Dag, lieverd

‘Ze is 89 jaar oud, kreeg overal jeuk, ging afvallen en voelde opeens allerlei klieren in haar hals, oksels en liezen. Het klinkt het meest verdacht voor een type lymfoom, maar we wachten op de pathologie-uitslagen’, vertelt de arts-assistent.

We lopen naar haar kamer. ‘Dag mevrouw H, hoe is het?’ Ze is uitgemergeld, een schim van de vrouw die we op de foto’s in haar kamer zien. We vertellen haar dat de uitslagen bijna binnen zijn. ‘Mag deze jonge collega misschien nog even in uw hals voelen?’ ‘Natuurlijk meisje! Waar wil je voelen? Voel maar goed hoor, neem je tijd maar. Moet ik mijn rok ook uitdoen? Dan kan je ze ook in mijn liezen voelen, daar voel je ze misschien wel het beste.’ Ik kan de opgezette klieren al zien, maar als ik er met mijn vingers overheen ga, schrik ik wel een beetje. Ze voelen vast aan, ze zijn groot, en het zijn er veel. Al die halzen, oksels en liezen die ik bij zoveel patiënten heb gevoeld. Nooit opgezette lymfeklieren tegengekomen. Nu zou ik ze herkennen uit duizenden. Ik bedank haar. ‘Natuurlijk, geen probleem, als je het maar leert.’

We lopen weer terug naar de artsenkamer.

‘NEE!’ De arts-assistent slaakt een kreet. De pathologie-uitslagen van de lymfeklier van mevrouw H. zijn bekend. Een grootcellig B-cel lymfoom. ‘Wat erg is dit…’ Het is even stil in de artsenkamer.

We plannen een familiegesprek met haar zoon erbij, zodat we de uitslagen kunnen meedelen. We zien ertegenop om mevrouw H. het slechte nieuws te brengen. Aan het einde van het gesprek, wendt mevrouw H. zich tot de arts-assistent en pakt haar hand vast. Twee weken lang heeft de arts-assistent voor haar gezorgd, elke dag meerdere malen aan het bed, familiegesprekken, uitslagen mededelen. ‘Ach weet je lieverd, wanneer het iemands tijd is, dan is het iemands tijd. En ik ben zo blij met jou. Ik dank de Heer dat ik het met je heb getroffen. Echt wel. Ik ben heel blij met deze kamer ook, zo fijn, en dat jullie alles aan het regelen zijn voor me, voor de tijd hierna.’

Als we de kamer uitlopen, roept ze ons nog na: ‘Dag lieverd, bedankt voor alles’.

Ik kijk opzij naar de arts-assistent. ‘Nu hou ik het bijna niet meer droog’, fluistert ze me toe terwijl haar ogen glinsteren. ‘Je hebt het goed gedaan’, fluister ik terug.