Faculteiten beraden zich op verklaring omtrent gedrag voor studenten

Opleidingsdirecteuren van geneeskundefaculteiten beraden zich nog op de wenselijkheid van een verklaring omtrent het gedrag (vog) voor geneeskundestudenten. Volgens een woordvoerder zijn gesprekken daarover ‘in een oriënterende fase’.

Na het Rotterdamse schietincident waar geneeskundestudent Fouad L. bij was betrokken, gaf de geneeskundige opleidingscommissie van de NFU aan dat opleidingsdirecteuren van geneeskundefaculteiten de optie bekeken om een vog verplicht te stellen voor studenten. De NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra) voert daar momenteel nog gesprekken over met de universiteiten en het onderwijsministerie, laat een woordvoerder desgevraagd weten. ‘Een belangrijke overweging is in hoeverre een vog bijdraagt aan het signaleren van serieuze problematiek vroeg in de (bachelor)opleiding, aangezien dergelijke issues zich vaak later in het leven openbaren dan de leeftijd waarop studenten aan hun studie beginnen.’ De verwachting is dat ‘in de loop van het jaar’ een knoop kan worden doorgehakt. 

Argumenten 

Volgens voorzitter Marjolein van de Pol van de Opleidingscommissie Geneeskunde van de NFU zijn de opleidingsdirecteuren geneeskunde zelf nog ‘met elkaar in gesprek over de verschillende voor- en tegenargumenten’. ‘Een vog bij de start van de bacheloropleiding is mogelijk niet bijdragend, maar zodra je als student zorg gaat leveren aan een patiënt (stage en coschappen), dan zijn er argumenten om een vog te vereisen’, aldus Van de Pol. ‘Deze stage is immers te vergelijken met werken in de zorg en bij een baan in de zorg is een vog een ingangsvereiste.’ 

Erasmusschutter Fouad L. was eerder veroordeeld voor dierenmishandeling en had dus een strafblad ten tijde van zijn geneeskundestudie. L. is inmiddels door de rechtbank Rotterdam veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.