Luisteren naar jezelf
Plaats een reactieAnonieme Dokters over het risico van het vak
Wie arts is, dreigt al snel aan zichzelf voorbij te lopen. Anonieme Dokters zetten zichzelf en zo elkaar weer op het rechte spoor. 'Je kunt alleen helpen als je ook jezelf helpt.'
Steven de Wit (45) is vijftien jaar huisarts, in een kleine plaats aan de grote rivieren. Begin jaren negentig liep hij vast in het werk: 'In die periode stierf mijn vader, ging de hond dood en overleden enkele studiegenoten van weleer. Ik was moe, vervelend voor mezelf en mijn omgeving, mopperig. De lol was eraf. Terwijl ik juist toen veel energie stak in een nog jong gezin met twee kleine kinderen. Die vraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering werd opeens bedreigend: voelt u zich bestand tegen de eisen die het beroep, gezin en levensomstandigheden aan u stellen? Mijn eerlijke antwoord was toen: "Nee, dat ben ik niet." Ik had nergens lol in en dronk meer alcohol dan goed voor me was. Al bij al geen goede voedingsbodem om het vak uit te oefenen. Door een waarnemer in te huren kon ik er een halfjaar tussenuit. Zo kwam ik tot het inzicht dat ik iets moest doen en heb ik professionele hulp gezocht. De psycholoog is rijk van me geworden en ik heb een hoop van haar geleerd. Maar toch kreeg ik het probleem niet onder de knie. Mijn vraag was: wat wil ik nou eigenlijk? En wat wil ik juist niet? Waar liggen mijn grenzen?'
Barend Ornstein (58) kreeg het al eerder in zijn carrière voor de kiezen. Met het artsdiploma op zak stapte hij het ziekenhuis in om te worden opgeleid tot anesthesist. Een slechte beslissing: 'Ik merkte dat ik het niet voor elkaar kreeg. Het ging gewoon niet. Ik kreeg griep, verscheen niet op het werk. In psychiatrische termen leed ik aan een gedecompenseerde neurose, nu zou je dat burn-out noemen. Blinde paniek, dat was het. Ik voelde me opgesloten in het ziekenhuis, draaide mee in wat ik als een circus ervoer. Ik was nog jong, amper 30. Ik herinner me dat ik midden in die ellende tegen mezelf zei: "Als ik de pretentie heb om ooit nog mijn vingers uit te steken naar anderen om ze beter te maken, dan neem ik nu, om kwart over twee op deze middag, het besluit dat ik eerst mezelf moet genezen door mezelf te verwijzen." Toen nog duidde ik het als iets wat mij overkwam. Inmiddels zie ik dat ik stuitte op de kern van de geneeskunde: je kan alleen anderen helpen door iets aan jezelf te doen.'
Ook Ornstein zocht en vond professionele hulp, maar trok andere conclusies: hij verliet het vak en schoolde zich om tot professional coach. 'Ik doe niet anders dan anderen helpen.'
Zelfhulp
De Wit en Ornstein maken al jaren deel uit van Anonieme Dokters. Deze zelfhulpgroep bestaat sinds 1982 en volgt het voorbeeld van de Anonieme Alcoholisten, in 1935 opgericht in de Verenigde Staten. Doel: herstel van het geschonden zelfvertrouwen.
Ongeveer 80 artsen hebben in de loop der jaren aan de groep meegedaan, ontevreden over het werk en gebukt gaande onder alcohol- of nicotineverslaving, relatieproblemen of botsingen met patiënten of collega's. Negen leden telt de groep nu, die elkaar eens in de veertien dagen op een zaterdagochtend ontmoeten in een hotel in de buurt van Utrecht. Het doel: luisteren. Alleen wie zijn verhaal vertelt, krijgt zelf het woord.
Iedereen, zo verwoordt De Wit dat treffend, offert om de beurt de luisteroefening op om de anderen iets te geven om naar te luisteren. Commentaar is niet welkom, hooguit in de wandelgangen: 'Wij dokteren niet aan elkaar. We luisteren. Naar wat de ander vertelt, naar geluiden, maar ook naar hetgeen het verhaal bij jezelf oproept.'
Vormt de inhoud van de verhalen dus niet de kern van de oefening, toch helpt het om te luisteren naar mensen met wie je iets gemeen hebt. Daarom bestaat de groep alleen uit mensen met het artsdiploma, dus zelfs geen dierenartsen of tandartsen: 'Daar zijn we streng in.'
Dokters lopen extra risico om af te branden. Want wie altijd naar anderen luistert, luistert op den duur niet meer naar zichzelf. Foto: Marina Peters, Spotting Image
Rem
Het werkt verhelderend, weet De Wit, die al acht jaar meedoet: 'Eén keer in de veertien dagen neem ik vier uur lang de tijd voor mezelf. Ten opzichte van familie, vrienden, collega's eis ik die uren op. Even aan de rem te trekken: gaat het wel zo goed als ik denk? Dat begint al als ik de auto start om weg te rijden: wat zal ik deze keer vertellen? En of het nou gaat om een conflict met een specialist of om een probleem waar mijn dochter mee kampt, het brengt me ertoe na te gaan hoe het echt met me gaat. Het is een rustpunt, een moment om me daarvan bewust te zijn. En het helpt. Je zit in een draaimolen, dat gáát maar door. Dus is het goed regelmatig even om te kijken: wat gaat er goed, wat gaat misschien niet zo lekker? Het dwingt je stil te staan bij waar je gewoonlijk aan voorbijloopt.'
Ornstein: 'Het motief om toe te treden tot deze groep is wanhoop. De lucht moet dik zijn van wanhoop. Complete ellende, geen kant meer uit kunnen. Het is gebruikelijk om de schuld aan een ander te geven: aan God, of aan je genen, aan specialisten, aan patiënten. Als je inziet dat je niemand meer de schuld kunt geven, is de wanhoop compleet. Dan staat het water aan je lippen en kan je de beslissing nemen om iets aan jezelf te doen. Je voelt je machteloos en weet dat je hulp nodig hebt. Kom dan in ieder geval hier, zeggen we dan. Dat betekent niet dat iemand geen psychotherapie zou moeten doen of zich misschien zou moeten laten opnemen. Wie zijn been breekt, moet tenslotte ook in het gips. Ook Steven en ik zijn in therapie geweest, voordat we in de groep kwamen.'
Risico
Door schade en schande wijs geworden weten de twee artsen dat juist dokters extra risico lopen om af te branden. Want wie altijd naar anderen luistert, luistert op den duur niet meer naar zichzelf. Ornstein: 'Wie kiest voor de rol van hulpverlener, en dus ook van arts, leidt een riskant leven. Die is altijd bezig naar buiten te kijken, adviezen te geven, zichzelf op te offeren. Dat is het werkelijke beroepsrisico van de dokter. Dat je hulp verleent aan de ander zonder dat je hulp verleent aan jezelf.' De Wit valt in: 'Dat is precies mijn verhaal. Ik moet mijn grenzen stellen, me niet laten opeten. Als dokter moet je leren nee te zeggen, anders loop je leeg. Je wilt aardig gevonden worden, graag helpen. Maar hoe ver ga je daarin?
Ornstein: 'Deze zelfhulpgroep doet iets wat iedere dokter zou moeten doen: introspectie, naar binnen kijken. In het ziekenhuis vond ik niets van wat ik versta onder 'helpen'. Er was ook geen plek om mezelf te helpen. Ik mis de eigenschappen om mezelf daar overeind te houden. Pas achteraf weet ik dat ik het niet had gewild, ook al had ik het wél gekund. Ik wil geen leven leiden in de gezondheidszorg. Voor Steven is dat anders. Die is huisarts geworden en gebleven.'
De Wit: 'En ik vind het nog steeds een leuk vak. Veel collega's lopen er ook helemaal niet in vast. Die kunnen goed doseren. Dat is kennelijk een kwestie van persoonlijkheid. Maar als er persoonlijke kwesties spelen, gaat het in je werk ook niet lekker. Dan zit je niet lekker in je vel, en dat gaat botsen. Het laatste wat een dokter wil opgeven, is het vak. Zelf heb ik daar destijds ook lang aan vastgehouden. Tot ook dat in elkaar klapte en ik met lege handen stond.'
Zieke dokters
De naam van Peter Lens, huisarts en voormalig regionaal inspecteur voor de gezondheidszorg in Noord-Holland, valt vaak in het gesprek. Hij zorgde ervoor dat het contactadres van de Anonieme Dokters in 1985 een plaats kreeg in Medisch Contact, onder de inmiddels verdwenen lijst van landelijke contactpersonen voor artsen in nood. Hij was het ook die een jaar eerder met zijn proefschrift 'Zieke dokters' voor het eerst aandacht vroeg voor de dokter als patiënt. Terecht, zegt De Wit: 'Hoeveel van ons hebben zelf een huisarts? Niet veel! Zij ontnemen zich de mogelijkheid om op iemand toe te stappen als het niet meer gaat. Daarom is deze groep voor mij zo belangrijk. Ik moet echt een goede reden hebben om niet te gaan. Eens in de twee weken wil ik geen dienst doen op zaterdag. Ik heb wel eens uitgelegd waarom niet, maar er werd alleen maar wat glazig gekeken. Collega's vinden het kennelijk eng, zo'n groep. Eng om te praten over hoe het werkelijk met je gaat. Of ze vinden het zweverig en willen er niets mee te maken hebben.'
Ter bescherming van de privacy zijn de namen van beide artsen gefingeerd en zijn enkele herkenbare gegevens veranderd.
- Er zijn nog geen reacties