Invasieve behandeling bij ouderen met een hartinfarct zonder ST-elevatie lijkt geen meerwaarde te hebben

Invasieve interventies bij ouderen na een hartinfarct zonder ST-elevatie verlagen het risico op overlijden aan een cardiovasculaire oorzaak of het risico op een nieuw niet-fataal infarct niet ten opzichte van enkel een farmacotherapeutische behandeling. Dit blijkt uit een onderzoek van Vijay Kunadian e.a. gepubliceerd in The New England Journal of Medicine (NEJM).

De onderzoekers hebben 1518 patiënten geïncludeerd van 75 jaar of ouder die zich presenteerden met een hartinfarct zonder ST-elevatie op het ecg (NSTEMI) in de periode tussen november 2016 tot en met maart 2023. Het onderzoek is uitgevoerd in Engeland.

Patiënten die enkel farmacotherapeutische behandeling kregen, zijn vergeleken met patiënten die daarnaast ook coronairangiografie kregen, met zo nodig een ballonangioplastiek of bypassoperatie. De farmacotherapeutische behandeling bestond uit acetylsalicylzuur, P2Y12-remmer, statine, bètablokker en een ARB. Van alle deelnemers kreeg 55 procent naast de farmacotherapeutische behandeling ook coronairangiografie. Iets minder dan de helft van hen onderging vervolgens een revascularisatieprocedure.

Het verschil in de uitkomsten bleek minimaal: waar 25,6 procent van de patiënten uit de groep met de invasieve procedure te maken kreeg met een van beide uitkomstmaten, was dit bij de groep met enkel farmacotherapeutische behandeling 26,3 procent. De invasieve interventies hebben geen significant effect op de beide uitkomsten tezamen. De patiënten zijn na het infarct vier jaar gevolgd, wat langer is dan de meeste vergelijkbare studies die ongeveer een jaar aanhouden.

Bijzonder aan deze studie is dat er kwetsbare ouderen zijn geïncludeerd, iets waar vaak terughoudend mee omgegaan wordt. Ook voor deze subgroep werden analyses uitgevoerd met vergelijkbare uitkomsten. Het includeren van deze ouderen draagt bij aan de toepasbaarheid van het onderzoek op de normale populatie.

DOI: 10.1056/NEJMoa2407791