Frans Göbel
Plaats een reactieNaam: | Frans Christiaan Cornelis Göbel (11 juli 1959) |
Sport: | Roeien |
OS: | Los Angeles 1984, Barcelona 1992 |
Erelijst: | geen medailles |
‘Hoe word je de beste? Door gewoon heel hard te roeien.’ Frans Göbel nam als roeier twee keer deel aan de Olympische Spelen, maar daar bleek dat hard roeien alleen niet voldoende is voor een medaille.
In 1984 studeerde Frans geneeskunde in Amsterdam. Hij roeide bij de burgervereniging De Hoop en werd geselecteerd voor de nationale dubbel-vier. Om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen moesten zij bij internationale wedstrijden bij de eerste zes eindigen. Toen dat lukte, mochten ze naar Los Angeles, waar de Spelen van dat jaar plaatsvonden. Göbel: ‘Voor mij was het de eerste keer dat ik naar de VS ging, dus dat was ontzettend leuk.’
De Spelen werden door veel Oostbloklanden geboycot, net zoals de Spelen vier jaar eerder in Moskou door onder andere de VS werden geboycot. ‘Dat betekende dat er heel wat minder tegenstand was, want van de Oost-Duitsers kon je eigenlijk niet winnen.’ Voor Göbel en zijn teamgenoten mocht dat niet baten, ze werden negende. ‘We waren ook niet goed op dat moment. Ons trainingsprogramma was helemaal niet wetenschappelijk gefundeerd, eigenlijk deden we maar wat. We wisten dat ze in de DDR veel trainden en onder andere hoogtetrainingskampen hadden, dus hadden we bedacht om dat ook te doen. Maar we hadden geen idee dat je bij training op hoogte juist wat rustiger aan moet doen, zodat we veel te hard trainden. Dat pakte helaas verkeerd uit.’ Het was aanleiding om in de jaren erna het trainingsprogramma te veranderen door de nadruk meer op kwaliteit in plaats van op kwantiteit en intensiteit te leggen. Daarmee verbeterden inderdaad ook de prestaties van de roeiers.
Voor de Spelen van 1988 werd Göbel niet geselecteerd. Hij was een lichte roeier, maar deze categorie was toen nog geen Olympisch nummer zodat hij in de zware categorie moest roeien. In zijn eigen categorie werd hij in 1989 en 1990 wereldkampion in de skiff, een eenpersoonsboot. Bij de Spelen in 1992 was Göbel wel weer van de partij. Hij roeide in de (zware) skiff en werd zestiende. Hij was ondertussen afgestudeerd en werkte als arts-assistent bij de gynaecologie. ‘Dat was een heftige periode. Ik had veel nacht- en weekenddiensten en tussendoor al die roeitrainingen. Achteraf snap ik eigenlijk niet hoe het kon.’
Op de Spelen in Los Angeles kijkt Frans Göbel met het meeste plezier terug. ‘De sfeer in LA was heel amicaal, maar ook feestelijk. Mensen op straat begonnen spontaan te juichen als je langsliep. In Barcelona was het allemaal wat serieuzer, met veel beveiliging.’ Ook Göbel zelf was in de acht tussenliggende jaren veranderd. ‘Ik had natuurlijk een naam gemaakt als roeier, dus ik was niet meer zo jong en onbevangen als in ’84. Toen leefde het roeien ook nog niet zo in Nederland, maar in 1992 was er nationaal veel aandacht voor. Al met al was er meer druk en daardoor is ook de frustratie groter als het niet lukt.’
Na zijn roeicarrière koos Frans Göbel voor wat hij als ‘het meest aantrekkelijke vak’ omschrijft: huisartsgeneeskunde. Hij volgde de opleiding in Amsterdam en vestigde zich daarna in een praktijk in Aalsmeer met onder andere collega-huisarts én Olympisch roeier Piet Bon. Hij sport nog altijd veel, maar nu is er naast het roeien ook tijd voor fietsen, zeilen en in de winter schaatsen en skiën. ‘Als topsporter heb je eigenlijk een makkelijk leven: je moet alleen eten, slapen en sporten. Ik heb er wel bij gestudeerd en gewerkt, maar er wordt veel voor je geregeld en het zorgt voor grote regelmaat. Toch heb je als topsporter ook een beetje oogkleppen op, dus het is goed om er op een gegeven moment mee te stoppen zodat er ruimte komt voor andere dingen.’
Johanna Gröne
Lees ook het portret van Piet Bon
- Er zijn nog geen reacties