Mutaties in BRCA1-gen waarschijnlijk weinig relevant bij prostaatkanker
Plaats een reactieMutaties in het BRCA1-gen die ofwel geërfd (dus via de kiemlijn) of verworven (somatisch) zijn, blijken slechts zeer beperkt betrokken bij het ontstaan en de metastasering van prostaatkanker. Dat is in tegenspraak met wat eerder werd aangenomen. Een studie door Gareth Evans e.a., gepubliceerd in het openaccesstijdschrift BMJ Oncology, wijst dat uit.
Ze beoordeelden de genetische testresultaten van 450 mannen met de ziekte tussen 2022 en 2024. De mannen waren getest op kiemlijn (166), somatische (280) of beide typen (4) genetische varianten van onder meer BRCA1-, BRCA2-, ATM-genen, met het oog op het starten van een behandeling met PARP (poly(ADP-ribose) polymerase)-remmers.
Dat mannen met geërfde of verworven mutaties in BRCA2- of ATM-genen een verhoogd risico lopen op een agressief verloop van de ziekte en dat ze slechtere uitkomsten hebben dan mannen die deze mutaties niet hebben, werd in het onderzoek bevestigd. Zo vonden Evans e.a. dat BRCA2-varianten een belangrijke rol spelen bij de progressie van prostaatkanker, die minstens één op de tien dragers van de ziekte treft.
Zowel kiemlijn- als somatische ATM-mutaties werden ook geassocieerd met de verspreiding van de ziekte, aangezien 16 van 263 (6%) geteste tumormonsters een ATM-genetische variant hadden, waarvan 5 (2%) kiemlijn, 7 (2,5%) somatisch, terwijl 4 onbepaald waren.
BRCA1-varianten lijken daarentegen geen grote bijdrage te leveren aan het begin of de progressie van de ziekte, met slechts één somatische variant en één kiemlijnvariant die in combinatie met een kiemlijn-ATM-variant werden gevonden in één geval waarin de ziekte was uitgezaaid.
Als deze bevinding in verdere studies wordt gerepliceerd, dan is het volgens Evans e.a. noodzaak de huidige behandeling met PARP-remmers opnieuw te beoordelen bij mannen met alleen BRCA1-genetische variante. In een commentaar zijn de Japanse artsen Fumihiko Urabe en Kosuke Takemura het daarmee eens. ‘De bevindingen van deze studie banen de weg voor het verfijnen van genetische teststrategieën en gepersonaliseerde behandeling van prostaatkanker’, luidt hun conclusie. Wel stellen ze dat ‘prospectieve validatie van deze resultaten over diverse populaties essentieel is’ om zo de voorspellende waarde van de verschillende, relevante genetische mutaties te bevestigen.
doi:10.1136/ bmjonc-2024-000717
doi:10.1136/ bmjonc-2024-000592
Lees ook-
Bekijk het dossier dossier Kanker
- Er zijn nog geen reacties