Bijna elke huisarts heeft POH

Het aantal praktijkondersteuners (POH) is gegroeid naar een kleine negenduizend. Dat blijkt uit een inventarisatie van bureau Nivel. Van de huisartsenpraktijken beschikt inmiddels 94 procent over één of meerdere POH’s.

Nivel komt tot een aantal van 8997 praktijkondersteuners dat dit jaar werkzaam is in de huisartsenzorg, wat een verdubbeling sinds 2016 betekent. Gemiddeld werken er 3,6 personen als POH in een huisartsenpraktijk en 1,8 als POH-GGZ. Het gaat om medewerkers die in de praktijk op wel vijftig verschillende manieren blijken te worden aangeduid: algemeen als POH, maar ook meer gespecificeerd zoals bijvoorbeeld praktijkondersteuner somatiek, praktijkondersteuner ouderen, -kind en jeugd, -ggz, of als praktijkverpleegkundige. De meeste praktijkondersteuners zijn POH-somatiek (40 procent) of POH-GGZ (38 procent). 

Opleiding 

De meesten hebben een één- of tweejarige POH-opleiding gevolgd en zijn daarnaast veelal opgeleid als doktersassistent, mbo-verpleegkundige of hbo-verpleegkundige. De POH’s geven aan zich voor 78 procent van de tijd bezig te kunnen houden met direct patiëntgebonden werkzaamheden. Veel praktijkondersteuners werken in meerdere praktijken, veelal in loondienst.  

Er blijken regionale verschillen te zijn in het aantal POH’s per huisarts. Zo moet een huisarts in de regio’s Amsterdam en Rijnstreek het met gemiddeld één POH doen, terwijl een huisarts in de regio Twente met 2,2 POH samenwerkt. Ook kijkend naar het aantal POH’s per 100.000 inwoners voert Twente de lijst aan.