Huisartsenverenigingen VPH en LHV willen fuseren

De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) ontstond in 2009 uit onvrede met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Nu zijn de twee verenigingen van plan per 1 januari te fuseren.

Dat maken de twee verenigingen bekend in een gezamenlijke verklaring. Eind 2009 ontstond de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen mede uit onvrede over de manier waarop de Landelijke Huisartsen Vereniging het ledenbelang behartigde, bijvoorbeeld richting de landelijke politiek. De VPH kwam voort uit actiegroep De Vrije Huisarts. VPH-voorzitter Dick Groot: ‘Er waren destijds heel veel punten waarin praktijkhoudende huisartsen zich niet goed vertegenwoordigd voelden door de LHV. Een van de belangrijkste discussiepunten betrof het Landelijk Schakelpunt (een infrastructuur voor een landelijk epd) waar de LHV achterstond, maar de VPH niet. In die periode ontstonden er ook veel meer “soorten” huisartsen: hidha’s, hid’s, waarnemers. De praktijkhoudende huisartsen hadden daardoor jarenlang het gevoel dat ze minder belangrijk gevonden werden binnen de LHV. Daarnaast leek de LHV destijds meer in te zetten op grootschaligheid; centralisatie van huisartsenzorg en grote gezondheidscentra, terwijl de VPH juist voorstander was van kleinschaligheid – de huisarts die bereikbaar is voor de bewoners van de wijk en ze kent van de wieg tot het graf.’

Toenadering

De LHV en VPH ‘verkennen’ de komende drie maanden of een fusie haalbaar is. Volgens Groot gaat het daarbij vooral om de juridische en bestuurlijke kant van de fusie. Daarna zullen beide verenigingen de plannen aan hun leden voorleggen. Volgens Groot hebben de beide verenigingen samen toenadering gezocht. Groot: ‘Vierenhalf jaar geleden zochten we als VPH verbinding met andere partijen, zoals de LHV, InEen en het NHG, want we geloven in verbinding. In de afgelopen jaren hebben we gemerkt dat de VPH en LHV voor 98 procent dezelfde dingen willen – inmiddels heeft ook de LHV een ander bestuur natuurlijk. De LHV is eigenlijk heel erg onze kant op geschoven.’

De VPH begon in 2009 volgens Groot met zo’n vijfhonderd leden. Inmiddels zijn dat er zo’n 1250 en dat aantal steeg in de afgelopen jaren, volgens de vereniging zelf, met ongeveer 15 procent per jaar. De LHV heeft ongeveer 13 duizend leden.