Blogs
Merel
2 minuten leestijd
Blog

Een gevoel van menselijkheid

Plaats een reactie

Bij mijn laatste coschap op de kinderafdeling intensiveerde het contact met patiënten. Waar het in mijn eerste coschap spannend was als je een niet-afwijkende labuitslag aan een patiënt mocht doorgeven – dokter, de patiënt vroeg waarom het CRP niet 0 was en toch goed?! – , belandde ik nu af en toe werkelijk voor de leeuwen.

‘Bespreek jij even de isolatiemaatregelen met die ouders, hun kindje wordt verdacht van het RS-virus.’ Het leek te overzien. Vol overgave begon ik aan mijn uitgebreide introductie over de besmettelijkheid van het virus. Twee gezichten keken mij blanco aan. Ik vervolgde mijn voorzichtige verhaal waarin ik de ouders uitlegde dat wij de overdracht van het virus op andere kinderen wilden voorkomen. Met niets-weggevende blikken leken ze gespannen naar mijn verhaal te luisteren.

Achteraf denk ik dat het gesprek hier nog twee kanten op had gekund. De ouders waren verontrust vanwege de hele situatie rondom de opname van hun kindje. Niet gek, als je bedenkt dat er slechts één ouder bij het kind kan slapen en slapen al geen vanzelfsprekendheid is in de gedeelde kamer vol piepjes en geluiden. Maar hier gooide ik mijn eigen ruiten in. De term ‘isolatie’ die ik liet vallen, schoot volledig in het verkeerde keelgat bij vader. Een intimiderende tirade die begon met ‘Kom naar de gang, niet waar de kinderen bij zijn’ was het gevolg. Daar op de gang, met vanuit vele deuropeningen de nieuwsgierige blikken van andere ouders op mij gericht, voelde het alsof mijn witte jas langzaam verschrompelde. Mijn comfortabele houding verdween als sneeuw voor de zon. Ik voelde mij… mens.

Na een goed gesprek op een rustige kamer werd de lucht weer geklaard, alsook mijn vocabulair. Ik zal het woord ‘isolatie’ niet snel meer naar patiënten gebruiken.

Eenzelfde gevoel van menselijkheid heb ik daarna nog vaak ervaren. Gelukkig, want het maakt mijn vak oprecht en bijzonder. Die week stond ik met een vader van een tweeling het beleid te bespreken, toen ze het allebei op een onverbiddelijk geschreeuw zetten. Voordat ik iets kon zeggen kreeg ik er ééntje, de zwaarste, in mijn handen gedrukt en samen waren we 15 minuten door de kamer aan het wiegen voordat we verder gingen met waar we waren gebleven. Het zijn de momenten die je bijblijven. Laatst liep ik de wachtkamer in om een patiënt te halen en herkende ik een meisje van 17 jaar van een opname. ‘Héé Merel, hoe is het??’, riep ze, waarop de rest van de wachtkamer, nu ook op de hoogte van mijn voornaam, geïnteresseerd opkeek van de wooninrichtingtijdschriften.

Je kunt het zo formeel en informeel houden als je wilt, dacht ik toen nog. Maar dat bleek niet altijd op te gaan. Zo zag ik op de Spoedeisende Hulp een jongen met buikpijnaanvallen. Zijn ouders lieten hem zelf vertellen. Toen mijn vragen beantwoord waren, wilde ik hem onderzoeken. Ik pakte mijn stethoscoop uit mijn o-zo-belangrijke wittejaszak en… ik zag het in slow-motion gebeuren. Het zorgvuldig uit mijn mond gespaarde koffiekoekje van die ochtend begon aan een duikvlucht naar de grond. Daar lag het, midden in de kamer. Vier paar ogen erop gericht. Een eindeloze stilte. Iemand koffie??

lees ook
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.