Weeënremmers leveren geen gezondheidswinst op voor ongeboren kind

Bij een dreigende vroeggeboorte wordt zo snel mogelijk gestart met weeënremmers. Eerder onderzoek toonde aan dat weeënremmers de zwangerschapsduur verlengen. Het achterliggende idee is dat wanneer de zwangerschapsduur verlengd wordt, dit beter is voor de gezondheid van de baby, maar dit was nog niet wetenschappelijk onderbouwd.

Larissa van der Windt e.a., van het Amsterdam UMC, hebben onderzoek gedaan naar de neonatale uitkomsten bij het gebruik van weeënremmers. Daaruit bleek dat weeënremmers na 30 weken geen toegevoegde waarde hebben. De studie is onlangs gepubliceerd in The Lancet.  

De studie is een randomized controlled trial (RCT) verspreid over 26 ziekenhuizen. De onderzoekers includeerden 752 vrouwen met een dreigende vroeggeboorte en een zwangerschapsduur van 30+0 tot 33+6 weken. De helft van de vrouwen kreeg atosiban en de andere helft kreeg een placebo. Drie maanden na de geboorte beoordeelden zij de neonatale sterfte en het voorkomen van zes ernstige aandoeningen: bronchopulmonale dysplasie, periventriculaire leukomalacie, intraventriculaire bloeding, necrotiserende enterocolitis, retinopathie van de prematuren en door kweek bewezen sepsis. 

In de atosibangroep kwamen de bovengenoemde aandoeningen in 8,2 procent van de gevallen voor en was er een mortaliteit van 0,7 procent, in de placebogroep was dit respectievelijk 9,2 en 0,9 procent. De conclusie van het onderzoek luidt dat atosiban niet superieur is aan een placebo in het verbeteren van neonatale uitkomsten.  

Volgens de onderzoekers moet het gebruik van weeënremmers niet langer aangeraden worden na 30 weken, omdat het niet bijdraagt aan de gezondheid van het kind. Ze verwachten dat dit onderzoek een bijdrage zal leveren aan het herzien van de nationale en internationale richtlijnen. In een reactie zegt medeonderzoeker hoogleraar verloskunde Martijn Oudijk: ‘Het is hoog tijd dat ook wij in Nederland met andere landen gaan werken aan een aanpassing van de (inter)nationale richtlijnen.’