Medische hulp voor Marokko richt zich op de langere termijn
Plaats een reactieMedische hulp vanuit Nederland voor Marokko kan zich het beste richten op de ondersteuning van lokale burgerinitiatieven, voor de iets langere termijn. Dat is de ervaring van internist ouderengeneeskunde Ali Lahdidioui en huisarts Shakib Sana. Zij zetten zich er beiden voor in om nu vooral medicijnen en medische hulpmiddelen aan te leveren.
Direct na de aardbeving die vorige week het zuiden van Marokko trof, meldden zich zo’n honderdvijftig artsen en evenveel verpleegkundigen bij Lahdidioui. Als voorzitter van de vereniging AMAN (Associatie Marokkaanse Artsen Nederland) inventariseerde hij wie er mogelijk ter plekke hulp zou willen verlenen. Maar in die acute fase bleek Marokko nog geen behoefte te hebben aan grote groepen internationale zorgverleners die, goedbedoeld maar mogelijk ongericht, ter plekke wilden bijspringen, schetst Lahdidioui. Ook het ex- en importeren van medicatie van Nederland naar Marokko bleek lastig, in verband met vergunningen.
Semi-acute fase
AMAN richt zich daarom nu op wat nodig is in de ‘semi-acute fase’, en de iets langere termijn, licht Lahdidioui toe. Dat betekent in de praktijk dat AMAN geld dat via donaties is ingezameld (tot nu toe zo’n 13.000 euro), inzet om lokaal in regio’s rond het aardbevingsgebied medicijnen en medische hulpmiddelen te kopen en te laten bezorgen. ‘Als artsenorganisatie kunnen we nu helpen bij mensen die misschien niet directe schade hebben opgelopen, maar van wie, door de vernietiging van de logistiek, de medicatie voor hun chronische ziekten opraakt. Daardoor lopen zij kans om te ontregelen.’ En patiënten die gewond zijn geraakt, kunnen bij hun wondverzorging worden geholpen met de juiste hulpmiddelen, aldus Lahdidioui. ‘We helpen dan nu niet fysiek met mankracht, maar ondersteunen met middelen.’
Burgerinitiatieven
De organisatie van Lahdidioui probeert daarbij aan te haken bij lokale burgerinitiatieven. ‘We willen structurele en duurzame projecten creëren. En zorgen dat de juiste spullen worden geleverd, in plaats van een overmaat aan spullen waar geen behoefte aan is.’ Mogelijk dat in een latere fase nog ‘op kleinere schaal’ artsen of verpleegkundigen ter plekke hulp kunnen bieden, maar ook dat is iets wat AMAN ‘met hulp van lokale artsen wil inventariseren. Zij weten welke ziekenhuizen en instellingen eventueel ondersteuning willen’. Lahdidioui hoopt dat ook op langere termijn donaties blijven komen. ‘Er is genoeg hulp te bieden. Mensen zijn nu aan het overleven, maar na twee tot zes maanden moeten mensen hun rouw en trauma gaan verwerken.’
Samenwerking
Lahdidioui werkt ook samen met huisarts Shakib Sana, die begin dit jaar ervaring opdeed met lokale hulpverlening toen hij naar Turkije afreisde na de zware aardbeving. Sana kwam vorige week via zijn schoonfamilie in contact met de Marokkaans-Nederlandse onderneemster Ilham Cherradi Oba, die een inventarisatie maakt van benodigde hulp. Het geld dat Sana inzamelde tot nu toe, zo’n 4.500 euro, krijgt met haar hulp een bestemming.
Duurzame hulpverlening
Ook Sana benadrukt het belang van het vinden van ‘een duurzame vorm’ van hulpverlening, die volgens hem het best wordt bereikt door ‘de lokale hulpverlening te helpen, in plaats van zelf af te reizen naar een regio die je niet kent’. ‘Je kan ook vanuit hier een groot verschil maken in de eerste weken, als je een hulpverlener in de regio helpt.’ Via zijn contact richt hij zich op het inkopen van medicatie en hulpmiddelen, maar ook is er met de donaties een container gekocht voor een vrouw met twee gehandicapte kinderen van wie het huis is verwoest.
Sana: ‘Na de eerste weken gaan mensen zelf weer de draad oppakken. En op de langere termijn zijn internationale hulporganisaties aanwezig. Maar tot die tijd, dus de komende weken, is de noodzaak om op deze manier te helpen heel hoog. Die medemenselijkheid helpt mensen ook bij het verwerken van hun trauma.’
Lees ook- Er zijn nog geen reacties