Blogs
Blog

Eerste cardioversie

Plaats een reactie
© Shutterstock
© Shutterstock

Mijn tweede dag bij de cardiologie. Nog een beetje onwennig zit ik in de overdrachtsruimte om me heen te kijken naar alle 'mannen-mannen' die patiënten aan elkaar overdragen. Ik luister: sommige patiënten die ik gisteren gezien heb op de Eerst Hart Hulp (EHH) liggen nog op de CCU aan de hartbewaking. Toch droom ik ongemerkt een beetje weg. Tot een van de cardiologen opspringt en roept: ‘Ik moet nog even een cardioversie doen!’ Ik grijp mijn kans en vraag gretig of ik met hem mee mag. De cardioloog lacht. Voor hem is het vast al lang geleden dat hij dit voor het eerst deed en het nog cool en spannend vond. Cardioversies zijn nu een dagelijks klusje dat nog vóór alle andere werkzaamheden op de dag moet gebeuren.

Onderweg naar de patiënt vraag ik hem precies uit te leggen hoe het in zijn werk gaat. Ik vertel hem ook dat ik hoop het dan binnenkort misschien een keer zelf te mogen doen. Ondertussen zijn we al aangekomen bij de EHH waar de patiënt ergens zou moeten liggen, maar de cardioloog is sympathiek en neemt rustig de tijd om mij het hele proces van A tot Z uit te leggen. Langzaam krijg ik er meer vertrouwen in. Het is ook eigenlijk helemaal niet moeilijk.

Zodra we de enige kamer op EHH instappen waarvan de deur openstond en alleen het gordijntje voor afscheiding zorgde, trekt de patiënte me aan m'n witte jas. ‘En dokter... Ga jij het doen?’ Ik kijk haar een seconde stomverbaasd aan en bedenk me dan met het schaamrood op m'n kaken dat de patiënte waarschijnlijk mijn hele conservatie met de cardioloog heeft gehoord. O, o…  ‘Eh’, stamel ik, terwijl de cardioloog me met een brede grijns aankijkt, ‘alleen als u het goedvindt, hoor!’ Ik probeer het zo luchtig mogelijk te zeggen, maar eigenlijk vind ik het allemaal zwaar ongemakkelijk.

De patiënte stemt in, maar is duidelijk zenuwachtig. Ik betwijfel of ik had ingestemd als ik haar was. Ik probeer haar gerust te stellen, door haar ervan te verzekeren dat ik het écht niet zou doen als ik er niet zeker van was dat het zou gaan lukken. Hierop reageert de vrouw, bij wie het zweet inmiddels is uitgebroken, dat zij een fijn leven heeft gehad, gisteren voor haar verjaardag nog geskypet heeft met haar zonen in Australië, dus mocht zij onverhoopt sterven ‘dan is dat maar zo’. De cardioloog, die ondertussen alles heeft klaargezet, spreekt de vrouw hierop streng toe en zegt dat ze gewoon over een kwartiertje weer wakker zal worden – met een hart dat hopelijk gewoon weer in sinusritme klopt. De vrouw knikt hem toe en geeft me een knipoog. Ik begin zo onderhand toch ook wel wat klamme handjes te krijgen.

Ondertussen is ook de anesthesioloog binnengekomen: een lange man met een grote tattoo op zijn arm. Hij is meteen gekomen en heeft nog niet de tijd gehad zijn witte jas aan te doen. Zijn gezicht lijkt een beetje op het gezicht van de patiënte, wat maakt dat ik hem een beetje vreemd aankijk. Het lijkt wel alsof een familielid de patiënte onder zeil aan het brengen is (...) In m'n hoofd roep ik mezelf tot de orde, terwijl de patiënte rustig in slaap glijdt. Ik loop om het bed heen en moet constateren dat ik er niet goed bij kan; de buik van mevrouw is van dusdanige omvang dat het bed toch echt iets naar beneden zal moeten, wil ik niet mee-geëlektrocuteerd worden.

Enkele minuten later hoor ik mezelf ‘bed los!’ roepen en check ik intussen of de shock gepland is op het QRS-complex. Ik druk, zoals mij herhaaldelijk verteld is, de peddels stevig aan, waarop de patiënte zo'n 10 centimeter de lucht in vliegt. Een lichte rilling van verbazing trekt over mijn rug. Ik dacht altijd dat het overdreven was in alle medische series en films dat patiënten zover omhoog komen; ze zijn immers onder algehele narcose. Niets blijkt echter minder waar, als ik de forse patiënte onder mijn peddels voel opstijgen.

Ik staar naar het scherm: shit, nog steeds atriumfibrilleren. Hoger voltage, opladen, clear, en… nog altijd geen sinusritme. ‘Nog één keer, dan houdt het op’, zegt de cardioloog. En terwijl de patiënte voor de derde keer wordt geshockt blijkt haar atriumfibrilleren persisterend.

Pfieuw! Een kwartiertje voelde ik me een échte dokter, die even echt iets kon dóén! Het voelt goed, denk ik terwijl ik grijnzend alles opruim met de verpleegkundige. Terwijl ik het even op me in laat werken en wacht tot de patiënte bijkomt, daalt de saturatie ineens hard. In een reflex houd ik haar het zuurstofkapje voor waarop de saturatie gelukkig gauw bijtrekt. Waar is iedereen? Mijn aanvankelijke triomf is van korte duur. Waarom wordt ze niet wakker? De verpleegkundige komt binnen, en terwijl ik hem zeg dat de patiënte nog altijd niet bij is, doet ze één oog open en staart dwars door me heen.

‘Loopt u ons nu te foppen en bent u wél wakker?’ zeg ik tegen de patiënte, hoorbaar opgelucht. De vrouw grijnst en grijpt me opnieuw bij mijn witte jas. ‘En… heb jij het gedaan, dokter? Ging het goed?’ Ik lach en knik, en vertel haar dat alles goed is gegaan, maar dat we haar hart desondanks niet in het goede ritme hebben gekregen. Het gaat het ene oor in en het andere oor uit bij de vrouw, die nog wat slaapdronken is, maar zichtbaar blij met haar langzaam terugkerende bewustzijn. ‘Heel goed gedaan hoor, bedankt voor alles!’ roept ze me na. En terwijl ik vol adrenaline de EHH afloop denk ik bij mezelf: voor alles is een eerste keer.

Blogs coschappen
  • Nina

    Nina schrijft over alle memorabele situaties die ze meemaakt als coassistent en die haar aan het denken zetten. Haar voorliefde voor medische ethiek en Global Health zal hierin doorschemeren. Naast geneeskunde volgt zij de master klassieke muziek (dwarsfluit) aan het Conservatorium van Maastricht.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.