We kunnen niet zonder ziekenhuisartsen!
Leid meer ziekenhuisartsen op om de zorgtsunami het hoofd te bieden
4 reacties
De ziekenhuisarts is broodnodig om de toenemende zorgzwaarte in de kliniek nog enigszins aan te kunnen. Daarom is het des te onbegrijpelijker dat de regering deze opleiding niet wil steunen.
Zeven jaar geleden begon ik mijn carrière als jonge klare acute internist binnen een pas opgerichte vakgroep ziekenhuisgeneeskunde in Bernhoven. Op de nieuwe opgerichte acuteopnameafdeling (AOA) was een team van ziekenhuisartsen gestart. Omdat er nog onvoldoende ziekenhuisartsen beschikbaar waren, was het idee om deze groep aan te vullen met acute internisten, aangezien zij net als ziekenhuisartsen een zeer generalistische manier van aanpak hebben.
Onze nieuwe vakgroep van AOA-artsen, een combi van ziekenhuisartsen en jonge klare internisten, breidde zich uit tot een team dat 24/7 werkt op de AOA in de regiefunctie voor alle niet-electief opgenomen patiënten.
Werkdiagnose
De AOA-arts vormt een vast team met de AOA-verpleegkundigen, waarbij de patiënt centraal staat. Er wordt een- tot tweemaal per dag visite gelopen. Binnen de eerste 48 uur van opname worden een werkdiagnose en behandelplan aangescherpt en waar nodig bijgesteld. Onderzoek op de AOA heeft voorrang en wordt ook altijd zo snel mogelijk uitgevoerd. De AOA-arts behandelt nevenproblemen, zoals onder- of overvullingsproblematiek, nierfunctiestoornissen, diabetesregulatie, elektrolytstoornissen, analyse anemie et cetera. De AOA-arts focust zich op het juist voorschrijven en tijdelijk staken van medicatie. Zo nodig vraagt de AOA-arts een andere specialist in consult, maar hij behoudt altijd regie en is in principe degene die de gesprekken met patiënt en familie voert. De AOA-arts voert gesprekken over passende zorg, toegespitst op de wensen, levensdoelen en levenssituatie van de patiënt. Ook zorgt de AOA-arts voor een vlotte en veilige doorstroom naar huis, VVT (verpleeghuis of thuiszorg) of vervolgafdeling. De AOA-arts is geschoold in acute situaties en vangt samen met de AOA-verpleegkundige te allen tijde de acute patiënt op met behulp van de ABCDE-methodiek. Dit ontlast het SIT-team.
Beluister ook de aflevering van MC de podcast, waarin de auteur van dit artikel te gast is:
Patiënttevredenheid
Dit alles zorgt ervoor dat wij op de AOA unieke, uiterst efficiënte en kwalitatief fantastische zorg leveren. De gemiddelde opnameduur in Bernhoven is 3,8 dagen in plaats van 5,2 – het landelijk gemiddelde voor vergelijkbare, perifere ziekenhuizen. We hebben niet méér heropnames en we hebben een grote patiënttevredenheid. Er gaat geen dag voorbij zonder dat meerdere patiënten ons tijdens de visite teruggeven hoe enorm zij de zorg en de manier van communiceren op onze afdeling waarderen.
Hoe dat komt? Grotendeels doordat er ziekenhuisartsen op deze afdeling werken. Artsen die met een generalistische instelling zijn opgeleid. Artsen die uiterst efficiënt werken, die snappen hoe ze zinnige zorg moeten leveren en verspillingen kunnen voorkomen. Artsen waar de ziekenhuiszorg, gezien de toenemende vergrijzing en comorbiditeit, mijns inziens niet meer zonder kan.
Opleiding
Voordat ik in Bernhoven kwam werken, had ik nog nooit gehoord van ziekenhuisartsen. Ik was best sceptisch. Maar na zeven jaar zij aan zij werken met deze collega’s terwijl ik de zorg zie veranderen, staat het voor mij buiten kijf dat dit de dokter is van de toekomst – sterker nog van het nu. De ziekenhuisarts is broodnodig om de toenemende zorgzwaarte in de kliniek enigszins te kunnen verhapstukken.
En laat dit nu net de opleiding zijn waarvan ex-minister Ernst Kuipers twee jaar geleden besloten heeft deze financieel niet meer te laten steunen door de overheid. Een driejarige opleiding, tegenover een zesjarige opleiding van een gemiddelde specialist, om een uitermate efficiënte en doelmatige, generalistische arts op te leiden. In deze tijd van financiële krapte en vergrijzende zorg. Kuipers heeft zich gebaseerd op een flinterdunne studie die verricht is vijf jaar nadat de eerste jonge klare ziekenhuisarts was opgeleid, waarmee zij kennelijk hun effectiviteit niet hebben kunnen bewijzen.
Reanimaties, voorschrijffouten en andere calamiteiten zullen gestaag oplopen
Geen toekomst
Sinds deze beslissing heb ik van meerdere van mijn fantastische collega-ziekenhuisartsen afscheid moeten nemen. Zij zijn zo teleurgesteld en zien helaas geen toekomst meer in hun vak door deze beslissing. Zij maken een carrièreswitch naar huisarts, bedrijfsarts of verzekeringsarts. Met lede ogen zie ik aan hoe mijn vakgroep leegloopt en dit fantastische concept op de AOA dat wij zeven jaar geleden zijn gestart als een van de droomprojecten van Bernhoven wellicht op korte termijn gaat stranden.
En dan, gaan we dan terug naar de dure specialist die ’s morgens in alle drukte langs zijn/haar patiënten op de AOA sjeest, visite loopt en de rest van de dag niet in staat is nog tijd en aandacht te besteden aan zijn/haar patiënt? Het gevolg: slechtere zorg, slechtere communicatie naar patiënt en familie, minder tijd voor gesprekken over welke zorg het best passend is voor elke individuele patiënt. Geen middagvisite meer waarin je die ene patiënt toch nog medisch verantwoord naar huis kunt laten gaan. Geen vangnet meer voor de overbelaste Spoedeisende Hulp, waar jonge aniossen staan van wie dan verwacht wordt dat zij een waterdicht beleid voor de eerste 24 uur van opname kunnen maken, omdat de specialist pas de volgende dag kan langslopen. Ik kan u garanderen dat onze SIT-oproepen en reanimaties, voorschrijffouten en andere calamiteiten gestaag zullen oplopen.
Ik rijd drie tot vier keer in de week van Maastricht naar Uden. Met files en al kost mij dit minimaal drie uur reistijd per dag. Men vraagt weleens aan mij: hoe houd je dat vol? Dan antwoord ik: omdat ik in Bernhoven de dokter kan zijn die ik wil zijn.
Ik sta aan het bed van de patiënt en voer de regie. Ik draag bij aan een verkorte opnameduur zonder in te leveren op kwaliteit. En ik heb het genoegen samen met mijn collega-ziekenhuisartsen dit werk te mogen doen. Maar nu zie ik deze collega’s vertrekken, teleurgesteld en niet meer in staat om de pioniersrol van hun vak te vervullen. Vertel mij eens, hoe moeten we dan met de huidige zorgtsunami omgaan en de zorg betaalbaar houden?
auteur
Arwen Moens, internist acute geneeskunde en vakgroepleider ziekenhuisgeneeskunde, Bernhoven, Uden
contact
a.moens@bernhoven.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Lees ook:
H.J.G.M. Meens
Specialist ouderengeneeskunde , Loosdrecht
Ik onderschrijf dit pleidooi van harte. Juist de integrale aanpak met één hoofdbehandelaar die de regie over de behandeling, die een generalistische werkwijze heeft, die communicatief vaardig is, is een onmisbare schakel in de acute zorg. Als special...ist ouderengeneeskunde neem ik vaak patiënten op voor geriatrische revalidatie waarbij de overdracht een opsomming is van vele A4tjes uitslagen en verslagen van allerlei aanvullende onderzoeken en met slechts een summier, kort verslag van wat er met de patient gebeurd is, vanuit een eenzijdig specialistisch perspectief. Zeker bij oudere, kwetsbare patienten met multimorbiditeit ontbreekt die generalistische invalshoek, die ook oog heeft voor de patient als mens, in zijn context.
J. Lourens
internist met pensioen
Ik begon mijn werk als internist in 1973 in een middelgroot perifeer ziekenhuis als solist met 3 collegae, ook solisten. Wij woonden op loopafstand van het ZKH en deden onze eigen diensten. De patiënten zagen zowel op de poli (aan huis) als tijde...ns een (spoed)opname hun eigen dokter! Naast de beoordeling door de radioloog bekeek ik zelf mijn foto's met de uitslag erbij. Dit was de geneeskunde zoals Hippocrates hem bedoeld zal hebben.
De tijden veranderen in 1980 kwam er een collega bij die zijn eigen kinderen in het bad deed en even niet beschikbaar was volgens zijn vrouw. De rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen over de vele verdere veranderingen die vooral door efficiëntie gedreven zijn en waarover de mening van de patiënt nooitt gevraagd is.
Tegen deze achtergrond wil de noodkreet van Arwen Moens van harte ondersteunen.
Ga door met het opleiden van ziekenhuis artsen!
Zij dragen waarschijnlijk het meeste bij aan de (medische) zorg met een menselijk gezicht.
Onder het hoofdje patiëntentevredenheid wordt dat heel duidelijk verwoord. Arwen ga dus door met je kruistocht tot ieder middelgroot ZKH in Nederland 5 of 6 plaatsen voor een ziekenhuisarts beschikbaar stelt. Ja stelt, want dit is zonder twijfel de verantwoordelijkheid ven het ziekenhuis zelf. en de medische staf om hier aandacht voor te vragen. Zoek ook contact met de medische staf. Zorg dat jouw ziekenhuisartsen (junior)lid kunnen zijn ven de medische staf. Maak gebruik van de lobby-mogelijkheden van de KNMG en/of de Medische federatie.
Laat dit initiatief niet uit je handen glippen. De patiënten en de ziekenhuisorganisatie hebben er zeker belang bij!
R.N.P.M. Rinkel
KNO-arts, Amsterdam
Deze schreeuw uit het hart ondersteun ik volledig. Als “ervaringsdeskundige” heb ik gezien hoe waardevol de rol van de ziekenhuisarts is op de afdeling KNO van Amsterdam UMC. De juiste zorg, op de juiste plek, laagcomplex als het kan, hoogcomplex als... het moet; minder laagcomplexe intercollegiale consulten, bewuster medicatiegebruik, afname opnameduur. Slechts een paar voorbeelden van het effect van de aanwezigheid van een ziekenhuisarts.
P.J. Mitra
arts en jurist gezondheidsrecht, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk
Wat mij betreft is er maar een ding jammer aan het vertrek van EK als MinVWS richting buitenland en dat is dat hij niet veel eerder tot die conclusie is gekomen. Hij heeft vóór zijn ministerschap absoluut goed werk geleverd tijdens de COVID19-pandem...ie en was vast ook een goed bestuurder voor ErasmusMC. Maar dat maakt hem niet een goede minister.
Zijn nalatenschap van twee jaar ministerschap als nota bene zelf arts n.p. (de eerste vakminister sinds hele lange tijd) is echter vooral:
1) focus hebben op derdelijnszorg, met verwaarlozen van eerstelijnszorg en care
2) het lijden van meerdere, gevoelige juridische nederlagen (waaronder concentratie hartchirurgie, opleidingsplaatsen herverdelen)
3) tenminste de schijn van bevooroordelen van ErasmusMC (zorgconcentratie, ECMO op de heli, etc.)
4) de (voorspelbare) ellende rond het integraal zorgakkoord inclusief (qua afspraken nakomen en financiën) pootje lichten van de huisartsen
5) niks gedaan aan wachtlijsten, macht van de verzekeraars en paarse krokodillen
Hier zullen alle zorgverleners en ook de maatschappij nog lang last van hebben, zeker nu weinig hoop geput hoeft te worden uit het 'hoofdlijnenakkoord' van het nog te vormen kabinet.
Wellicht een goed moment om als beroepsgroep zich ook te beraden: wanneer is het nu echt genoeg geweest en hoe lang wordt nog toegelaten, dat ambtenaren en excel-accountants dicteren hoe het vak uitgeoefend moet worden?
[Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 07-06-2024 10:17]