Blogs
Floor Kamphuis
2 minuten leestijd
Blog

De schattigheidsfactor

Plaats een reactie

Ik weet dat je oudere mensen niet schattig mag vinden, je ze daardoor kleineert en aantast in hun autonomie, maar hieronder acht redenen uit de praktijk waarom dat eigenlijk onzin is en ze stiekem wel heel schattig zijn:

1. Mevrouw B, 97 jaar, neem ik op bij de cardiologie in verband met boezemfibrilleren. Ik vraag haar wanneer de klachten zijn begonnen. Mevrouw B: ‘Nou, gewoon, toen ik zoals gewoonlijk de geraniums water gaf.’

2. Ik wil op de afdeling Geriatrie de buik van meneer J, 94 jaar, onderzoeken en vraag hem zijn geblokte pyjamahemd uit zijn broek te halen en omhoog te trekken. ‘Ach, mien wicht, het is zo lang geleden dat een blonde vrouw dát aan mij gevraagd heeft’ (er valt natuurlijk over te twisten of dit onder de definitie ‘schattig’ valt).

3. Mevrouw S, 92 jaar, vertelt enthousiast dat ze sinds kort is begonnen in een boek van haar kleinzoon en dat ze dat toch zo’n goed-en-spannend-en-intrigerend boek vindt. Geïnteresseerd informeer ik welk boek zij leest. ‘Harry Potter!’ Ze begint te glunderen als ik vertel dat er nog zes andere delen over de avonturen van de jonge tovenaar zijn. 

4. Voordat we het antibioticum bij meneer H, 87 jaar, starten, vraag ik hem of hij ergens allergisch voor is. ‘Nee hoor dokter, alleen maar voor lelijke vrouwen, maar daar hoeft u zich geen zorgen over te maken’ (zelfde vraagtekens over schattigheid als bij meneer J).

5. Op de geriatrie neem ik de MMSE af bij mevrouw G, 78 jaar, bekend met alzheimer.
‘In welke plaats zijn we nu?’ Mevrouw G: ‘O, ja, dat weet ik wel hoor, ik ben hier.’ Daar is inderdaad geen speld tussen te krijgen. Ik moet hard op mijn wangen bijten om met een neutraal gezicht de vraag te herhalen: ‘Nog een keertje, mevrouw G, in welke plaats zijn we nu?’ ‘Dat zeg ik u toch? Ik ben hier, HIER!! Hier in dit zaaltje. Wat een vervelende vragen stelt u dokter, u bent toch ook gewoon hier?’

6. Ik gebruik tijdens een consult op de spoed het woord ‘godzijdank’ per ongeluk in mijn zinsconstructie. Mevrouw P, 96 lentes jong, is daar duidelijk niet van gediend. ‘God is een dikke luie kerel die op een wolk zit, naar ons kijkt en verder helemaal niets uitvoert.’

7. Meneer K, 82 jaar, zit voor mij als ik een deel van het spreekuur van de huisarts mag doen. ‘Ach dokter, ’t geet toch zo onmeunig slech met mien kopt de laatste tied.’ Ik kom oorspronkelijk niet uit het oosten van het land dus heb soms moeite met de accenten en het dialect, maar het woord ‘kopt’ ken ik niet. Ik probeer mij niet te laten kennen en vraag wat dan veranderd is aan zijn kopt de laatste tijd. ‘Nah, die puffertjes wollen nie en de trap geet zóóóó moeilijk.’ Ondertussen heb ik al multitaskend zijn dossier opengeklikt en zie zijn voorgeschiedenis op het scherm verschijnen: sinds 2002 bekend met COPD.

8. De huisarts introduceert mij als wij binnenkomen bij mevrouw T, 101 jaar: ‘Dag mevrouw T, dit is mijn collega Floor, zij wordt ook dokter, en dit is de eerste keer dat zij een patiënt ziet die de leeftijd van 100 jaar gepasseerd is.’ Mevrouw T: ‘O, is het werkelijk zo dokter? Nou, meid, kom binnen, ga zitten en kijk maar eens goed dan.’

Floor

Andere blogs

Meer van Floor:
huisartsgeneeskunde ouderengeneeskunde ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.