Opnieuw bewezen dat interventies bij chronische rugpijn niet werken

Injecties verminderen chronische rugpijn niet tot nauwelijks. Dit blijkt uit een systematische review van Xiaoqin Wang e.a., gepubliceerd in BMJ.

De onderzoekers selecteerden 81 trials die patiënten met chronische rugpijn (meer dan drie maanden) hadden gerandomiseerd naar een interventieprocedure, dan wel een sham (placebo)-procedure, een andere interventieprocedure of de standaardzorg. In totaal omvatten de studies 7977 deelnemers, met verschillende typen rugpijn. De RCT’s omvatten dertien verschillende interventies, dan wel combinaties van interventies.

Epidurale injectie met lokale anesthetica, dan wel gecombineerd met steroïden, bleek weinig tot geen vermindering van pijn – gemeten aan de hand van een VAS-score – te geven. En ook intramusculaire en facetgewrichtinjecties met anesthetica, dan wel gecombineerd met steroïden, hadden niet tot nauwelijks effect. Intramusculaire injecties met lokale anesthestica verergerden de pijn zelfs. Wel merken de onderzoekers op dat het niveau van bewijskracht matig tot laag was.

De reden om deze studie uit te voeren, schrijven de onderzoekers, is dat in de Verenigde Staten (VS) nog veelvuldig gebruik wordt gemaakt van interventies, zoals epidurale injecties en injecties in het facetgewricht. De Amerikaanse richtlijnen spreken elkaar hierin ook tegen, schrijft Wang. Uit een studie van 2022 bleek ook dat in Nederland nog pijnstillende injecties voor rugpijn gegeven worden.

In een begeleidend editorial geeft Jane Ballantyne een historische verklaring voor het feit dat er nog zoveel interventies voor chronische rugpijn toegediend worden, terwijl het bewijs zich opstapelt dat het niet werkt. Ook schrijft ze hoeveel kosten hier in de VS waarschijnlijk mee gemoeid zijn: geschat wordt dat er bijvoorbeeld 9 miljoen epidurale injecties plaatsvinden, wat jaarlijks tot 9 miljard aan kosten leidt.

https://doi.org/10.1136/bmj-2024-079971

https://doi.org/10.1136/bmj.r179