Wachttijd coschappen loopt flink op
Plaats een reactieDe gemiddelde wachttijd voor coschappen is inmiddels opgelopen tot ruim negen maanden. Dat is een toename van bijna drie maanden ten opzichte van twee jaar eerder. Dat blijkt uit een enquête van De Geneeskundestudent (DG).
De studentenorganisatie bevroeg eind 2023 geneeskundestudenten in een bredere enquête over hun wachttijdervaringen. Aan die deelvragen mochten alleen studenten meedoen die coschappen hadden gelopen, wat neerkwam op 988 respondenten. Meer dan helft van hen (circa 57%) had te maken met verplichte wachttijd, doordat hun faculteit geen coschapplek beschikbaar had.
De periode die moest worden overbrugd, blijkt gemiddeld met 2,79 maanden te zijn toegenomen ten opzichte van 2021, tot 9,2 maanden. Bij zes van de acht faculteiten is de wachttijd toegenomen, alleen in Groningen en Leiden is deze afgenomen. De wachttijden lopen onderling flink uiteen. In Maastricht (3,5 maand) en Groningen (4 maanden) is deze het kortst, aan de UvA (14,5 maand) en in Nijmegen (11 maanden) het langst. De twee Amsterdamse faculteiten hebben het hoogste aantal respondenten met verplichte wachttijd. Bij de UvA betreft dat 100 procent van de respondenten, bij de VU bijna 91 procent.
Oorzaken
Volgens DG-bestuurslid Selma Latic is de toename deels te verklaren door het stilleggen van coschappen tijdens de covidperiode. DG hoopt vooral ‘faculteiten aan te sporen om kritisch te kijken naar hun eigen processen en mogelijke oorzaken voor de toename in wachttijd’, aldus Latic.
Uitbreiden
Het DG-bestuur pleit voor het uitbreiden van het aantal coschapplekken door ook coschappen op andere plaatsen mogelijk te maken, zoals in verpleeghuizen, bij bedrijfsartsen of GGD’s. En door coschapplekken te realiseren op grotere afstand van universiteiten, in combinatie met huisvesting voor de coassistenten. Ook ziet de studentenorganisatie mogelijkheden door coschappen flexibeler te plannen qua volgorde.
Invulling
De meeste studenten, bijna 43 procent van de respondenten, vullen de noodgedwongen studiepauze in met een betaalde baan. Bijna een derde kiest voor wat DG onder ontspanning schaart, zoals reizen. Een kleiner percentage, zo’n 5 tot 8 procent, besluit vrijwilligerswerk, een masteronderzoek, een wetenschapsstage of een andere studie te gaan doen. Nog eens 8 procent kiest voor een andere invulling, zoals een bestuursjaar, zegt DG.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties