Blogs
Siham
2 minuten leestijd
Blog

Heb je spierballen?

1 reactie
getty images
getty images

Met mijn rode klomp druk ik op de knop, de deuren schuiven open, mijn hoofd draait naar links en ik ga op zoek naar een mondkapje en sponsje. Geheel routinematig knoop ik een touwtje achter mijn nek en ter hoogte van mijn kruin om het kapje voor mijn mond te bevestigen. Ik check of het flexibele deel dat op mijn neus steunt niet al te strak zit en slaak een diepe zucht. Als ik zie dat de glazen van mijn spatbril niet beslaan, trek ik tamelijk ruw – anders lukt het voor geen enkele meter – het plastic van het sponsje.

Na een wasritueel dat inmiddels even vertrouwd voelt als tandenpoetsen, stap ik met mijn handen in de lucht het steriele dek op. Geen ‘Handen omhoog of ik schiet’, maar de kreet ‘Welk nummer?’ hoor ik de ok-assistente aan de overkant van het dek roepen. Als equivalent van ‘Ik ben onschuldig’, roep ik terug: ‘Zeven!’

Volledig in blauw gehesen, kijk ik samen met de arts-assistent door het deurraampje hoe het ok-personeel de laatste voorbereidingen op de kamer treffen voordat de operatie start. Dit is altijd hét moment dat ik in alle rust nog een laatste keer de belangrijkste anatomische landmarks van de operatie, in dit geval een carotisendarteriëctomie, in gedachten stapsgewijs af ga. Eerst een incisie langs de voorrand van de musculus sternocleidomastoideus, dan klieven totdat de musculus platysma zichtbaar is. Vervolgens begint het belangrijkste werk: het identificeren van de tiende hersenzenuw en de a. carotis communis, interna en externa. Een zuchtje, een duwtje of een onhandige coassistent en de belangrijke slagader naar het brein kan zo doorgesneden worden.

‘Heb je spierballen?’ De chirurg kijkt me breed glimlachend aan terwijl hij met twee grote klemmen in de lucht zwaait. ‘Je zal waarschijnlijk in een onmogelijke positie moeten staan, trekken en duwen, maar houd vol en geef vooral aan als het niet meer gaat’, vult de arts-assistent aan terwijl ze me een knipoog geeft. Ik bedenk dat het me allemaal niet uitmaakt, mijn lijf staat ondertussen stijf van de adrenaline en ik kan niet wachten totdat ik de halsslagader van dichtbij mag aanschouwen.

Als de chirurg zijn hand in de lucht steekt en een scalpel toegeworpen krijgt, zijn we officieel begonnen. Wanneer alle belangrijke vaten en zenuwen geïdentificeerd en geteugeld zijn, gaat de muziek uit. Het wordt muisstil op de kamer, de chirurg stapt letterlijk uit zijn klompen en wiebelt op zijn sokken met het ene been voor het andere terwijl hij zich fronsend buigt over de vrij geprepareerde halsdriehoek.

‘Anne, neem jij de klemmen even over, dan kan de co even voelen.’ Mijn hart maakt een sprongetje. ‘Voel maar hoe hard de carotis voelt door de atherosclerose. Na afloop voelen we opnieuw en zal je het verschil opmerken.’ Ik laat de klemmen los, negeer de opkomende zeurende krampen in mijn armen en ga voorzichtig met mijn wijsvinger langs de dikke vaat die onder de felle ok-lampen schittert. Ondanks de verkalking voel ik lichte pulsaties onder mijn wijsvinger zachtjes tikken. Een moment dat mij weer al te goed doet beseffen hoe prachtig het medische vak is en wat een unieke positie ik heb als coassistent. Kijken, voelen en luisteren. Leren, opnemen, toepassen en toewerken naar het dokter zijn.

lees meer van Siham

chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.