Realistische meetmethode toont veel meer teer in sigaretten
Plaats een reactieDe gehaltes teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) in sigaretten die op de Nederlandse markt verkrijgbaar zijn, zijn 2 tot 26 keer hoger met een realistische meetmethode dan met de wettelijk voorgeschreven ISO-methode. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM dat dit jaar op verzoek van het ministerie van VWS is uitgevoerd.
Volgens Europese richtlijnen moeten sigaretten voldoen aan een bepaald maximumgehalte van bovengenoemde stoffen. Dit gehalte wordt met de voorgeschreven ISO-methode gemeten. De rookmachine waarmee dit gebeurt, houdt echter geen rekening met de ventilatiegaatjes die zijn aangebracht in de filters van sigaretten. De rookmachine trekt lucht aan door die gaatjes, waardoor de TNCO-gehaltes lager uitpakken. Rokers compenseren hiervoor door de gaatjes af te dekken met de vingers of lippen, en ze gemiddeld vaker en dieper te inhaleren. De zogenaamde Canadian Intense (CI)-methode bootst deze compensatie na.
Het RIVM heeft de twee methodes toegepast op honderd merkvarianten van sigaretten die in Nederland te koop zijn. Op één sigaret na, komen alle TNCO-waarden met de CI-methode boven de wettelijk maximaal toegestane waarden uit. Maar ook bij die ene sigaret, de dunne Karelia I, zijn de waardes bijna tien keer zo hoog als met de ISO-methode. De verschillen variëren tussen 2 en 26 keer hoger dan met de ISO-methode. Vooral bij de sigaretten die volgens de ISO-methode lage TNCO-waarden laten zien – die vroeger light-sigaretten zouden worden genoemd – blijken met de realistische meetmethode veel hoger uit te pakken.
Staatssecretaris Paul Blokhuis laat de Tweede Kamer weten dat hij zich op Europees niveau hard maakt om het probleem van de meetmethoden op te lossen. De resultaten van het RIVM onderstrepen wat hem betreft het belang hiervan.
Lees ook:-
Sophie Broersen
Journalist en arts Sophie Broersen schrijft over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieert zij tuchtzaken. Sinds eind 2020 werkt zij daarnaast als arts bij het team seksuele gezondheid van de GGD Hollands Midden.
- Er zijn nog geen reacties