Gynaecologisch onderzoek bij docenten? Serieus??
1 reactieDe medische bubbel. We zitten er in én doen er aan mee. Soms worden we er even uitgetrokken, realiseren we dat het stiekem best bijzonder is wat we doen, maar vaak gaan we snel terug naar de orde van de dag: mensen helpen. We kunnen het niet uitleggen, het is een gevoel. Een gevoel van: ‘Jij werkt in de zorg? Ah, dan snap je het.’ Hetzelfde geldt voor de geneeskundebubbel. Zit je er in? Dan is het heel begrijpelijk wat er allemaal gebeurt. Zit je er niet in, dan verklaar je mijn verhaal voor gek.
Na mijn vakantie begon ik twee weken geleden fris en fruitig aan de onderwijsweken van het gynaecologie- en kindercoschap. Kort maar krachtig is in twee weken tijd zoveel mogelijk besproken om ons klaar te stomen voor de praktijk. Maar de hele twee weken draaiden om één onderwijsmoment, namelijk het DGO (= docente gynaecologisch onderzoek).
Bij het DGO zijn er twee vrouwelijke docenten, vaak vanuit een heel ander werkveld, die eerst gynaecologisch onderzoek bij elkaar voor doen en vervolgens kunnen wij het in kleine groepen bij hen oefenen. Ik heb de mond van mijn niet-medisch onderlegde huisgenoot nog nooit zo ver open zien staan toen ik dit vertelde.
‘Ben je serieus???’ ‘Ja. Ze geven je tips, vertellen waar je naar moet voelen en hoe het voelt.’ Natuurlijk had ik mij gerealiseerd dat het een bijzonder onderwijsmoment was, maar raar vond ik het eigenlijk niet zo. Ik had diep respect voor deze vrouwen aangezien ik het zelf niet zo snel zou doen, maar iedereen moet het toch leren?
Het deed mij terugdenken aan alle bijzondere onderwijsmomenten met mijn medeco’s. In onze eerste masterweek hadden we alle littekens, bijzondere knobbels, gekke tenen en rare borsten al gezien van elkaar. Bloedprikken hebben we geleerd door op elkaar te oefenen. Vingers, enkels, armen en benen zijn ingepakt met verband, mitella’s, pleisters en gips. Alle moedervlekken op mijn lichaam hebben een extra beoordeling gekregen tijdens mijn coschap dermatologie. Ogen, oren, neuzen en monden zijn met felle lichten beschenen en bekeken. Sterker nog: tijdens mijn eerste jaar geneeskunde leerden we het plakken van de ecg-stickers op elkaars borst. Meer mannen hebben mij op de onderzoeksbank in mijn bh gezien dan in bed.
Maar nooit heb ik mij ongemakkelijk of bekeken gevoeld. Het is een gevoel van wederzijds respect en erkenning van het gezamenlijke doel: zo veel mogelijk leren van elkaar.
Ik geef toe, ik begrijp dat het voor de buitenwereld niet zo vanzelfsprekend is dat we dit allemaal doen. Daarom mogen we ook soms wel even stil staan bij de bijzondere momenten die we met elkaar delen om betere dokters te worden. Of het nou gaat om naar de longen luisteren of een vaginaal toucher doen, uiteindelijk draait het om de handeling goed uitvoeren. En hoe je het ook went of keert, oefening baart kunst.
Meer van Lieke Touwen
H.C.M.J. Mommers
arts hyperbare geneeskunde, Den Bosch
De koptekst wekte mijn interesse om dit artikel te lezen. Absoluut geen nieuw fenomeen; bijna 40 jaar geleden opgeleid in Maastricht, waar toen het PGO als eerste universiteit in NL, werd gepraktiseerd. Wij hadden opgeleide vrouwelijke simulatie pati...ënten; in het 3e of 4e jr was er de mogelijkheid(?) waarbij, na voorbespreking en onder begeleiding van een Skillslab docent, het VT “beoefend” kon worden, met ruime feedback. Veel van geleerd.