GGzE mag voormalig hoofdopleider psychiatrie niet ontslaan
Plaats een reactieHet dienstverband van een voormalig hoofdopleider psychiatrie mag niet worden beëindigd door Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven (GGzE). Dat is het oordeel van de rechter in de ontslagzaak die GGzE aanspande.Volgens de rechter lijkt er geen sprake te zijn van een verstoorde arbeidsverhouding. Ook vindt de rechter dat een terugkeer van de psychiater op haar eerdere positie als hoofdopleider niet uitgesloten is.
In het voorjaar van 2022 diende een groep (oud-)aiossen anoniem een klacht in bij de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) over een onveilig leerklimaat over een langere periode. Dat leidde ertoe dat de RGS in juli 2022 intensief toezicht instelde op GGzE als opleidingsinstelling en dat de erkenning van de opleiding voor de duur van één jaar werd geschorst. In augustus 2022 legde de hoofdopleider – over wie de klachten zouden gaan – haar functie onder protest neer, zo blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. In september dat jaar uitte de RGS het voornemen om de erkenning van de instelling, de opleider en de plaatsvervangend opleider in te trekken. In oktober trok de RGS dat besluit weer in. Dit naar aanleiding van gesprekken met vijf aiossen en schriftelijke feedback van vier aiossen, waaruit geen signalen van een problematisch of onveilig leerklimaat naar voren kwamen. Ook onderzoek van de Universiteit van Maastricht, waar de psychiater als hoogleraar werkt, bracht geen signalen over een onveilig leerklimaat aan het licht.
Terugkeer
De voormalig hoofdopleider strijdt er sindsdien voor terug te kunnen keren naar haar oude positie. GGzE wil haar echter niet terug als hoofdopleider. Gesprekken hierover of over een (tijdelijke) andere invulling van het dienstverband zijn vruchteloos gebleven, zo is te lezen in de uitspraak. GGzE wil inmiddels het dienstverband liever beëindigen, omdat de voormalig hoofdopleider volgens GGzE weigert om een andere invulling aan haar dienstverband te geven door alleen als hoogleraar en psychiater te blijven werken. Ook zou er volgens GGzE sprake zijn van een onherstelbare vertrouwensbreuk en een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhoudingen. De voormalig hoofdopleider ontkent dat op haar beurt. Volgens haar voert ze haar huidige werkzaamheden naar tevredenheid van GGzE uit. Wel verzet ze zich ertegen dat GGzE het gesprek met de RGS over een terugkeer als hoofdopleider niet aan wil gaan.
Vertrouwen
De rechter geeft de voormalig hoofdopleider gelijk en stelt dat GGzE onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsverhoudingen verstoord zijn geraakt. Ook bestaat er volgens de rechter bij GGzE voldoende vertrouwen in haar werkzaamheden als hoogleraar en psychiater – die niet verbonden zijn aan het opleiderschap. Bovendien stelt de rechter dat de voormalig hoofdopleider op mag komen voor haar belangen, zoals het terugkeren als hoofdopleider en rehabilitatie. Ook mag zij een ander standpunt innemen dan haar werkgever. De rechter stelt bovendien dat GGzE zelf te weinig onderzoek heeft ingesteld naar de (anonieme) klachten van de aiossen met betrekking tot de hoofdopleider. Volgens de rechter moet haar terugkeer als hoofdopleider niet op voorhand worden uitgesloten, terwijl er nog onderzoek kan worden gedaan en een gesprek met de RGS kan plaatsvinden over terugkeer.
Lees ook-
Simone Paauw
Simone Paauw interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse.
- Er zijn nog geen reacties