van zijn toetje.

Ik vraag de patiënt of hij mij in zijn eigen woorden kan uitleggen waarom hij hier is opgenomen. Een tactiek die meestal werkt. Soms ervaart een patiënt de opname heel anders dan een dokter. ‘Dat weet je toch wel, mag ik aannemen?’

Het kost me echt moeite om me niet te laten kennen. Ik leg hem uit dat ik weet dat hij een hartinfarct heeft gehad in 1998, sinds drie jaar bekend is met een tumor in de darm en dat hij inmiddels palliatieve chemotherapie krijgt. Hij lijkt verbaasd. Gelukkig was mijn collega op de Spoedeisende Hulp zo tactisch om op te schrijven dat de kleindochter van deze patiënt morgen trouwt. Opa zal er niet bij zijn.

‘Wat vervelend dat u nu bij ons ligt. In het bijzonder omdat uw kleindochter morgen trouwt.’
Ik voel aan alles dat de patiënt ontdooit. Alle frustratie is direct van tafel. Ik heb een prettig gesprek met hem en zijn echtgenoot. Ik leg nogmaals uit wat de bedoeling is van de opname en vraag of ik nog wat kan betekenen. Als ik de patiënt een hand geef, zegt hij: ‘Dank u wel dokter, tot morgen.’

U. Dokter.
Al glimlachend fiets ik –  in het donker – terug naar huis.        

  • Anouk Putker

    Anouk Putker werkt als arts in opleiding tot oncoloog.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • A. Brunet

    adviserend geneeskundige, Haarlem

    Geachte Dokter Anouk,
    U en uw collega op de Spoedeisende Hulp zijn een PROFESSIONEEL voorbeeld voor veel 'ervaren' medisch specialisten, arts-assistenten en verplegend personeel door vooraf kennis te nemen van het dossier van de patiënt en te vragen ...aan de patiënt wat hij nodig heeft. Uit recente - negatieve- ervaring heb ik zelf aan den lijve ervaren hoe belangrijk het is om goed en tijdig te worden geïnformeerd als patiënt en naaste en dat een arts communicatief is, bed-side intelligent en de patiënt écht centraal stelt.

  • Eef Jansen

    arts (antroposofisch), Maastricht

    geachte dokter Anouk
    mooi artikel; zo zie je maar weer, dat menselijkheid in ons vak er altijd het beste uitkomt en zelfs de overbelaste arts nog vreugde in het vak kan bereiden.
    veel succes

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.