‘Mijn Swahili is beter dan mijn Nederlands’
Portret: Nathasja van Leeuwen
2 reactiesHaar droom was zo lang als ze zich kan herinneren: ‘Ik wil in Afrika werken.’ Waarom? Nathasja van Leeuwen weet het niet. ‘Ik weet wel dat ik niet per se dokter wilde worden, maar dat ik mij afvroeg hoe ik me daar dan nuttig kon maken. En het antwoord was: als dokter.
Dokteren in Afrika dus. ‘En wie weet zelfs met een eigen ziekenhuis. Alleen daarom ben ik geneeskunde gaan studeren, in Nijmegen.’ Het mooie is dat het allemaal is gelukt. Maar niet zonder hindernissen. ‘Ik werd aanvankelijk uitgeloot. Echt een klap! Ik ben toen medische biologie gaan studeren en ben via de bachelor in dat vak doorgestroomd naar de geneeskunde.’
leeftijd: 31
privé: getrouwd met Leo, twee kinderen, Leah (3) en Linc (1,5).
werk: arts in het St. Joseph Hospital in Kagondo, Tanzania
Bouwt intussen een eigen moeder- en kindkliniek.
De website van Nathasja’s stichting is: moederenkindinmuleba.nl.
Verliefd
Haar laatste, drie maanden durende coschap liep ze in een missieziekenhuis in Tanzania. Dat beviel zeer goed. ‘De natuur, de mentaliteit van de mensen, de hechte gemeenschap – het bleek allemaal heel goed bij mij te passen. Ik voelde me thuis.’ Geen wonder dus dat ze direct na haar afstuderen in 2018 met een vrijwilligerscontract van een jaar besloot terug te keren naar Tanzania, naar een ander missieziekenhuis, op ongeveer twee uur rijden van de plaats waar ze haar coschap had gelopen. In dat ziekenhuis, het St. Joseph Hospital in Kagondo, gelegen aan de westoever van het Victoriameer, werkt ze tot op de dag van vandaag. Al in haar eerste week liep ze daar verloskundige Leo tegen het lijf: ‘We werden verliefd en hebben 5 kilometer verderop een huis gebouwd, waar we nu met onze twee kinderen wonen.’
Moeder-kindkliniek
In Tanzania hebben de meeste ziekenhuizen vier afdelingen: een maternity, children, female en male ward. Nathasja werkt op de maternity ward, en is verder ook contactpersoon en aanspreekpunt voor geneeskundestudenten die vanuit Nederland een coschap lopen in het missieziekenhuis. ‘Verloskunde’, vertelt ze, ‘is een groot en belangrijk onderdeel van de gezondheidszorg hier, waar bovendien nog veel aan te verbeteren valt. De moeder- en kindsterfte is hoog. Daarom zijn Leo en ik begonnen met de bouw van een moeder-kindkliniek, naast ons huis. Dat moet een moderne kliniek worden met veel aandacht voor voorlichting en preventie. In het begin zullen we nog geen ok hebben. Veilig zwanger worden, veilig zwanger zijn en veilig bevallen – daar gaat het om. Voor de bouw en opstart van de kliniek zijn we voor een groot deel afhankelijk van donaties, onze lokale salarissen zijn niet toereikend. Ik maak daarvoor gebruik van mijn netwerk in Nederland, schrijf af en toe een nieuwsbrief of een column, en ik heb recentelijk een stichting opgericht ter ondersteuning van de moeder- en kindzorg in deze regio, dus niet per se voor onze kliniek alleen.’ De bouw vordert gestaag. ‘We hebben goede hoop eind 2025 te kunnen openen’, zegt Nathasja.
Niet langer gast
Na zes jaar in Tanzania, voelt ze zich nog altijd op haar plek. ‘Ik ben niet langer meer een gast hier. Mijn Swahili is beter dan mijn Nederlands. Het gevoel dat ik dingen heb moeten opgeven, doet zich ook nauwelijks meer voor.’ Haast als vanzelf is ze, zegt ze, toegegroeid naar haar besluit: ze blijft.
J.H. van Kempen
Huisarts, Haaksbergen
Prachtig om niet alleen te dromen van wat je zou willen doen, maar daar zo bewust vorm aan te geven. Ik wens jullie veel geluk , werk en leefvreugde!
Chirurg, Ermelo
Wat mooi Nathasja en Leo! Veel geluk daar
Ik ben ineens weer terug op mijn stageplek, in mijn derde jaar geneeskunde Leiden, 1979 (ik was 21. ) Met een vriendin samen deed ik onderzoek in Port Victoria ( de Keniaanse kant) toen nog een gehucht. In ...Oeganda was Idi Amin nog aan de macht en in Kenia Arap Moi. We onderzochten schistosomiasis door naar eitjes van de worm te zoeken onder de microscoop. 1000 samples en 80% bleek besmet. Een prachtige ervaring! Natuurlijk wilde ik tropenarts worden maar het liep anders: ik kon in opleiding voor de Heelkunde dat was heel bijzonder met maar 15 plekken per jaar. Ik ben 3 x teruggeweest.
Met het schoolhoofd van de lagere school uit het Keniaanse dorpje heb ik al 45 jaar een hechte vriendschap.