‘Zorgbestuurders moeten meer doen tegen discriminatie’

Zorgbestuurders en raden van toezicht kunnen en moeten meer doen om discriminatie binnen hun zorginstellingen te bestrijden. Dat is de conclusie van een rapport dat is opgesteld door een samenwerkingsverband dat zich bezighoudt met inclusie.

Bestuurders en toezichthouders in de zorg vormen een vrijwel homogene witte laag, die discriminatie en racisme binnen de eigen instelling onvoldoende her- en erkent, wordt gesignaleerd in het rapport ‘Het systeem verandert niet vanzelf’. Dat werd opgesteld door onderzoeksbureau Butter en de organisaties Critical Mass en Dander, die daarvoor spraken met onder anderen zorgbestuurders. 

Problemen 

Het gebrek aan diversiteit in het bestuur van zorginstellingen versterkt problemen als gezondheidsverschillen, medische fouten en verminderde toegang tot zorg, constateren zij. Daarom moet ook die bestuurslaag zich meer inzetten om discriminatie en racisme – zowel richting medewerkers en patiënten als institutioneel – aan te pakken, adviseren de rapportopstellers. 

Bestuurders kunnen bijvoorbeeld normen stellen door zelf op te treden tegen discriminatie en racisme, in kaart te brengen hoe vaak dit voorkomt in de eigen organisatie, door inclusie een vast onderwerp te maken in functioneringsgesprekken of door samenwerking te zoeken met minderheidsgroepen. En ze kunnen daar alle managers en personeelszaken bij betrekken. De raden van toezicht kunnen op hun beurt letten op diversiteit in de top en jaarlijks navragen wat het bestuur voor maatregelen heeft genomen om discriminatie en racisme te bestrijden.