Blogs
Blog

Dokterstaal

Plaats een reactie

Je hebt dus een specialist, aios, anios, zaaldokter (die weer een aios of anios is), PA (die soms ook een zaaldokter is), supervisor (meestal de specialist), fellow (een ouderejaars aios), senior co (in opleiding tot zaalarts) én de coassistent – en dat ben ik nu dus. En al deze mensen zijn dus dokter… of doctor, dat kan ook nog, en dan moet je ze weer anders aanspreken.

Als al deze termen mij al duizelingen geven, hoe moet dat dan wel niet zijn voor een patiënt. Die naast deze mensen ook nog de verpleegkundige ziet, én de verpleegkundig specialist, leerling-verpleegkundige, zorghulp, flexkracht, steward, dagcoördinator, secretaresse en alle andere mensen als fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers die ook nog langskomen.

Nee, noem mij maar gewoon dokter hoor, geen probleem. Klinkt nog best cool ook. Zoveel verschillende termen voor mensen die er allemaal ongeveer hetzelfde uitzien. Echt weer iets voor de medische wereld om zoveel woorden te gebruiken.

Het is alsof we soms in een soort geheimtaal moeten spreken. En elk specialisme heeft weer zijn eigen dialect. Zo begon ik mijn coschap op de nefrologie. De allereerste dag werd er de hele tijd gesproken over een ‘NTx’. Ik wist dat het een afkorting moest zijn, maar waarvoor? De artsen spraken erover alsof het iets was wat duidelijk aan de orde van de dag was, maar ik had geen idee. Uiteindelijk besloot ik het maar aan de aios (de zaaldokter dus) te vragen. Hij lachte. ‘O ja, stomme afkorting weer. Kijk, de N staat voor nier, de T voor transplantatie en de x, tja die staat eigenlijk gewoon voor ingreep. Een niertransplantatie dus.’ ‘Oóóh.’ Met deze informatie werden alle gesprekken van de ochtend ineens toch een stuk duidelijker. Zo simpel dat het antwoord was, voelde ik me toch wel een beetje dom. Maar eerlijk is eerlijk, zelfs Google wist dit antwoord niet.

Verder zijn artsen ook niet vies van spreekwoorden. Het is op de poli uitermate belangrijk om een vinger aan de pols te houden, want de gezondheid van de patiënt staat nog op losse schroeven. En op de afdeling moet je roeien met de riemen die je hebt, maar zal de patiënt nu toch echt de bocht moeten gaan maken, anders hangt zijn leven aan een zijden draadje.

Het is een taal die wij coassistenten nog moeten leren denk ik. Maar dat gaat vast sneller dan je denkt, want we spreken nu al over polydipsie wanneer iemand weer moet plassen, dyspneu en palpitaties wanneer je met een mondkapje een trap beklimt en dyspepsie, nausea en emesis wanneer iemand, uh ja, de vorige avond íéts te veel gedronken heeft.  

Alleen de taal van de radiologen, dat blijft een dingetje volgens mij. Want zelfs de aiossen en specialisten op de afdeling worden hier niet altijd wijs uit. En dan rest ons nog maar één schone taak: ‘Bel jij de radioloog maar en vraag even wat hij met al deze afkortingen bedoelt, dat is een mooie taak voor jou.’

Lees ook

  • Anouk Maassen

    Anouk Maassen is 24 en bezig met haar laatste coschap.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.